Onze website gebruikt cookies om je surfervaring te verbeteren. Om deze website optimaal te gebruiken vragen we je om akkoord te gaan met ons gebruik van cookies.
Boegbeelden
De liberale beweging telt vele gezichten. Hier vind je biografische informatie over mannen en vrouwen die het liberalisme in België vorm hebben gegeven. De namen van de boegbeelden komen naar voren in de Atlas en het Magazine.
.png)
Edouard Pecher
Edouard Pecher, Antwerpen, 24.11.1885 – Brussel, 27.12.1926
Advocaat; volksvertegenwoordiger (1912-1919, 1921-1926), minister (1926); voorzitter Bond der Liberale Jeugd van Antwerpen, stichter-voorzitter Bond der Vrije Mutualiteitsfederatiën (1914-1926), voorzitter Liberale Partij (1924-1926).
Edouard Pecher groeit op in een traditioneel liberale familie uit de hoge burgerij en studeert rechten aan de Université Libre de Bruxelles. In 1908 gaat hij aan de slag als advocaat en huwt hij Emilie Speth, een zielsverwante die actief is in de liberale vrouwenbeweging. Hij wordt lid van de Liberale Associatie en volgt Richard Kreglinger op als voorzitter van de Bond der Liberale Jeugd van Antwerpen.
In 1912 wordt hij als kandidaat van de Liberale Werkersverbond, een van de vijf liberale kiesverenigingen in Antwerpen, verkozen tot volksvertegenwoordiger. In het parlement groeit hij op korte tijd uit tot een drijvende kracht in het debat rond de sociale zekerheid. Zijn streefdoel is het uitwerken van een degelijk wettelijk kader waarbinnen elke Belg op een minimum aan sociale zekerheid kan rekenen. In 1913 dient hij een eerste wetsvoorstel in. In tegenstelling tot voorstellen van katholieken en socialisten verdedigt hij een mutualiteitswerking die losstaat van de klassieke zuilen. Hij wil de erkenning door de staat en daaruit volgende subsidiëring beperken tot de ziekenkassen die zich op levensbeschouwelijk vlak pluralistisch en op politiek vlak neutraal opstellen, wat tot grote consternatie leidt bij socialisten en katholieken. De debatten over dit voorstel worden onderbroken door de Eerste Wereldoorlog maar daarna in alle hevigheid voortgezet. In februari 1922 dient hij opnieuw een wetsvoorstel in bij de Kamer. Zijn plotse overlijden in 1926 zorgt voor een grote leegte in de liberale fractie. Voor het sociaalliberalisme waarvoor hij stond en de passie waarmee hij zijn voorstel verdedigde, blijkt geen opvolger klaar te staan. De economische crisis zorgt voor verder uitstel, zodat er pas in 1944 een globale wet op de sociale zekerheid komt.
Ook buiten het parlement zet Pecher zich in voor de veralgemening van het recht op sociale zekerheid. Hiertoe richt hij op 22 maart 1914 de Nationale Bond der Vrije Mutualiteitsfederatiën van België op, die hij na de oorlog omvormt tot de Nationale Bond der Liberale Mutualiteitsfederatiën van België. Van 1914 tot aan zijn overlijden in 1926 blijft hij als stichter-voorzitter de grote bezieler van deze Bond. Zijn jongere broer Jules volgt hem in 1929 op als voorzitter.
Binnen de Liberale Partij geniet Pecher eveneens veel respect. In 1924 wordt hij verkozen tot nationaal voorzitter van de partij als opvolger van Albert Mechelynck.
Op 15 november 1926 vervangt hij de katholiek Marcel Houtart als minister van Koloniën. Hij kondigt aan nadruk te zullen leggen op continuïteit, op een grotere ontsluiting van Congo via hoofdzakelijk de spoorwegen en op de verbetering en humanisering van de rekruterings- en levensomstandigheden in het binnenland. Zijn bestuur is echter van korte duur. Een griepaanval wordt hem op 27 december 1926 fataal en hij overlijdt in zijn ambtswoning in de Wetstraat. Bij de massale rouwhulde die volgt, valt vooral de aanwezigheid van de politieke tegenstanders op. Zijn brede maatschappelijke bekommernis en zijn verdraagzaamheid hadden duidelijk ook bij katholieken en socialisten bewondering opgewekt. Begonnen als sociaalliberaal boegbeeld, wordt hij na zijn overlijden een symbool van de strijd voor de sociale zekerheid.