Auguste Couvreur, Gent, 24 oktober 1827 – Elsene, 23 april 1894

Onderwijshervormer, journalist; volksvertegenwoordiger (1864-1884), vicevoorzitter van de Kamer (1881-1884)

Auguste Couvreur brengt zijn kinderjaren door in Gent waar zijn vader actief is als textielindustrieel. Hij studeert filosofie aan de Gentse Rijksuniversiteit en vervolgt zijn studies in Frankrijk, waar hij ook kort werkzaam is als secretaris van de prefect van het departement Hérault. Vanaf 1854 is hij actief als journalist, voornamelijk op de buitenlandredactie van het belangrijke liberale blad Indépendance Belge. Gedurende zijn journalistieke carrière werkt hij voor verschillende binnen- en buitenlandse bladen. In 1864 wordt hij verkozen als liberaal volksvertegenwoordiger voor het arrondissement Brussel. Hij behoudt als progressistisch Kamerlid zijn zetel tot de liberale verkiezingsnederlaag van 1884. Tijdens de laatste regeringsjaren van Walthère Frère-Orban is hij ondervoorzitter van de Kamer (1881-1884). Couvreur toont zich in het parlement als een voorvechter van de coöperatieve gedachte.

Couvreur engageert zich in een netwerk van hervormingsgezinde liberale en vrijzinnige bewegingen. In 1862 behoort hij tot de stichtende leden van de Association pour le Progrès des Sciences Sociales (APSS) en wordt hij algemeen secretaris van de organisatie. In 1889 richt hij met de uitgedoofde middelen van de APSS de Société d’Études Sociales et Politiques op. Hij speelt vanaf de begindagen een belangrijke rol in de Ligue de l’Enseignement die streeft naar gratis, verplicht en gelaïciseerd lager onderwijs. Hij bekleedt het voorzitterschap van deze liberale en vrijzinnige drukkingsgroep in 1878-1880. Met Couvreur als voorzitter organiseert de Ligue een internationaal onderwijscongres in Brussel. Als onderwijshervormer spant hij zich in voor het meisjesonderwijs. Zo is hij in 1864 een van de oprichters van de Association pour l’Enseignement Professional des Femmes. Vanaf 1866 zorgt hij met de Brusselse afdeling van de Ligue de l’Enseignement voor de voortzetting van de volksvoordrachten die de filantropisch begeesterde Ida de Crombrugghe in Sint-Joost-ten-Node sinds 1863 organiseerde.

Couvreur treedt reeds in 1855 toe tot de Brusselse loge Les Amis Philanthropes. Hij groeit uit tot een de meest prominente vrijmetselaars in het land. Zo wordt hij tweemaal Grootmeester van het Grootoosten van België (1872-1874, 1878-1880). Couvreur zet zich als liberaal ook in voor vrijhandel. Hij staat in 1854 aan de basis van de Association pour la Réforme Douanière. Tot slot treedt hij toe tot de koloniale lobby rond Leopold II. In 1876 is Couvreur er al bij wanneer Leopold II op de geografische conferentie van Brussel zijn koloniale plannen uit de doeken doet. In 1894, kort voor zijn dood, wordt hij voorzitter van de Société d’Études Coloniales. Na zijn overlijden wordt een Brusselse beroepsschool voor meisjes, die in 1888 werd opgericht dankzij de inspanningen van Couvreur, naar hem vernoemd.