Onze website gebruikt cookies om je surfervaring te verbeteren. Om deze website optimaal te gebruiken vragen we je om akkoord te gaan met ons gebruik van cookies.

Ik ga akkoord liever niet.
Voorgesteld

De Nieuwe Gazet: een liberale krant, ontspringt in de Scheldestad

Na 125 jaar een stempel te hebben gedrukt op het Antwerpse perslandschap, komt er in 2022 een einde aan De Nieuwe Gazet. De krant maakt nu een geïntegreerd deel uit van Het Laatste Nieuws, ooit een grote rivaal, later een partner. Dit stuk behandelt de periode 1897-1938, een tijdskader waarbinnen De Nieuwe Gazet een onmiskenbare opiniërende en mobiliserende rol heeft gespeeld.

Nathan Lauwers
21 juni 2022

Een nieuwe liberale krant verschijnt op het toneel

De ontstaansgeschiedenis van De Nieuwe Gazet is nauw verbonden met een ander liberaal dagblad, met name de in 1863 gestichte krant De Koophandel. Dit blad vertolkt de liberale en vrijzinnige ideeën van de Liberale Associatie. De Koophandel slaagt er, ondanks verschillende redactionele hervormingen, moeilijk in om te concurreren met andere Antwerpse bladen zoals Het Handelsblad. In 1897 komt er op initiatief van Jan Van Rijswijck (1853-1906), Max Rooses (1839-1914), Flor Burton (1863-1926) en Oscar Van Der Molen (1850-1926) een doorstart.1 De Nieuwe Gazet wordt boven het doopvont gehouden. De beperkte redactie van De Koophandel blijft grotendeels behouden. De oud-leraar Antoon Moortgat (1862-1927) - schrijvend onder het pseudoniem Jan Kattendijk - blijft aangesteld als hoofdredacteur. De nieuwe krant wil een breed lezerspubliek aanspreken en als centenblad marktaandeel veroveren op katholieke kranten zoals Het Handelsblad en De Gazet van Antwerpen, maar ook op Het Laatste Nieuws. Er is sprake van een streefoplage van 60.000 exemplaren: een verdubbeling ten opzichte van De Koophandel.2 In zijn autobiografie beschrijft de latere hoofdredacteur August Monet de bescheiden toestand van het blad in deze beginperiode: de redactie bestaat slechts uit één kamer, met twee schrijftafels en een Leuvense stoof. Op de zolder bevindt zich de zetterij van de krant.3

Een eigenzinnige Gazet: liberaal Vlaamsgezind en Sinjoor

In een artikel ter ere van haar 25-jarige bestaan stelt de redactie van De Nieuwe Gazet dat ze zich altijd heeft gehouden aan drie beloftes: “Zij beloofde Vlaamschgezind te wezen en liberaal. Zij beloofde in alle omstandigheden het belang van Antwerpen te verdedigen boven alles”.4 De krant positioneert zich uitgesproken als het orgaan van de Vlaamsgezinde Antwerpse liberalen. Een blik op de medewerkers en de bestuursraad toont aan dat liberalen van alle Antwerpse bonden en verenigingen vertegenwoordigd zijn binnen de krant. Zo is de brouwer Oscar Van der Molen lid en voorzitter van de Liberale Associatie - die financiële steun verleent - maar daarnaast leunt de redactieraad vooral aan bij de Liberale Vlaamsche Bond en de Liberale Werkliedenpartij. Inhoudelijk is de krant diepgeworteld in de Antwerpse stedelijke context, maar er is ook een sterke focus op de nationale en internationale politiek. Een perfecte illustratie hiervan is de eerste editie van de krant op 2 december 1897. Naast een stuk over de getijen van de Schelde vinden we  op de voorpagina een artikel over de zaak Dreyfus.5 Inzake toon en karakter - dikwijls polemisch en satirisch, en altijd rebels - kan de krant in deze eerste periode niet bestudeerd worden zonder een analyse van de figuur August Monet (1875-1958).

August Monet: een ‘beminnelijke anarchist’

August Monet6 - schrijvend onder zijn ‘nom de bataille’ RIP - is meer dan een halve eeuw hoofdredacteur (1899-1957) van De Nieuwe Gazet en drukt er zijn persoonlijke stempel op. De 24-jarige Monet treedt in de voetsporen van Moortgat - destijds zijn leraar op het atheneum. Moortgat (en ook Pol de Mont) oefent een belangrijke invloed uit op het Vlaamsgezinde denkkader van de jonge Monet.7 De strijd voor Vlaamse bewustwording en rechten staat hierbij centraal. Monet is terug te vinden in de kringen van de Vlaamsche Wacht, een onafhankelijke vereniging die opkomt onder het motto ‘In Vlaanderen Vlaamsch’. Deze leuze wordt ook door Jan Van Rijswijck en Max Rooses, als stichters van De Nieuwe Gazet, vurig verdedigd. Het activisme binnen de Vlaamse Beweging tijdens de Eerste Wereldoorlog zal het Vlaamse gedachtegoed van Monet voorgoed veranderen. Inhoudelijk zal ook De Nieuwe Gazet een bocht nemen richting het Belgische patriottisme.

Portret van Monet als hoofdredacteur van De Nieuwe Gazet.

Monet domineert de voorpagina van het blad met polemische artikels, waarbij hij tegen de schenen van vriend en vijand schopt. Hij stelt hierover zelf: “De Nieuwe Gazet is een blad waarmee men’t niet altijd eens kan zijn, maar waardoor niemand zich in een eerlijke overtuiging ooit gekrenkt of beledigd zal voelen. Zij heeft het liberalisme voorgestaan, maar dan in de letterlijken zin van het woord: de leer van de vrijheid, van al de vrijheid voor ’n ander die men voor zichzelf verlangt, en dus in geest van de breedste verdraagzaamheid”.8 De frequente eisen tot rechtzetting en de verschillende gerechtelijke processen wegens smaad tonen aan dat niet iedereen het daarmee eens was. Het journalistieke vuur van de ‘hoofdopsteller’ Monet bepaalt in grote mate het inhoudelijke parcours van de krant. De Nieuwe Gazet is een zeer maatschappijkritische krant met een eigenzinnige opinie, die ze op een duidelijke manier etaleert: “De lach blijft altijd’t gevaarlijkste wapen, voor wie’t tegen zich krijgt”.9

De periode voor de Eerste Wereldoorlog

Voor de oorlog domineren drie thema’s de hoofdpagina van De Nieuwe Gazet: de zaak Dreyfus, de Congokwestie en de Boerenoorlog. De Nieuwe Gazet verdedigt vanaf haar verschijning de veroordeelde Alfred Dreyfus en laakt het heersende antisemitisme. Alhoewel het blad antisemitisme zal blijven veroordelen, is haar houding niet altijd even consequent door de parallelle strijd tegen het communisme.10 Ook aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog is er dubbelzinnigheid en zien we dat Monet de loyaliteit van de Joodse bevolking aan de ‘Belgische Natie’ in vraag stelt.11 Men kon geen rechten van de staat ontlenen, en tegelijk 100 % Israëliet zijn. Deze ideeën moeten vooral in een Belgisch patriottisch (nationalistisch) kader worden gesitueerd. Een tweede punt is de Congokwestie, waarbij de krant pleit voor een Belgische overname met bijkomende eis dat Leopold II zijn kroondomein volledig afstaat.12 In de context van de Congothematiek zien we dat vooral economische belangen primeren. Monet heeft dan ook zeer nauwe contacten met maritieme ondernemers. Humanitaire aanklachten worden geminimaliseerd en afgedaan als Britse propaganda.13 Dit aspect is nauw verbonden met de derde thematiek, de Boerenoorlog. De Nieuwe Gazet uit hevige kritiek op het Britse imperialisme in de Transvaal. Monet vraagt aan het Nederlands Letterkundig Congres om stelling in te nemen voor de Boeren en de belangen van de ‘Nederlandsche stam’ in de Kaap te behartigen.14 Een overkoepelende thematiek is natuurlijk die van de Vlaamse zaak. De Nieuwe Gazet stelt de Vlaamse bewustwording centraal en roept op tot het naleven van de taalwetten. Dit is, volgens Monet, een positieve strijd: “Een strijd voor, niet een strijd tegen”. Hij argumenteert dat de flaminganten niet alleen hun eigen rechten verdedigen, maar ook het bestaan van het Belgische vaderland.

De rivaliteit met Het Laatste Nieuws

Reeds bij de opstart van De Nieuwe Gazet - door haar rivalen schertsend ‘De Nief Slaapmuts’ gedoopt - ontstaan er conflicten met Het Laatste Nieuws. Het objectief van De Nieuwe Gazet is dan ook om een breed lezerspubliek aan te spreken, iets waar De Koophandel niet in slaagde. De krant van Hoste sr. maakt onmiddellijk al het verwijt dat haar stakende verkopers door De Nieuwe Gazet worden afgesnoept: “Gelukkig dat die Nieuwe Gazet gewoonlijk niets anders bevat dan oud nieuws en lange onverteerbare boterhammen, en hare onderkruiperij tot niets helpen zal, daar onze nieuwe verkoopers eerlang al onze lezers zullen teruggevonden hebben”.15 De concurrentiestrijd tussen beide kranten wordt bikkelhard gevoerd, waarbij botsende politieke strategieën en persoonlijkheden de wrijvingen enkel vergroten. Hoste verwijt de redactie van De Nieuwe Gazet in loondienst te staan van de Liberale Associatie, die - volgens hem - verschillende ‘Vlaamschhaters’ onder haar leden telt. Aandeelhouders en leden van de redactieraad, zoals de brouwer Oscar Van Der Molen - voorzitter van de Liberale Associatie -, moeten het vaak ontgelden en worden omschreven als anti-Vlaamse franskiljons. Vooral na de Eerste Wereldoorlog komt het echter tot een bitse confrontatie. Dit heeft vooral te maken met de inhoudelijke koerswijziging van De Nieuwe Gazet omtrent de Vlaamse kwestie.

Na de oorlog: strijd tegen het activisme

Kort na de oorlog roept Het Laatste Nieuws op tot een bondgenootschap van de Vlaamse pers. Het doel: de verdediging van de Vlaamse rechten (en fundamenteler van het Vlaamsgezind liberalisme) in een onverdeeld België.16 Er is echter bovenal sprake van een immense verdeeldheid onder Vlaamsgezinden. Het activisme tijdens de oorlog leidt tot een verregaande de-legitimatie van de Vlaamse Zaak. Vooral de democratische Vlaamsgezinde stroming binnen het liberalisme wordt bijna volledig van de kaart geveegd.17 De marginalisering van het Vlaams liberalisme maakt dat de Vlaamse eisen ook steeds meer vereenzelvigd worden met katholieke belangen.18 De groep rond Het Laatste Nieuws vormt een uitzondering op de uniforme belgicistische lijn van de Liberale Partij in de naoorlogse periode. Dit in contrast met De Nieuwe Gazet die zich onder een Belgisch patriottisch (nationalistisch) vaandel schaart. Hoste jr. omschrijft de redactie van De Nieuwe Gazet als ‘uitdagingsagenten’, aangevoerd door ‘zotten RIP’, die met waarschuwingen over neoactivisme de Vlaamse Zaak proberen in diskrediet te brengen.19

Monet trekt alle registers open tegen het Vlaams activisme en neemt duidelijke stelling in tegen elke vorm van amnestie. Hij stelt: “Wat was het activisme? Het streven, tijdens de bezetting van sommigen om de oplossing van de Vlaamsche grieven te bekomen van den bezetter, de vijand”.21 Monet uit hevige kritiek op het pleidooi voor amnestie: “En dan staat men verwonderd dat alles wat Vlaamsch en flamingantisch is, op’t ogenblik den reuk van ‘Sauerkraut mit würst’ heeft. De spons erover!”.22 De rabiaat anti-activistische opstelling van De Nieuwe Gazet leidt ertoe dat Vlaamsgezinde ideeën en voorstellen - die de krant ooit zelf verdedigde - worden bestreden. Deze inhoudelijke ommezwaai creëert de nodige ambiguïteit en contradictorische standpunten. De krant pleit bijvoorbeeld nadrukkelijk voor  tweetaligheid in Vlaanderen. Hiermee gaat ze in tegen haar vooroorlogse positie, waarbij er veel belang werd gehecht aan het Nederlands als volkstaal. De Nederlandse taal werd toen gezien als een belangrijk middel voor een Vlaams intellectuele bewustwording door de verspreiding van liberale ideeën, en dus een ontvoogding van het katholieke juk. Vooral omtrent het onderwijs onderstreept de krant nu dat volledige vernederlandsing zou leiden tot een nadelige positie voor de officiële scholen. Monet stelt zichzelf de retorische vraag of “Vlaamsche kinderen aan wier ‘pedagogische behoeften’ voldaan werd in het Nederlandsch, thans als arenden boven deze maatschappij zweven”.23 Ook de volledige vernederlandsing van de Gentse universiteit wordt in vraag gesteld, nochtans een oud strijdpunt. Later stelt Monet dat het een bolwerk is geworden van pangermanisme en neoactivisme.24

Beeldaffiche liberale parlementsverkiezingen (20/09/1921).

Deze evolutie moet voornamelijk gekaderd worden binnen het Belgisch patriottistische sentiment dat hoogtij viert. De Nieuwe Gazet onderstreept het belang van Belgische eendracht en veroordeelt elke mogelijke vorm van tweespalt: “de Vaderlandsche eendracht is het deeg, waaruit ons brood nog lange tijd zal gebakken moeten worden”.25 Binnen dit patriottistische discours vinden we referenties naar het werk van Henri Pirenne, waarbij vooral de Belgische economie als een natievormend element wordt gezien.26 Naast die Belgische eensgezindheid streeft de krant ook naar eendracht binnen de Liberale Partij. Als het orgaan van de Vlaamse Antwerpse liberalen heeft ze de nodige ervaring met politiek pragmatisme en strategie. Het is een traditie die ze erft van haar stichter Jan Van Rijswijck, die ook frequent het partijbelang liet primeren.27

Bolsjewisme en fascisme: manifestaties van het kwaad

Vanaf de jaren dertig is er opnieuw een inhoudelijke verschuiving merkbaar. In de context van de economische crisis richt De Nieuwe Gazet haar pijlen vooral op het bolsjewisme en de opkomst van het fascisme. In deze periode zien we dat de liberale rangen zich sluiten en dat de relatie met Het Laatste Nieuws begint te ontdooien.28  De opkomst van het nazisme is een evolutie die De Nieuw Gazet met argusogen opvolgt: “Vandaag zegt Hitler: ‘de Staat die ben ik!’, morgen zal hij proclameren: ‘God die ben ik’. En zoo komt zijn ideaal iederen morgen iets klaarder afgetekend aan de dag: een volk van automaten, op één model geknipt, in één en dezelfden vorm gegoten, vanbinnen als vanbuiten”.29 Volgens Monet zijn vooral de communisten en socialisten verantwoordelijk voor de doorbraak van het ‘fascisme’ in Duitsland: “Het fascisme schiet nergens weliger op dan uit een grond die eerst met socialisme, dan met communisme werd bemest”.30 Door hun obstructiepolitiek en straatgeweld hebben ze, volgens Monet, het parlementarisme op een dodenlijst gezet. De Nieuwe Gazet roept de Staat op om zich te verweren en een preventieve oorlog te beginnen tegen het fascisme en communisme in de Belgische samenleving.31 Ook de katholieken hebben boter op het hoofd: “De ondeugd wordt deugd, de zonde wordt verdienste, het lood wordt goud, op conditie dat ze maar vanboven liggen. En zoo zien we thans katholieken en socialisten broederlijk vereenigd in het teeken van de swastika”.32

De antisocialistische houding van De Nieuwe Gazet (en vooral Monet) moet in het perspectief gehouden worden van de electorale winst van de Belgische Werklieden Partij (BWP) in de naoorlogse periode. De BWP vormt een belangrijke electorale bedreiging voor de Liberale Partij. In de context van enorme economische problemen, hoge werkloosheid en stakingsgolven moet de katholiek-liberale regering-Theunis IV impopulaire maatregelen nemen.33 Monet verwijt de socialisten dat ze geen verantwoordelijkheid durven nemen - door een volmacht te geven aan de regering - om de crisis mee op te lossen. Hij stelt dat ze het partijbelang boven het belang van de natie stellen. Ook het antimilitarisme van de BWP baart Monet zorgen. Dit moet deels gekaderd worden binnen de patriottistische Belgische overtuiging, die Monet vertolkt, waarbij het belang van de ‘natie’ de alledaagse politiek overstijgt. Deze analogie over de crisis van het politieke bestel geeft zijn sentiment mooi weer: “De Romeinse senatoren bedronken zich maar aan hun eigen en elkaars welsprekendheid, terwijl de Barbaren voor de poorten stonden: De Belgische parlementairen zouden elkaar, onder bijna soortgelijke omstandigheden, eenvoudig de hersens inslaan”.34 Monet roept de politieke partijen op om eensgezind de strijd aan te gaan tegen het nazisme, maar ook tegen de communisten die gelijkheid in armoede prediken.

Met verwijzingen naar nazi-Duitsland, waar de socialistische partij wordt geneutraliseerd door het regime, probeert Monet de socialisten te overtuigen van een parlementaire optie. Binnen de socialistische partij woeden op dat moment nog discussies over de te volgen weg: enerzijds de revolutionaire strijd of anderzijds een reformistisch pad van parlementaire strijd en samenwerking met andere politieke partijen. De Belgische Werkliedenpartij stapt uiteindelijk in een regering van nationale eenheid in 1935 (regering-Van Zeeland I) en kiest voor de parlementaire optie.

Conclusie

In dit stuk hebben we de focus gelegd op een eerste periode in de roemrijke geschiedenis van De Nieuwe Gazet. Het verhaal van deze Antwerpse krant is onlosmakelijk verbonden met die van haar erudiete hoofdredacteur, August Monet. Hij speelt een bepalende rol in het eigenzinnige karakter van de krant: “Geen mens is ooit gedwongen geweest, van mijn werk enige notitie te nemen. Wie mij wilde doen zwijgen, die hadden zichzelven maar niet de dagelijkse uitgave van één tot vijf en twintig cent -en thans tot twee frank!- voor de Nieuwe Gazet moeten getroosten... Hadde iedereen het zo gedaan… aldra ware de pen me vanzelf uit de hand gevallen”.35

Bronnen, noten en/of referenties

1. Aad Van Maanen, Meneer de opsteller: de Antwerpse journalisten in de negentiende eeuw (UPA: Brussel, 2017). 

2. Liberas, Archief Frans Grootjans (Archief nr. 1087), 101. Toespraak naar aanleiding van het 75-jarige jubileum van “De Nieuwe Gazet”, 25 november 1973. 

3. August Monet, Dat is allemaal gebeurd: een journalistenleven (Antwerpen: Opdebeek, 1952).

4. De Nieuwe Gazet, 1 december 1922.

5. De Nieuwe Gazet, 2 december 1897.

6. De Nieuwe Gazet, 30 november 1947.

7. Monet, Dat is allemaal gebeurd: een journalistenleven, 61. 

8. De Nieuwe Gazet, 30 november 1947.

9. Monet, Dat is allemaal gebeurd: een journalistenleven, 95.

10. Lieven Saerens, Vreemdelingen in een wereldstad: een geschiedenis van Antwerpen en zijn joodse bevolking (1880-1944) (Tielt: Lannoo, 2000). 

11. De Nieuwe Gazet, 31 maart 1933.

12. De Nieuwe Gazet, 26 april 1900. 

13. De Nieuwe Gazet, 10 april 1900. 

14. De Nieuwe Gazet, 31 augustus 1899. 

15. Het Laatste Nieuws, 23 januari 1898.

16. Het Laatste Nieuws, 24 december 1918. 

17. Adriaan Verhulst, ‘De betekenis van het liberalisme voor de Vlaamse Beweging: verleden, heden en toekomst’, in: Liberalisme Vandaag (1992). 

18. Peter Laroy, ‘Liberalisme en Vlaamse Beweging’, Liberas Stories (2021). 

19. De Nieuwe Gazet, 14 juni 1919.

20. Sébastien Baudart, ‘Vlaggensymboliek ontcijferd’, Liberas Stories (2021). 

21. De Nieuwe Gazet, 15 januari 1919.

22. De Nieuwe Gazet, 21 juni 1920. 

23. De Nieuwe Gazet, 9 december 1929.

24. De Nieuwe Gazet, 14 april 1931.

25. De Nieuwe Gazet, 2 februari 1919. 

26. De Nieuwe Gazet, 4 december 1919. 

27. Lode Wils (ed.), Kopstukken van de Vlaamse Beweging: Jan van Rijswijck, Adolf Pauwels, Louis Franck (Kortrijk-Heule: UGA, 1978). 

28. De rivaliteit zal echter nooit volledig verdwijnen. Zie: Liberas, Archief Frans Grootjans (Archief nr. 1087), 9. Brief van Frans Grootjans aan Albert Maertens, 2 november 1957.  

29. De Nieuwe Gazet, 29 juni 1933.

30. De Nieuwe Gazet, 23 februari 1933.

31. De Nieuwe Gazet, 22 maart 1933.

32. De Nieuwe Gazet, 3 april 1933. 

33. Emmanuel Gerard, De schaduw van het interbellum: België van euforie tot crisis 1918-1939 (Tielt: Lannoo, 2017). 

34. De Nieuwe Gazet, 24 mei 1933. 

35. Monet, Dat is allemaal gebeurd: een journalistenleven, 5. 

Hoe verwijs je naar dit artikel?

Nathan Lauwers , "De Nieuwe Gazet: een liberale krant, ontspringt in de Scheldestad ", Liberas Stories, laatst gewijzigd 13/03/2024.
copy url

Colofon

Liberas Stories is een realisatie van cultuurarchief Liberas. Het werd ontwikkeld door Josworld en Webdoos naar een concept van Ruben Mantels. Aan de hand van een ‘Atlas’ en een ‘Magazine’ vertelt Liberas Stories de geschiedenis van het liberalisme en worden de collecties van Liberas gepresenteerd. Deze website werd gelanceerd in juni 2021 en is sindsdien verder uitgebouwd.

De inhoud van dit portaal is bestemd voor Liberas’ erfgoedgemeenschap, maar ook voor studenten, onderzoekers en journalisten en voor iedereen die ons erfgoed wil ontdekken. Het is geen catalogus van onze collectie: die vind je op liberas.eu.

Liberas heeft geprobeerd alle rechthebbenden op beeldmateriaal te contacteren. Personen of organisaties die zich alsnog in hun rechten voelen geschaad nemen contact op met Liberas vzw, Kramersplein 23, 9000 Gent.

Alle teksten op deze website mogen hergebruikt worden mits het overnemen van de auteurs- en bronvermelding. Alle opmerkingen met betrekking tot Liberas Stories - vragen, aanvullingen, correcties, suggesties voor nieuwe bijdragen - zijn welkom op info@liberas.eu. 

Volg ons op