Onze website gebruikt cookies om je surfervaring te verbeteren. Om deze website optimaal te gebruiken vragen we je om akkoord te gaan met ons gebruik van cookies.

Ik ga akkoord liever niet.
Reeks

HLN 1939-1945 | 1. Het Laatste Nieuws en de schemeroorlog

Op het einde van de jaren 1930 is Het Laatste Nieuws stevig gevestigd als grootste Nederlandstalige krant van België en heeft het alle redactionele en commerciële troeven in huis om op het elan van de voorbije jaren verder te gaan. Maar begin september 1939 wordt de oorlogsdreiging voor België zeer concreet. Hoe gaan Het Laatste Nieuws en eigenaar Julius Hoste met deze omstandigheden om?

Sébastien Baudart
10 september 2025

Oorlogsverklaringen

‘Schemeroorlog’, ‘spookoorlog’, ‘drôle de guerre’ (vreemde oorlog), ‘Sitzkrieg’ (zittende oorlog, positieoorlog), ‘phoney war’ (valse oorlog, nepoorlog), ‘dziwna wojna’ (verbazende oorlog, in het Pools): er zijn in verschillende talen heel wat verschillende omschrijvingen om de periode aan te duiden tussen de Duitse inval in Polen op 1 september 1939 - op 3 september gevolgd door de Franse en Britse oorlogsverklaringen aan nazi-Duitsland - en 10 mei 1940, wanneer Duitse troepen België, Nederland, Luxemburg en Frankrijk binnenvallen. Gedurende ruim acht maanden ondernemen de Europese grootmachten, ondanks de oorlogsverklaringen, op het westelijk front weinig op militair vlak.1

De ‘Neutraliteitsverklaring van België’ (Het Laatste Nieuws, 4 september 1939, p. 5 - fragment).

In theorie is België niet betrokken bij deze oorlogsdreiging, die Europa vanaf september 1939 in haar greep houdt. De katholiek-liberale regering-Pierlot, die door de omstandigheden uitgebreid wordt met de socialisten tot een regering van nationale unie, verklaart zich op 3 september officieel neutraal. Of onzijdig, zoals op dat moment de gangbare term is. Dit is een gevolg van de sinds 1936 gevoerde onafhankelijkheidspolitiek, los van Frankrijk en Groot-Brittannië, waarvan onder anderen koning Leopold III en Paul-Henri Spaak als minister van Buitenlandse Zaken de architecten zijn. Een officiële neutraliteitsverklaring op datum van 3 september 1939 wordt aan de betrokken regeringen bezorgd, en in het Belgisch Staatsblad en de kranten gepubliceerd. Deze neutraliteit impliceert dat België officieel geen verschil maakt tussen de verschillende in de oorlog betrokken partijen. In principe behandelt België de democratische regimes in Frankrijk en Groot-Brittannië, die België bijstand blijven beloven indien het nodig is, op gelijke voet met het naziregime in Duitsland. Al twijfelen weinigen eraan van welke kant het gevaar uiteindelijk zal komen.2

Net als in de overige Belgische pers zorgt de start van de schemeroorlog voor grote koppen op de voorpagina’s van Het Laatste Nieuws. Op 1 september verschijnt onder de nog hoopvolle titel ‘Het eigenlijk Gevaar. Hoe men er ten slotte aan ontsnappen kan’ een artikel waarin de krant nog kansen ziet om oorlog te vermijden, om vervolgens via ‘Vijandelijkheden tusschen Duitschland en Polen’ (2 september) en ‘Zullen Frankrijk en Engeland Duitschland den Oorlog verklaren om Polen te verdedigen?’ (3 september), op 4 september uiteindelijk te moeten vaststellen dat ‘De groote Mogendheden in Oorlog’ zijn.3 Een verrassing is het niet voor de lezers: Het Laatste Nieuws besteedt al jaren veel aandacht aan de politieke polarisatie binnen Europa, en de laatste maanden ging het aantal hoofdartikels over de toenemende internationale spanningen en de oorlogsdreiging in stijgende lijn.

Julius Hoste (augustus 1939).

Kalmte en zelfbeheersing

Maar hoe kijken Julius Hoste en zijn krant naar de strijdende partijen? En welke plaats zien ze voor België? Het Laatste Nieuws positioneert zich begin september duidelijk als een voorstander van bemiddeling en onderhandelingen, ook na de start van de vijandelijkheden, en mogelijk ook met hulp van Nederland, België of andere neutrale landen. Op 2 en 3 september prijst het hoofdartikel van ‘Vl.’ (zeer waarschijnlijk een pseudoniem van Julius Hoste, al dan niet in samenwerking met Marcel Stijns en/of andere redacteurs4) de kalmte en zelfbeheersing van de Belgische bevolking en regering, die de zelfstandigheid en de veiligheid van het land ten goede komt. ‘Vl.’ geeft de lezers op 3 september ook een kleine cursus mediawijsheid mee door te waarschuwen voor buitenlandse persberichten met verborgen politieke doelen. Deze persberichten staan naast de ‘eigen beschouwingen van de dagbladen’, ‘die bestemd zijn om het publiek, zoo goed als mogelijk, voor te lichten.’5 Een nuttige boodschap, aangezien Het Laatste Nieuws voor het meeste oorlogsnieuws aangewezen is op zowel berichten van persagentschappen als op officiële legerberichten uit bij de oorlog betrokken landen.

 ‘In deze tijden zullen de verschillende landen door middel van hun telegraafagentschappen vooral berichten wereldkundig maken, die aan hun politieke bedoelingen beantwoorden. De dagbladen duiden over het algemeen de agentschappen aan vanwaar de berichten afkomstig zijn. Waaruit de lezer moet besluiten, dat hij deze berichten met kritischen zin dient te volgen.’

(‘Vl.’ in Het Laatste Nieuws, 3 september 1939)6

Artikel van Marcel Stijns (Het Laatste Nieuws, 6 oktober 1939, p. 1 - fragment).

En wat verwacht Het Laatste Nieuws van de Belgische regering, die intussen uit achttien ministers bestaat? Verschillende editorialen benadrukken in het najaar 1939 het belang niet de indruk te wekken dat andere zaken dan het algemeen belang haar beleid en haar werkwijze bepalen. Op economisch vlak propageert de krant de voortzetting van alle handels- en nijverheidsactiviteiten, inclusief import en export (en een voldoende uitgebouwde handelsvloot om die mogelijk te maken). Dit zowel in het belang van de bevoorrading als voor het dekken van de uitgaven door de mobilisatie. En wat de taalkwestie betreft, stelt Het Laatste Nieuws vast dat ‘door de wettelijke schikkingen, die vooral in de laatste jaren zijn van kracht geworden, [….] de meeste Vlaamsche grieven verdwenen’ zijn. De krant rekent dan ook op ‘den noodigen werkelijkheidszin’ van regering en openbare diensten om geen munitie te geven aan ‘diegenen, die […] nog op tweedracht zouden aansturen.’7 ‘Twisten gaan oprakelen’8 of ingaan op provocaties van ‘Vlaams-extremistische zijde’ of ‘Waals-extremistischen kant’9 lijkt Het Laatste Nieuws een zeer slecht idee.

 ‘Het gaat hier niet om formulen en uiterlijk vertoon, maar om een praktische politiek, die van aard is om de Vlamingen zowel als de Walen te bevredigen. De huidige stemming van onze bevolking, die aan de veiligheid van het land ten goede komt, moet bestendigd worden. Wie daaraan tekort komt bewijst een zeer slechten dienst aan de nationale gemeenschap.’

(‘Vl.’ in Het Laatste Nieuws, 9 september)10

Marcel Stijns (Annuaire Officiel de la Presse Belge 1933, p. 80).

Marcel Stijns vat de Belgische situatie op 5 oktober als volgt samen: de neutraliteit is slechts een signaal aan de oorlogvoerenden dat België niet wenst deel te nemen aan de oorlog. De bescherming tegen een mogelijke aanval komt echter voort uit de bereidheid om tegen de schending van de Belgische grenzen op te treden én uit interne politieke stabiliteit: ‘Indien ons leger sedert jaren niet op zelfstandigen grondslag was uitgerust geworden, indien onze instellingen waren ontwricht en de verstandhouding tusschen Walen en Vlamingen vernietigd’, stelt Stijns, ‘dan ware ons grondgebied op dit oogenblik allicht reeds het slagveld van de mogendheden en er zou geen sprake zijn van onzijdigheid.’11

‘Willen wij, dat onze buitenlansche politiek niet aangetast worde, dan moeten wij ook van die zelfbeheersching blijk geven in onze binnenlandsche verhoudingen, en niet dulden dat, onder welk voorwendsel ook, de geest van samenwerking in ons land zou ondermijnd worden. […] Het komt er op aan dat iedereen goeden wil betoone, en dat aldus de geest van samenhoorigheid in het land bevestigd worde, want ook de nationale eendracht is een stevige waarborg voor de veiligheid van het land.’

(‘Vl.’ in Het Laatste Nieuws, december 1939)12

Het Laatste Nieuws, 7 januari 1940, p. 16.

Praktische implicaties (I)

Ook op de werking van de krant heeft de start van de schemeroorlog heel wat impact. Op 5 september staat op de voorpagina van de ochtendeditie een reclameboodschap voor de namiddageditie waarin de lezers ‘de laatste berichten en beschouwingen over den internationalen toestand’ kunnen vinden. Het HLN-bestuur belooft de lezers het nodige toe doen ‘opdat deze uitgave overal ter beschikking worde gesteld naar gelang van de aankomst der treinen.’13 Als gevolg van de mobilisatie verzendt Het Laatste Nieuws aan de legereenheden die erom vragen gratis exemplaren ‘voor de leeszalen van de opgeroepen soldaten’14, terwijl ook extra moeite gedaan wordt om voldoende exemplaren in ‘alle dagbladwinkels van het Walenland’15 te voorzien. Aan gemobiliseerde lezers die moeite hebben om Het Laatste Nieuws in Wallonië te vinden, wordt gevraagd dit te laten weten. In ‘Het hoekje van de gemobiliseerde’ maakt de krant vanaf 21 september plaats voor vragen, oproepen en berichten van gemobiliseerden.

Voorpagina Het Laatste Nieuws (13 september 1939).

Persvrijheid, censuur en omzichtigheid

Ook inhoudelijk moet Het Laatste Nieuws zich schikken naar de oorlogssituatie. ‘Wanneer men over de oorlogsgebeurtenissen schrijft en een oordeel uitdrukt, dan spreekt het vanzelf, dat men in ons land rekening moet houden met de verplichtingen, die uit de omstandigheden voortvloeien’, beschrijft het editoriaal van 13 september16 onder de kop ‘Onze Zelfstandigheid en de Persvrijheid’. De krant bedoelt met deze verplichtingen een zekere ‘omzichtigheid en zelfbeheersing’ en trekt een duidelijke grens. De neutraliteit - die Het Laatste Nieuws trouwens ondanks binnen- en buitenlandse kritieken en aanvallen in alle omstandigheden blijft verdedigen - betekent niet dat andere landen of ‘rexistische en aanverwante organisaties’ zich moeten moeien met ‘een vrije mening’ die in een krant wordt geuit. En het kan ook niet de bedoeling zijn dat ‘vreemdelingen zich met onze binnenlandsche aangelegenheden mengen, en hier in de dagbladen een werking zouden voeren, die gevaarlijk zou kunnen worden voor onze onzijdigheid’. In bepaalde perstitels verschijnen immers provocerende uitspraken die een gevaar kunnen vormen voor de neutraliteit. Daarbuiten, vervolgt Het Laatste Nieuws, zullen ‘de werkelijk onafhankelijke dagbladen’ zelf wel de nodige verantwoordelijkheid aan de dag leggen om de Belgische belangen niet in gevaar te brengen.

Portret van Arthur Wauters door Jacques Ochs (Cover Pourquoi Pas?, nr. 1175, 5 februari 1937).

Het Laatste Nieuws steunt op 14 september dan ook Arthur Wauters17, de nieuwe socialistische minister van het nieuwe departement van Nationale Voorlichting (en ex-politiek directeur van de socialistische krant Le Peuple), in zijn verzet tegen het invoeren van censuur. Julius Hoste verklaart18 de 26e dat het ‘verkeerd [is] een overdreven belang te hechten aan deze of gene individueele uitlating, en zoo iets in te roepen voor het instellen van een censuur.’ Deze of gene uitlatingen, dat zijn provocerende publicaties in bepaalde kranten en tijdschriften, ‘een paar organen zonder invloed, en waarvan de houding algemeen afgekeurd wordt’ volgens Hoste, die voorts benadrukt dat ondanks deze ‘pogingen, die door de overgrote meerderheid van de bevolking werden afgekeurd, er ‘de grootste eensgezindheid in het land’ heerst, ‘ook wat de verhoudingen tusschen Walen en Vlamingen betreft.’ ‘Onze openbare meening begrijpt inderdaad’, vervolgt hij, ‘dat zoowel het racistisch separatisme als alles wat zweemt naar vreemde leerstelsels, de moreele gaafheid van het land en bijgevolg de neutraliteit slechts kunnen in gevaar brengen.’

Editoriaal van ‘Vl.’ over censuur (Het Laatste Nieuws, 4 november 1939, p. 1 - fragment).

Ook begin november blijft het invoeren van censuur voor de krant geen goed idee. Een door ‘Vl.’ ondertekend editoriaal19 stelt heel duidelijk dat aangezien België nog steeds niet betrokken is bij de oorlog, ‘het invoeren van een censuur in elk geval door de huidige omstandigheden niet gewettigd wordt.’ Het is volgens de krant praktisch ook niet haalbaar, aangezien de regering daardoor verantwoordelijk zou worden voor ‘al wat in België verschijnt.’

Regelmatig probeert Het Laatste Nieuws opnieuw te kaderen wat de impact van de neutraliteit op de vrije meningsuiting nu eigenlijk inhoudt. ‘Aan de pers in ons land is zeer terecht gevraagd geworden, dat zij zich zooveel mogelijk van aanvallen op vreemde staatslieden zou onthouden, en dat zij in verband met de neutraliteit, de noodige omzichtigheid zou in acht nemen’20, schrijft ‘Vl.’ in december. Maar ‘natuurlijk bewaren alle burgers van ons land het recht om hun oordeel over de internationale gebeurtenissen uit te drukken’, ‘alleen is het gewenscht dat dit met omzichtigheid gebeure, opdat geen afbreuk zou gedaan worden aan de politiek van de regeering, die er op gericht is, ons land buiten de internationale verwikkelingen te houden.’ Of nog: ‘België hoopt zijn neutraliteit te handhaven tot het einde van de Europeesche verwikkelingen en ook te kunnen bijdragen tot het herstel van een duurzamen vrede.’21

Voorpagina Het Laatste Nieuws (27 september 1939).

De Russen en de Europese beschaving

Als gevolg van de ‘omzichtigheidspolitiek’ die Het Laatste Nieuws volgt, zijn de editorialen tijdens het najaar 1939 meestal zeer voorzichtig als het over Duitsland, Frankrijk of Groot-Brittannië gaat, op wat negatieve verwijzingen naar het nationaalsocialisme na. Anders is de houding tegenover Rusland, dat eind augustus een niet-aanvalspact met Duitsland sloot. Volgens het editoriaal22 van 27 september voeren de Russische machthebbers een ‘even geheimzinnige als onbetrouwbare politiek’ en introduceren ze in bij Sovjet-Rusland gevoegde autonome republieken een ‘Russisch schrikbewind’. Naar aanleiding van nieuwe Duits-Russische besprekingen, gaat het hoofdartikel23 op 29 september in op de verhouding tussen beide landen, waarbij ‘Vl.’ onder andere wijst op de bijdrage van de Sovjetpolitiek aan de ‘voortzetting van den rampzaligen burgeroorlog in Spanje’, op de indruk ‘dat Sovjet-Rusland de Duitsch-Russische verhoudingen beheerscht’ en op ‘de gevaren, die daaruit voor de Europeesche beschaving voortvloeien.’ De daaropvolgende verdeling van Polen tussen Duitsland en Rusland en het plaatsen van Estland onder Russische voogdij laten ‘Vl.’ de volgende dag concluderen dat de vrede ‘ongelukkig nog niet in het verschiet’24 is.

Voorpagina Het Laatste Nieuws (11 oktober 1939).

Onder de titel ‘Europa op den Tweesprong. Is samenwerking mogelijk?’25 publiceert Julius Hoste op 11 oktober een stand van zaken ‘op de drempel van het gruwelijk bedrijf, dat zich afteekent.’ Het is volgens hem ‘nog steeds […] niet te laat opdat men de voorkeur geve aan een werkelijken vrede en aan de zoo noodige veiligheid’, maar de verhoudingen gaan wel ‘den kwaden weg op’. Na de Baltische staten wordt nu ook Finland bedreigd door Rusland. Een dag later neemt Marcel Stijns de gedwongen volksverhuizingen en bijhorende onteigeningen op de korrel, die zowel door Rusland, Duitsland en Italië gebruikt worden ‘als middel van internationale politiek.’26 Voor deze ‘deemstering van het volkenrecht’ moet de omzichtigheid van Het Laatste Nieuws even wijken. Volgens een met ‘Vl.’ ondertekend editoriaal op 14 oktober bewijzen ‘de ontwikkelingen van de gebeurtenissen in de Baltische staten en in verband met Finland […] door welke verwildering de Europeesche betrekkingen bedreigd worden’, een verwildering die ‘onvereenigbaar is met de Europeesche beschaving, die moet kunnen steunen op veiligheid en betrouwbaarheid.’27

‘Hoe het vrije Finland behandeld wordt’ door Julius Hoste (Het Laatste Nieuws, 3 december 1939, p. 1 - fragment, montage).

Op 5 november voegt Julius Hoste hier nog aan toe dat Sovjet-Rusland ‘niet alleen tegenover Polen, maar nu nog tegenover de Baltische staten en vooral tegenover Finland, een houding aangenomen [heeft], die in het teeken staat van imperialistische voogdij en machtsmisbruik’.28 De 27e stelt hij onomwonden: ‘Het Aziatisch communisme omprangt thans reeds Duitschland en Hongarije. Gaat het zoo verder, dan zal het Sovjet-gevaar dringen tot in het hart van Europa.’29 Wanneer op 30 november Russische troepen Finland binnenvallen, is de krant bij monde van ‘Vl.’ zeer duidelijk: ‘In elk opzicht heeft de Sovjet-regeering zich op een niet te rechtvaardigen manier gedragen’, ‘deze geweldpleging zal door alle vrije volkeren veroordeeld worden’.30 De volgende weken steunt en bewondert Het Laatste Nieuws heel duidelijk de weerstand die Finland biedt tegen de Russische aanvallen.

‘De weerstand van Finland wekt in gansch de beschaafde wereld een gevoel van bewondering. Maar er is meer gebeurd: de moreele macht, die men ingedommeld waande, is wakker geworden. De schaamteloze aanslag van Sovjet-Rusland op vrijheid, vrede en volkenrecht heeft inderdaad de gewetens in beweging gebracht. Al de volkeren nemen het op voor Finland.’31

(Julius Hoste in Het Laatste Nieuws, 28 december 1939)

HLN-redacteur Frans Meire als sergeant in het Belgische leger, uit Het Laatste Nieuws, 10 juli 1940, p. 8.

Praktische implicaties (II)

‘De oorlogstoestand heeft voor al de dagbladen, bijzonder lastige tijden meegebracht’32, meldt ‘Vl.’ in het editoriaal van 19 oktober. Een van de redenen daarvoor is de mobilisatie van veel personeelsleden: bij Het Laatste Nieuws zijn het er op dat moment meer dan vijftig, goed voor een zesde van het personeelsbestand. Tegen januari 1940 zijn zevenenvijftig van de circa driehonderd personeelsleden gemobiliseerd, onder wie tien redactiemedewerkers.33 Eind september 1938 werden al eens elf redacteurs tegelijk gemobiliseerd34 tijdens de crisis rond Sudetenland, maar door het Verdrag van München, waarin Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Italië de Duitse annexatie van Sudetenland aanvaardden, was deze mobilisatie en dus ook de daardoor gecreëerde crisis op de redactie van korte duur.

De gemobiliseerde redacteurs laten de pers niet noodzakelijk los. Zo werkt reserveofficier Robert Peeters sinds 16 september 1939 op het kabinet van minister van Defensie Henri Denis, waar hij ingeschakeld wordt voor de nieuw opgerichte persdienst van het ministerie.35 Literair journalist Lode Vanhaelst bezorgt Het Laatste Nieuws dan weer regelmatig verhalen over zijn dagelijkse ervaringen in het leger. De stukjes verschijnen - noodgedwongen anoniem - onder de reekstitel ‘Soldatenleven’36, die vanaf 9 september 1939 loopt. Redacteur Marcel Daman werkt tijdens zijn mobilisatie in 1939 mee aan het door sigarettenfabrikant Odon Warland gefinancierde soldatenweekblad De Pinnekensdraad.

Robert Peeters (Het Laatste Nieuws,  9 januari 1940, p. 2).

Robert Peeters

Met zijn medewerking aan Het Laatste Nieuws vanaf november 1919 en zijn officiële indiensttreding als redacteur op 1 december 1921 is de op 11 januari 1892 in Antwerpen geboren Robert Peeters een van de ‘anciens’ van de redactie. Met zijn keuze voor de journalistiek treedt hij in de voetsporen van zijn vader Hendrik-Jozef Peeters, journalist bij de Brusselse katholieke volkskrant Het Nieuws van den Dag.

Peeters, die student is wanneer de Eerste Wereldoorlog uitbreekt, brengt op een korte gevangenschap na bijna de hele oorlog door in het Belgische leger, waarin hij tegen oktober 1918 opklimt tot de graad van adjudant. Legerrapporten meten hem onder andere een brede algemene kennis en een ernstig en stevig karakter toe.

Na de oorlog gaat Peeters voor een dubbele carrière: naast zijn werk als journalist blijft hij actief in het leger als reservist, waar hij in 1936 bevorderd wordt tot reservekapitein-commandant. Voor een bijkomende opleiding tussen september 1929 en mei 1931 verlaat hij zelfs tijdelijk Het Laatste Nieuws.  Op de HLN-redactie is Peeters dan ook de legerspecialist, en schrijft regelmatig hoofdartikels over de situatie bij het Belgische leger. Tijdens de jaren dertig schrijft hij verschillende brochures over de taalkwestie in het leger en over het Vlaamse liberalisme, en eind 1939 publiceert hij met Als de fakkels branden bij het graf een overzichtswerkje van een tachtigtal pagina’s over het verloop van de Eerste Wereldoorlog in België. Bij het uitbreken van de schemeroorlog wordt Peeters vanaf 16 september 1939 gemobiliseerd. Hij komt (op vraag van het kabinet) terecht op het kabinet van minister van Defensie Henri Denis, waar hij ingeschakeld wordt voor de nieuw opgerichte persdienst van het ministerie. Peeters is in 1940 lid van het LVV, het Willemsfonds (Brussel) en de Algemeene Belgische Persbond.37

Het Laatste Nieuws, 26 oktober 1939, p. 1. 

De Belgische regering

Wie vanwege Het Laatste Nieuws niet altijd kan rekenen op omzichtigheid is de Belgische regering. Wanneer de krant vindt dat de regering in moeilijke omstandigheden - de internationale spanningen, de kosten van de mobilisatie enzovoort - degelijk werk levert, laat ze dat ook weten aan de lezers. Maar wanneer de leiders van het land er - door onder andere politieke spelletjes - niet in slagen om een volgens Het Laatste Nieuws degelijk beleid te voeren, maakt de krant haar mening ook zeer duidelijk kenbaar, zoals in het editoriaal van 26 oktober, waarin ‘Vl.’ zowel slaat als zalft richting de zwaar bekritiseerde regering-Pierlot. Enerzijds vindt hij ‘dat men in overdrijvingen vervalt, zonder voldoende rekening te houden met de lastige omstandigheden, waarin het land verkeert’ en dat ‘elke regeering […] in ons land steeds aan kritiek onderworpen [zal] zijn’ (‘dat ligt nu eenmaal in de geaardheid van onze bevolking’). Anderzijds heeft hij de indruk dat ‘sommige leden zelf van de regeering’ tot de kritiek hebben bijgedragen ‘alsof het hun bedoeling was het huidige ministerie te ontwrichten om een sprong te ondernemen naar een grootere machtsuitbreiding die, volgens hen, de zaken zou kunnen oplossen, terwijl hun eigen beleid tot nu toe maar weinig aarde heeft gebracht aan den dijk.’38

Voorpagina Het Laatste Nieuws (20 oktober 1939).

Het werk van de regering is volgens Het Laatste Nieuws te vaak ‘onsamenhangend’39, haar daadkracht te beperkt, haar financiële en economische politiek verkeerd. Ze lijdt onder ‘onderlinge betwistingen en kuiperijen, die slechts verlammend kunnen werken op het regeeringsbeleid.’40 Daarnaast zijn bevoegdheden van de regering te versnipperd, vindt de krant. Op een uitleg van minister van Economische Zaken Gustaaf Sap dat eenheid van leiding ‘slechts mogelijk [is] in een diktatoriaal regiem, waarvan niemand wil’, reageert Marcel Stijns dat ‘de groote meerderheid in ons land’ effectief tegen dictatoriale stelsels is ‘omdat deze in strijd zijn met onzen landaard en onze overleveringen, en omdat zij steunen op willekeur’, maar, voegt hij toe, ‘dit wil echter niet zeggen, dat een regeering bij ons machteloos is om op ekonomisch of maatschappelijk gebied iets te verwezenlijken.’ 41 ‘Maar in den h. Pierlot en de meeste van zijn medewerkers kan men vertrouwen stellen’42 én de regeering telt ‘verschillende leden, waarvan de toewijding en het plichtsbesef algemeen bekend zijn’43, verduidelijkt Stijns op 10 en 29 december. Ook de grote omvang van de regering (met achttien ministers een vaak geformuleerde kritiek) is voor de krant ‘van zeer ondergeschikt belang.’44

Voorpagina Het Laatste Nieuws (29 december 1939).

Tegelijk is Het Laatste Nieuws voorstander van de vertegenwoordiging van de drie partijen in de regering omdat een dergelijke coalitie ‘meer dan ooit beantwoordt aan de werkelijke belangen van het land.’45 ‘Waar het thans meer dan ooit op aankomt’, stelt ‘Vl.’ op 29 december, ‘is op een vast beleid, dat op de drie grondwettelijke partijen steunt, en waarop geen eenzijdige invloeden kunnen vat hebben, die strijdig zijn met de belangen van de nationale gemeenschap.’46 Of nog: ‘Het land heeft een zakelijk beheer noodig dat beantwoordt aan den zin voor evenwicht, die nog steeds onze openbare meening kenmerkt.’47

En wat de prioriteiten van deze regering moeten zijn, maakt Het Laatste Nieuws op 30 december bij monde van ‘Vl.’ nog eens duidelijk: ‘Iedereen wenscht, dat er spoedig een werkelijke vrede moge komen, maar men moet eveneens rekening houden met de mogelijkheid van een langdurige oorlog. Indien ons land over de noodige middelen wil blijven beschikken om de kosten van de mobilisatie te dragen, dan zullen, vooral indien de oorlog lang duurt, aan de gemeenschap nog zware offers gevraagd worden. Het komt er echter op aan, dat die offers billijk verdeeld worden, en dat er zich een ekonomisch leven ontwikkele waarop de financiën van den Staat moeten kunnen steunen.’48

Het Laatste Nieuws, 2 december 1939, p. 2.

Praktische implicaties (III)

Praktische implicaties (III)

 Niet enkel de gemobiliseerde medewerkers wegen op de werking van de krant. Door de oorlogsomstandigheden zijn de prijzen van grondstoffen (vooral van papier) gestegen, terwijl de advertentie-inkomsten dalen. Daardoor ziet Het Laatste Nieuws zich genoodzaakt op minder pagina’s te drukken. Vanaf september 1939 verschijnt de krant meestal op twaalf, soms op zestien pagina’s, terwijl het daarvoor de gewoonte was zestien à twintig pagina’s aan de lezers te bezorgen. Het is geen nieuw probleem: door de stijgende papierprijzen zag de krant zich in mei 1937 al genoodzaakt haar verkoopprijs van 35 naar 40 cent te brengen49, terwijl ze in 1938 besliste om het aantal pagina’s te beperken om de verkoopprijs niet opnieuw te moeten verhogen.50 Ook de abonnementsprijzen veranderen51, terwijl men een abonnement voor 1940 door de ‘onzekere tijden’ maar voor maximum drie maanden kan afsluiten. Jaar- of semesterabonnementen zijn niet meer mogelijk.

Maar er zijn ook voordelen aan de internationale oorlogstoestand. Wanneer Het Laatste Nieuws naar jaarlijks gewoonte op 1 januari 1940 de gemiddelde dagelijkse oplage voor het vorige jaar bekendmaakt (285.557 exemplaren), kan de krant er meteen bij vermelden - en daar zijn de oorlogsomstandigheden niet vreemd aan - dat op dat moment het aantal dagelijkse exemplaren van Het Laatste Nieuws de 300.000 overtreft. Door de mobilisatie van medewerkers en de gestegen grondstofprijzen heeft de krant het echter niet gemakkelijk om de productie van deze gestegen oplage aan te kunnen.52

Het Laatste Nieuws, 15 december 1939, p. 1.

De kleine naties en de vrede

Het is al begin september een thema, en dat blijft het ook tijdens de volgende maanden: de rol die de ‘kleine vredelievende landen, waar men onbevangen oordeelt’53 volgens Het Laatste Nieuws moeten spelen in een mogelijk vredesproces. Dit kan als bemiddelaars, zoals koning Leopold en de Nederlandse koningin Wilhelmina die hun zogenaamde ‘goede diensten’ aanbieden aan de in oorlog verkerende grootmachten. Maar ook door samen te werken kunnen deze landen tonen hoe het wel moet. Herhaaldelijk wijst de krant op de gelijklopende en gemeenschappelijke belangen van Nederland en België, van de zogenaamde ‘Noorderlanden’ (Noorwegen, Zweden, Denemarken en Finland) en bij uitbreiding van alle kleine Europese staten. Daarnaast pleit Het Laatste Nieuws voor het behoud van economische uitwisseling. De internationale handel wordt namelijk ernstig bedreigd door de oorlogsomstandigheden op zee. De krant wijst zowel Engeland als Duitsland met de vinger voor de belemmering van de handelstransporten van de neutrale landen. Op zee worden ook regelmatig ‘vijandige’ handelsschepen getorpedeerd of varen schepen op strategisch geplaatste of verdwaalde mijnen.

‘De kleine landen, zoowel in hun eigen belang als in het belang van een werkelijken vrede, moeten er voor ijveren, opdat de scheppende krachten van alle naties en het breedst mogelijk ruilverkeer Europa uit het moeras zouden helpen, waarin het dreigt te verzinken. Geen enkel imperialisme kan hier een oplossing brengen, maar wel de nieuwe geest, die Europa bezielen moet.’54

(Julius Hoste in Het Laatste Nieuws, 2 december 1939)

Het Laatste Nieuws, 5 november 1939, p. 1 - fragment.

Eveneens een constante in de editorialen als het over de neutrale landen gaat, is het feit dat onzijdigheid niet gelijk staat aan ongevoeligheid. De neutraliteit ‘kan den drang naar recht en billijkheid niet uitdoven’, schrijft Hoste op 5 november. Ze wil ook ‘geen brandhout leveren voor den oorlog, want zij vertrouwt toch iets te vermogen voor de uiteindelijke verzoening onder de volkeren.’55

En als de vrede er zou komen (wat de krant doorheen de laatste maanden van 1939 nog steeds hoopt), welke vorm moet deze dan aannemen? Op 27 november56 zet Julius Hoste hierover zijn visie uiteen: geen ‘vrede tot elken prijs’, geen vrede waarbij ‘aan andere volkeren een politieke of ekonomische verknechting’ wordt opgelegd, maar ook geen vrede waarbij ‘het Duitsche volk onherroepelijk geproletariseerd’ wordt als gevolg van revanchisme. Tegelijk moeten de neutrale landen vermijden ‘aan de oorlogvoerenden de les te willen spellen.’ Wat dan wel? ‘Een vrede, die op nieuwe en breed-menschelijke grondslagen tot stand komt’, een ‘Europeesche oplossing’ voor Polen en Tsjechië ‘opdat die volkeren zich vrij zouden kunnen ontwikkelen, zonder een aanleiding te worden tot nieuwe geschillen.’ Ook in deze moeilijke omstandigheden blijven Julius Hoste en zijn Het Laatste Nieuws een optimistische en toekomstgerichte boodschap verspreiden.

‘Leert men over al deze vraagstukken niet Europeesch denken, dan zal de oorlog voort woeden tot de Europeesche beschaving beslist instort. Het Aziatisch kommunisme omprangt thans reeds Duitschland en Hongarije. Gaat het zoo verder, dan zal het Sovjet-gevaar dringen tot in het hart van Europa.’57

(Julius Hoste in Het Laatste Nieuws, 27 november 1939)

Dit artikel past in een reeks gewijd aan Het Laatste Nieuws net voor, tijdens en net na de Tweede Wereldoorlog. Bezit u archiefmateriaal van personen die in deze periode voor Het Laatste Nieuws werkten (bijvoorbeeld brieven, foto’s, dagboeken, memoires) of promotiemateriaal van de krant, en mag dat geraadpleegd worden voor historisch onderzoek? Neem graag contact op met sebastien.baudart@liberas.eu.

Bronnen, noten en/of referenties

1. Zie o.a. Alain Colignon, ‘“Drôle de paix” à l’ombre de la neutralité’, in: Belgium WWII, geraadpleegd  5.4.2024.

2. Belgische pers, september 1939; Alain Colignon, ‘De la politique d’indépendance au retour à la neutralité, in: Belgium WWII, geraadpleegd 15.4.2024; Pierre Van Outryve d'Ydewalle, De memoires 1912-1940 (Tielt: Lannoo, 1994); Jan Velaers en Herman Van Goethem, Leopold III. De koning, het land, de oorlog (Tielt: Lannoo, 1994) 111 e.v.

3. Het Laatste Nieuws en Belgische dagbladpers, 1-4 september 1940.

4. Zie Sébastien Baudart, ‘50 jaar HLN | 2. Hoste en zijn krant’, in: Liberas Stories magazine, geraadpleegd 29.8.2025.

5. Vl., ‘De Oorlog en onze Bevolking. Kalmte en zelfbeheersching’, in: Het Laatste Nieuws, 3 september 1939: 1

6. Idem.

7. Vl., ‘De Stemming in het Land. Eendracht en onderling begrip’, in: Het Laatste Nieuws, 9 september 1939: 1.

8. Vl., ‘Neutraliteit en Taalkwestie. Tegen misleiding en vertroebeling’, in: Het Laatste Nieuws, 3 oktober 1939: 1.

9. Vl., ‘Geen tweedracht. Onze zelfstandigheid en de vredeskwestie’, in: Het Laatste Nieuws, 17 oktober 1939: 1.

10. Vl., ‘De Stemming in het Land. Eendracht en onderling begrip’, 1.

11. M[arcel] Stijns, ‘De Oorlog aan onze Grenzen. Zelfstandigheid en landsverdediging’, in: Het Laatste Nieuws, 5 oktober 1939: 1.

12. Vl., ‘Onze buitenlandsche Politiek. Elke twijfel over haar werkelijke beteekenis uitgesloten’, in: Het Laatste Nieuws, 21 december 1939: 1.

13. ‘De Namiddaguitgave van “Het Laatste Nieuws”’, in: Het Laatste Nieuws, 5 september 1939: 1.

14. ‘“Het Laatste Nieuws” en de mobilisatie’, in: Het Laatste Nieuws, 15 september 1939: 1.

15. ‘“Het Laatste Nieuws” in het Walenland’, in: Het Laatste Nieuws, 17 september 1939: 1.

16. Vl., ‘Onze Zelfstandigheid en de Persvrijheid. Wat men ook in het buitenland weten moet’, in: Het Laatste Nieuws, 13 september 1939: 1.

17. Zie o.a. Els De Bens, De Belgische dagbladpers onder Duitse censuur (1940-1944) (Antwerpen: Nederlandsche boekhandel, 1973) 129; Jan Velaers en Herman Van Goethem, Leopold III. De koning, het land, de oorlog (Tielt: Lannoo, 1994) 120 e.v.

18. [Julius] H[oste], ‘Onze zelfstandigheid. Hoe dient de neutraliteit opgevat?’, in: Het Laatste Nieuws, 26 september 1939: 1.

19. Vl., ‘De onzijdigheid en de openbare meening. Een misverstand opgehelderd’, in: Het Laatste Nieuws, 4 november 1939: 1.

20. Vl., ‘Waarom die tegenstrijdigheden? Meer verstandhouding is gewenscht’, in: Het Laatste Nieuws, 25 december 1939: 1.

21. Vl., ‘Onze buitenlandsche Politiek. Elke twijfel over haar werkelijke beteekenis uitgesloten’, 1.

22. Vl., ‘De Houding van Sovjet-Rusland. Het grootste raadsel van den oorlog’, in: Het Laatste Nieuws, 27 september 1939: 1.

23. Vl., ‘De Duitsch-Russische verhoudingen. Naar aanleiding van de besprekingen te Moskou’, in: Het Laatste Nieuws, 29 september: 1.

24. Vl., De Verdeeling van Polen. Duitschland en Sovjet-Rusland’, in: Het Laatste Nieuws, 30 september 1939: 1.

25. J[ulius] Hoste, ‘Europa op den Tweesprong. Is samenwerking mogelijk?’, in: Het Laatste Nieuws, 11 oktober 1939: 1.

26. M[arcel] Stijns, ‘Deemstering van het volkenrecht. Volksverhuizing als middel van internationale politiek’, in: Het Laatste Nieuws, 12 oktober 1939: 1.

27. Vl., ‘De Vooruitzichten in Europa. Na de verklaringen van Hitler, Daladier en Chamberlain’, in: Het Laatste Nieuws, 14 oktober 1939: 1.

28. J[ulius] Hoste, ‘De Waanzin over Europa. Wat vermogen de kleine staten voor den vrede?’, in: Het Laatste Nieuws, 5 november 1939: 1.

29. J[ulius] Hoste, ‘Vrede in de lente? De voorspelling van Roosevelt’, in: Het Laatste Nieuws, 27 november 1939: 1.

30. Vl., ‘Het Geweld in Finland. De Russische overweldiging’, in: Het Laatste Nieuws, 1 december 1939: 1.

31. J[ulius] Hoste, ‘Het vredesprobleem. Zal Finland de brug worden?’, in: Het Laatste Nieuws, 28 december 1939: 1.

32. Vl., ‘De Oorlogstoestand en de Persvraagstukken. Lichtzinnige aanvallen’, in: Het Laatste Nieuws, 19 oktober 1939: 1.

33. Het Laatste Nieuws, ‘Aan onze lezers. Moge 1940 een werkelijken vrede brengen!’, in: Het Laatste Nieuws, 1 januari 1940: 1.

34. Letterenhuis, Brievenmap Frans Demers D 327 B, Brieven van Frans Demers aan Emmanuel de Bom, 29 september en 6 oktober 1938.

35. Voor de persoonlijke trajecten van redacteurs, zie Sébastien Baudart, ‘HLN 1939-1945 | Beeld van een oorlogsredactie’ [in voorbereiding].

36. Mogelijk leveren ook andere gemobiliseerde redacteurs bijdragen voor deze rubriek.

37. Zie Sébastien Baudart, ‘HLN 1939-1945 | Beeld van een oorlogsredactie’ [in voorbereiding].

38. Vl., ‘Steeds de Regeeringskwestie. Waar het op aankomt’, in: Het Laatste Nieuws, 26 oktober 1940: 1.

39. Vl., ‘De ekonomische en financieele politiek. Bij een langen duur van den oorlog’, in: Het Laatste Nieuws, 6 november 1940: 1.

40. Vl., ‘De regeeringskwestie. Politieke en andere kuiperijen ongewenst’, 1.

41. [M]arcel S[tijns], ‘De financieele en ekonomische Belangen. Voor een opbouwende politiek’, in: Het Laatste Nieuws, 20 oktober 1939: 1.

42. M[arcel] S[tijns], ‘De politiek en de financieele vraagstukken. Wat men zich afvraagt’, in: Het Laatste Nieuws, 10 december 1939: 1.

43. Vl., ‘De regeeringskwestie. Politieke en andere kuiperijen ongewenst’, in: Het Laatste Nieuws, 29 december 1939: 1.

44. Vl, ‘Het Beheer van het Land. De aangekondigde wijziging van de regeering’, in: Het Laatste Nieuws, 30 december 1939: 1.

45. Vl., ‘Het land en de regeeringskwestie. Naar aanleiding van de ekonomische en financieele politiek’, in: Het Laatste Nieuws, 15 december 1939: 1.

46. Vl., ‘De regeeringskwestie. Politieke en andere kuiperijen ongewenst’, 1.

47. Vl., ‘De regeeringskwestie. Politieke en andere kuiperijen ongewenst’, 1.

48. Vl, ‘Het Beheer van het Land. De aangekondigde wijziging van de regeering’, 1.

49. Het Laatste Nieuws, ‘De verkoopprijs van de bladen. Het papiervraagstuk’, in: Het Laatste Nieuws, 26 mei 1937: 1.

50. Het Laatste Nieuws, ‘Aan onze lezers. Beste wenschen voor een vreedzaam en voorspoedig jaar’, in: Het Laatste Nieuws, 1-2 januari 1939: 1.

51. ‘De abonnementen voor 1940’, in: Het Laatste Nieuws, 2 december 1939: 2.

52. Het Laatste Nieuws, ‘Aan onze lezers. Moge 1940 een werkelijken vrede brengen!’, 1.

53. [Julius] H[oste], ‘De Europeesche Onrust. Kleine landen in de branding’, in: Het Laatste Nieuws, 22 oktober 1939: 1.

53. [Julius] H[oste], ‘Het Russisch imperialisme. De kleine staten en het ruilverkeer’, in: Het Laatste Nieuws, 2 december 1939: 1.

54. J[ulius] Hoste, ‘De Waanzin over Europa. Wat vermogen de kleine staten voor den vrede’, 1.

55. [Julius] H[oste], ‘Vrede in de lente? De voorspelling van Roosevelt’, 1.

56. [Julius] H[oste], ‘Vrede in de lente? De voorspelling van Roosevelt’, 1.

57. [Julius] H[oste], ‘Vrede in de lente? De voorspelling van Roosevelt’, 1.

Hoe verwijs je naar dit artikel?

Sébastien Baudart, "HLN 1939-1945 | 1. Het Laatste Nieuws en de schemeroorlog", Liberas Stories, laatst gewijzigd 19/09/2025.
copy url

Colofon

Liberas Stories is een realisatie van cultuurarchief Liberas. Het werd ontwikkeld door Josworld en Webdoos naar een concept van Ruben Mantels. Aan de hand van een ‘Atlas’ en een ‘Magazine’ vertelt Liberas Stories de geschiedenis van het liberalisme en worden de collecties van Liberas gepresenteerd. Deze website werd gelanceerd in juni 2021 en is sindsdien verder uitgebouwd.

De inhoud van dit portaal is bestemd voor Liberas’ erfgoedgemeenschap, maar ook voor studenten, onderzoekers en journalisten en voor iedereen die ons erfgoed wil ontdekken. Het is geen catalogus van onze collectie: die vind je op liberas.eu.

Liberas heeft geprobeerd alle rechthebbenden op beeldmateriaal te contacteren. Personen of organisaties die zich alsnog in hun rechten voelen geschaad nemen contact op met Liberas vzw, Kramersplein 23, 9000 Gent.

Alle teksten op deze website mogen hergebruikt worden mits het overnemen van de auteurs- en bronvermelding. Alle opmerkingen met betrekking tot Liberas Stories - vragen, aanvullingen, correcties, suggesties voor nieuwe bijdragen - zijn welkom op info@liberas.eu. 

Volg ons op