Onze website gebruikt cookies om je surfervaring te verbeteren. Om deze website optimaal te gebruiken vragen we je om akkoord te gaan met ons gebruik van cookies.

Ik ga akkoord liever niet.
Perspectief

“Van ’t ongedierte der papen”

Het unionisme van het jonge koninkrijk België overleeft de jaren 1840 niet en het politieke forum valt in twee grote blokken uit elkaar. De kloof tussen liberalen en katholieken is diep en de strijd wordt op het scherp van de snee uitgevochten. Vooral de grote steden zijn het schouwtoneel van deze prille partijstrijd waarin de politieke spotprenten gemeengoed worden.

Bart D'hondt
4 maart 2021

In grote steden als Brussel, Antwerpen, Luik, Namen, Gent en provinciesteden als Leuven en Oostende staan de liberalen na de revolutie van 1830 electoraal sterk. De samenstelling van het kiespubliek, met een liberaal overwicht in de steden en een katholiek overwicht daarbuiten, lijkt een vaststaand feit te zijn en de schommelingen of verschuivingen blijven minimaal. Toch blijft een zekere voorzichtigheid absoluut geboden. De Gentse liberalen leren het halfweg de jaren 1850 op de harde manier.

Wittebroodsweken

Sinds 1830 domineren eerst de orangisten van burgemeester Joseph Van Crombrugghe, en vanaf 1848 de Liberale Grondwettelijke Vereniging of Liberale Associatie van burgemeester Constant de Kerchove de Denterghem, onbedreigd het Gentse stadsbestuur. De katholieke krachten in Gent zoeken een tegengewicht en stichten in 1852 de eerste Gentse katholieke kieskring, de Union constitutionelle et conservatrice de l’arrondissement de Gand. Een jaar later verschijnt de ultramontaanse krant Le Bien Public, die decennialang de gezaghebbende spreekbuis van de behoudsgezinde katholieke Gentenaars is.

Binnen het liberale front verschijnen in die periode enkele barsten, die in heel belangrijke mate te maken hebben met de onderwijskwestie. De leidende Gentse liberalen kiezen radicaal voor een verdere secularisering van het onderwijs maar binnen de Liberale Associatie heerst verdeeldheid. Niet alle liberalen willen de strijd met de Kerk aangaan en een groep twijfelende liberalen wisselt van kamp. Zij sluiten een verbond met de katholieken en scharen zich samen achter Judocus Delehaye, een voormalige leidende liberale politicus die heel berekend op het juiste moment de overstap had gemaakt naar de gematigde katholieke vleugel. Bij de Gentse liberalen krijgt hij de spotnaam ‘Dok den Draaier’. Maar Dok den Draaier en zijn volgelingen winnen tot verbijstering van de verdeelde liberalen de gemeenteraadsverkiezingen van 1854 en Delehaye wordt burgemeester.

Naar de oppositiebanken

Voor de Liberale Associatie komt de slag hard aan. Hun interne verdeeldheid en programmatorische onduidelijkheid hadden een klerikaal reveil in de hand gewerkt. In zekere zin heeft de Liberale Associatie zichzelf buiten spel gezet. De oude garde verdwijnt van het toneel en een nieuwe generatie liberalen onder leiding van Charles de Kerchove de Denterghem neemt de macht over. Reorganiseren kost echter tijd en ook de parlementsverkiezingen van 1855 draaien heel voorspelbaar uit op een nederlaag voor de Liberale Associatie. Maar het nieuwe partijbestuur herpakt zich.

Tijdens de carnavalsfeesten in 1856 worden de katholieken zwaar door de mangel gehaald. Er verschijnen spotprenten die de clerus en de katholieke pers frontaal aanvallen en een gretige aftrok kennen, al dan niet onder het zingen van liberale strijdliederen zoals ‘Van het ongedierte der papen, verlos ons’.

Liberale spotprent – de klerikale politici worden geleid door de leugens en stompzinnigheid van de katholieke pers (Le Bien Public) (1856).

Liberale spotprent – de klerikale politici en pers versus degelijk officieel onderwijs (1856).

Op 14 oktober 1856 zijn er bijzondere gemeenteraadsverkiezingen, waarbij plaatsvervangers worden gekozen voor de vijf raadsleden die de voorbije twee jaar de gemeenteraad verlieten (het huidige systeem van plaatsvervangers bestond nog niet). De katholieke Nieuwe Kiesvereniging van Delehaye was er echter niet in geslaagd zich organisatorisch te consolideren en kan geen eigen kandidatenlijst voorleggen. De vijf liberale kandidaten nemen dan ook probleemloos hun zitjes in de gemeenteraad in. Edouard Jacquemijns-Van Zantvoorde, Jules de Hemptinne en Ferdinand Manilius vertegenwoordigen drie toonaangevende textielbedrijven, Gustave Callier en Adolphe Dubois vertegenwoordigen het nieuwe liberale partijbestuur waarin zij beiden een sleutelrol spelen. Het is het begin van een triomfantelijke terugkeer naar de liberale controle over het stadhuis. 

Campagne uit de duizend

De Liberale Associatie laat het momentum niet verloren gaan. In januari 1857 wordt Charles de Kerchove verkozen tot nieuwe voorzitter en in maart wordt de vernieuwingsoperatie bezegeld tijdens een algemene vergadering. De strijd voor de scheiding tussen Kerk en Staat gaat intussen onverminderd door en domineert de politieke agenda. De zogenaamde ‘kloosterwet’ (wetsvoorstel dat de secularisering van de liefdadigheidssector in gevaar brengt) en de wijze waarop Delehaye de onrust die daarrond was ontstaan had aangepakt, leidt tot betogingen aan het bisschoppelijk paleis, aan de woning van Delehaye en aan het hoofdkwartier van de katholieke conservatieven op de Kouter. Deze worden door de burgerwacht en het lokale cavalerieregiment uiteen gejaagd. Kurassiers, opgeroepen uit het Brugse garnizoen, helpen bij het afdwingen van een samenscholingsverbod. Ook aan de universiteit blijft het intussen rommelen. Het Vaticaan giet daar nog wat olie op het vuur door de Gentse studentenvereniging ’t Zal Wel Gaan in de ban van de Kerk te slaan en diens jaarboek Noord en Zuid op de index te plaatsen.

Voor de Liberale Associatie is dit, vanuit electoraal oogpunt, bijna een droomscenario. Opnieuw bewijst carnaval een uitstekend moment te zijn om de campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen in oktober af te trappen. Tijdens allerlei stoeten worden de gemoederen verder verhit door een uitbundig gebruik van spotprenten en strijdliederen. Een van die liederen gaat deel uitmaken van de Gentse traditie. ‘Koeivoet (is beter dan boelie)’, geschreven door de progressief liberale student en het latere socialistische icoon Emiel Moyson, wordt een eeuw later door Walter De Buck vereeuwigd en nog steeds enthousiast meegezongen op tal van publieksmanifestaties.

Baes Kimpe.

Dit lied verhaalt een van die sociale rellen waarbij een wereldvreemde gravin beschuldigd werd van het spotten met de arbeidersgezinnen en het minimaliseren van hun armoede. Gravin de Hemptinne was niet enkel in dat protestlied het mikpunt, ze dook ook op in een van de fraaiste spotprenten uit 1857. In de rij katholieke prominenten die aanschuiven aan de ingang van de Cercle catholique op de Kouter, bijgenaamd het hondenhok (vandaar de hond op de prent) herkennen we niet enkel Judocus Delehaye of Dok den Draaier, de man met de windhaan op het hoofd, maar ook gravin de Hemptinne, voorzien van twee koevoeten en een streng worst rond de hals.

Begin oktober verschijnt het eerste nummer van Baes Kimpe, zonder twijfel het strijdlustigste kiesblad dat Gent ooit kende en dat gedurende bijna drie jaar de gemoederen opzweept. Dit tijdschrift vindt zijn oorsprong in de vrijmetselaarsloge Le Septentrion, waar Willem Rogghé, de gedreven liberale journalist en uitgever, een redactietandem vormde met Hippolyte Metdepenningen, de Gentse liberale éminence grise bij uitstek.

Landslide

Bij de gemeenteraadsverkiezingen op 27 oktober 1857 wordt de groep rond Delehaye, geheel voorspelbaar, verpletterend verslagen en alle zetels in de gemeenteraad komen weer in handen van de liberalen. In december volgen verkiezingen voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers en ook daar is de triomf totaal. De zeven vacante zetels gaan zonder uitzondering naar liberale kandidaten.

Op 21 december 1857 wordt Charles de Kerchove de Denterghem, voorzitter van de Liberale Associatie, bij Koninklijk Besluit benoemd tot burgemeester van Gent. Delehaye verlaat Gent en trekt zich terug op zijn domein in Merendree, de klerikale oppositie verweesd achterlatend. Op enkele halfslachtige pogingen na, verdwijnen zij gedurende meer dan twintig jaar uit de Gentse verkiezingsrace, waardoor deze evolueert in de richting van een populariteitsrace tussen de verschillende strekkingen binnen de Associatie. De lijn der liberale burgemeesters, begonnen met Charles de Kerchove, wordt onafgebroken voortgezet tot na de Tweede Wereldoorlog.

Bronnen, noten en/of referenties

Baes Kimpe

Prosper Claeys, ‘La Lois des Couvents et les élections de 1857’, in: Prosper Claeys, Notes et souvenirs. Tome troisième (Gent: Librairie C. Veyt, 1907), 185-191.

Désiré Destanberg, De kiezingen te Gent sedert 1830 (Gent: Adolph Herckenrath, 1910).

Kathleen Devolder, ‘Gij die door ’t volk gekozen zijt... De Gentse gemeenteraad en haar leden 1830-1914’, in: Verhandelingen der Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent, 20, 1994.

Bart D’hondt, Van Andriesschool tot Zondernaamstraat. Gids door 150 jaar liberaal leven in Gent (Gent: Snoeck en Liberaal Archief, 2014).

Emiel Lamberts, Kerk en liberalisme in het bisdom Gent (1821-1857): bijdrage tot de studie van het liberaal-katholicisme en het ultramontanisme (Leuven: Universitaire uitgaven (KUL-Werken op het gebied van de geschiedenis en de filologie, reeks 5, nr. 8), 1972).

Marc Reynebeau, ‘Een ‘zwarte zondag’ in Gent in 1854’, in: Docendo discimus. Liber amicorum Romain Van Eenoo, eds. Jan Art en Luc François (Gent: Aca­de­mia Press, 1999), 783-796.

Marc Reynebeau, 'Politieke oriëntatie en ontwikkeling. De strijd om de Gentse gemeenteraad 1848-1869' (licentiaatsverhandeling, RUG, 1977).

Firmin Vanden Bosch, ‘Les origines du Parti doctrinaire Gantois’, in: La Revue Générale, 26, juni (1890): 832-850.

Hoe verwijs je naar dit artikel?

Bart D'hondt, "“Van ’t ongedierte der papen”", Liberas Stories, laatst gewijzigd 21/03/2024.
copy url

Colofon

Liberas Stories is een realisatie van cultuurarchief Liberas. Het werd ontwikkeld door Josworld en Webdoos naar een concept van Ruben Mantels. Aan de hand van een ‘Atlas’ en een ‘Magazine’ vertelt Liberas Stories de geschiedenis van het liberalisme en worden de collecties van Liberas gepresenteerd. Deze website werd gelanceerd in juni 2021 en is sindsdien verder uitgebouwd.

De inhoud van dit portaal is bestemd voor Liberas’ erfgoedgemeenschap, maar ook voor studenten, onderzoekers en journalisten en voor iedereen die ons erfgoed wil ontdekken. Het is geen catalogus van onze collectie: die vind je op liberas.eu.

Liberas heeft geprobeerd alle rechthebbenden op beeldmateriaal te contacteren. Personen of organisaties die zich alsnog in hun rechten voelen geschaad nemen contact op met Liberas vzw, Kramersplein 23, 9000 Gent.

Alle teksten op deze website mogen hergebruikt worden mits het overnemen van de auteurs- en bronvermelding. Alle opmerkingen met betrekking tot Liberas Stories - vragen, aanvullingen, correcties, suggesties voor nieuwe bijdragen - zijn welkom op info@liberas.eu. 

Volg ons op