De invoering van het algemeen meervoudig stemrecht voor mannen in 1893 heeft een impact op de werking van de kiesverenigingen. Voortaan hebben alle mannen vanaf 25 jaar stemrecht. Elke mannelijke burger krijgt één stem, maar sommigen krijgen er twee of zelfs drie. Het aantal kiezers vertienvoudigt, maar een minderheid van de kiezers heeft een meerderheid van de stemmen.29
De Deinzese liberale kiesvereniging besluit deel te nemen aan de gemeenteraadsverkiezingen in november 1895. Ruime voorbereidingen gebeuren er niet, pas ongeveer twee maanden voor de verkiezingen worden de eerste stappen ondernomen. Tien leden worden aangewezen om elk een deel van de kiezerslijst na te kijken. De resterende lijst wordt ter nazicht toevertrouwd aan de liberale Maatschappij van onderlinge bijstand Broederliefde. Voortaan gaat de aandacht niet meer naar wie er mag stemmen, maar naar het aantal stemmen dat kiezers toebedeeld krijgen. De kiezerslijsten worden onder meer naast het bevolkingsregister gelegd om na te gaan of de kiezers die Deinze verlaten hebben, ook effectief van de lijst geschrapt werden. Ze worden ook vergeleken met het kadaster om te zien of kiezers wel het correct aantal stemmen toegewezen kregen. Bijzondere aandacht gaat naar het aantal priesters die aangemeld staan op het adres van het pensionaat. Volgens de liberale vereniging vindt daar duidelijk misbruik plaats om extra stemmen te werven voor de Katholieke Partij.30
Voor de samenstelling van de kandidatenlijst moeten kandidaten door minstens vijf leden voorgedragen worden, waarna over hun kandidatuur beslist wordt tijdens een stemming op een algemene ledenvergadering. Een maand voor de verkiezingen wordt een programma opgesteld. Centrale punten zijn onderwijs, liefdadigheid, weldadigheid, het instellen van referenda, openbare feesten en de organisatie van het brandweerkorps. In de twee weken voor de verkiezingen worden nog verschillende vergaderingen en meetings belegd en worden vlugschriften uitgedeeld.31
Sinds de kieswetgeving van 1872 en 1877 lag de verkiezingsprocedure strikt vast, met voorgedrukte stembiljetten, stemlokalen met een vaste ordening, stemhokjes en telbureaus. De wetgeving van 1877 bepaalt bovendien dat partijen getuigen mogen aanduiden om de kiesverrichtingen te controleren. De Liberale Volksgezinde Vereeniging van het kanton Deinze vaardigt voor de verkiezingen van 1895 dan ook getuigen af. De geleverde inspanningen leiden tot de gewenste resultaten, met 541 voorkeurstemmen voor de beste liberale kandidaat. Dat dit 261 stemmen minder is dan de sterkste katholieke kandidaat stelt niet teleur, maar doet wel het systeem van het meervoudig stemrecht in vraag stellen.32