Onze website gebruikt cookies om je surfervaring te verbeteren. Om deze website optimaal te gebruiken vragen we je om akkoord te gaan met ons gebruik van cookies.
Boegbeelden
De liberale beweging telt vele gezichten. Hier vind je biografische informatie over mannen en vrouwen die het liberalisme in België vorm hebben gegeven. De namen van de boegbeelden komen naar voren in de Atlas en het Magazine.
Georgette Ciselet
Georgette Ciselet, Antwerpen, 21.8.1900 – Eigenbrakel, 31.8.1983
Advocate; lid van de Raad van State; senator (1946-1961); vrouwenactiviste, voorzitster van de Nationale Federatie der Liberale Vrouwen, lid van de Belgische delegatie bij de Algemene Vergadering en bij de Economische en Sociale Raad van de VN (1952-1962).
Georgette Ciselet promoveert in 1923 als doctor in de rechten aan de ULB. Wanneer ze aan de slag gaat als advocate specialiseert ze zich in echtscheidingszaken. Daarbij wordt ze geconfronteerd met de juridische ongelijkheid die vrouwen treft. In 1928 wordt ze dan ook lid van de Groupement belge pour l’affranchissement des femmes die strijdt voor de rechten van de vrouw. Het daaropvolgende jaar splitst de vereniging om gerichter te kunnen werken. Ciselet wordt voorzitter van L’Égalité, die zich toelegt op de juridische strijd en het vrouwenstemrecht. In het blad van de vereniging publiceert ze talrijke artikelen over de vrouwenemancipatie. In 1930 publiceert Ciselet La femme, ses droits, ses devoirs, ses revendications. Esquisse de la situation légale de la femme en Belgique et à l’étranger, wat als een van haar belangrijkste werken beschouwd kan worden. Via L’Égalité maakt ze naam binnen de vrouwenbeweging en legt ze internationale contacten. In 1935 wordt ze bijvoorbeeld gevraagd om te zetelen in een commissie voor vrouwenarbeid, binnen het ministerie van Arbeid. Twee jaar later wordt Ciselet aangesteld als voorzitster van de juridische commissie van de Nationale Vrouwenraad.
Ciselet is niet enkel actief binnen pluralistische vrouwenverenigingen, maar ook binnen de Liberale Partij. Nadat ze zich in 1925 aansloot bij de partij kan ze stelselmatig opklimmen. In 1933 is ze bijvoorbeeld verslaggeefster van de commissie Vrouwenkwesties op het Liberaal Congres. Vier jaar later wordt ze lid van het partijbureau en wordt ze benoemd tot secretaris-generaal van de partij. Ook binnen de Nationale Federatie der Liberale Vrouwen maakt Ciselet furore. Al snel is ze lid van het bureau en ondervoorzitster. In 1945 wordt ze verkozen tot voorzitster. Bij haar verkiezing hamert ze op het belang van vrouwenstemrecht. Als voorzitster van de vrouwenvereniging kan ze bekomen dat vrouwen meer inspraak hebben binnen de Liberale Partij. In 1947 neemt Ciselet deel aan het internationaal liberaal congres in Oxford, waar ze indruk maakt met haar vraag om gelijke rechten voor vrouwen en mannen expliciet op te nemen in het manifest. Van 1946 tot 1961 zetelt Ciselet bovendien als gecoöpteerd senator voor de Liberale Partij. In de loop van haar politieke carrière maakt ze deel uit van verschillende commissies, waaronder Justitie, Volksgezondheid en Gezin, Arbeid en Sociale Voorzorg. Haar initiatieven in de Senaat zijn een voortzetting van haar feministische gedrevenheid. Een van de punten die haar het meest na aan het hart liggen, is de hervorming van het huwelijksstelsel.
Via L’Égalité wordt Ciselet betrokken bij een aantal internationale studies en commissies, waarna ze een rol kan spelen binnen de Verenigde Naties (VN). Van 1952 tot 1962 is ze lid van de Belgische delegatie bij de Algemene Vergadering en bij de Economische en Sociale Raad van de VN. In die periode is ze onder meer lid van de commissie voor de Toestand van de Vrouw en werkt ze mee aan het Charter voor de Rechten van het Kind.
In 1963 wordt Ciselet als eerste vrouw benoemd in de Raad van State, een functie waarop ze zich volledig toelegt. Na negen jaar verlaat ze de Raad van State en gaat met pensioen. In 1983 overlijdt ze in haar woning in Eigenbrakel.