Onze website gebruikt cookies om je surfervaring te verbeteren. Om deze website optimaal te gebruiken vragen we je om akkoord te gaan met ons gebruik van cookies.

Ik ga akkoord liever niet.
Voorgesteld

Aan de wieg van de liberale thuiszorg. Edith Devriendt en Solidariteit voor het Gezin

In de geschiedenis van de snelle professionalisering van de thuiszorg in het laatste kwart van de twintigste eeuw, speelt Solidariteit voor het Gezin een sleutelrol. De uitdagingen in die tijd zijn niet min. Vraag is of Solidariteit de structureel verankerde verzuiling die de zorgsector dreigt te hypothekeren zal kunnen overstijgen, misschien zelfs doorbreken.1

Bart D’hondt
19 september 2025

Kleine middenstanders

Niets in haar afkomst laat vermoeden dat Edith Devriendt (1935-2015) ooit een belangrijke rol zal spelen in de vrijzinnige zorgsector. Vader Alois Van Cauwenberge en moeder Anna Van Ryckeghem zijn allebei opgegroeid in kroostrijke landbouwersgezinnen in de brede rand rond Gent (respectievelijk De Pinte en Eke-Nazareth). Diepgelovig katholiek en aartsconservatief, een typevoorbeeld van het patriarchale samenlevingsmodel dat op het Vlaamse platteland floreert en door auteurs als Virginie Loveling (1836-1923) al in pijnlijk detail is beschreven.2

Het boerenleven toont weinig verlokkingen voor vader Alois. Hij breekt met de familietraditie en trekt naar de grote stad om er een nieuw leven te beginnen. Het gezin vestigt zich begin jaren 1930 in de Gentse Ekkergemwijk en start een beenhouwerij op. De eerste jaren overleeft het gezin op het scherp van de snee. Nieuwkomers hebben het in een volkse arbeiderswijk - met een duidelijk eigen profiel en bijhorende ons-kent-onsmentaliteit - zelden makkelijk om te integreren. Na verloop van tijd worden zij desondanks, niet het minst door Alois’ actieve inzet voor het verenigingsleven en zijn deelname aan het lokale sociaal leven in de wijk, gewaardeerde en geliefde inwoners van Ekkergem.

Gezinsuitbreiding

Op 29 december 1935 wordt hun enige dochter geboren. Edith Devriendt groeit op als een kind van de volkswijk, met aan de ene kant de bourgondische levensvreugde van haar vader en aan de andere kant de streng katholieke soberheid van haar moeder. Als dochter van een kleine zelfstandige wordt ze, zodra mogelijk, ingeschakeld in de beenhouwerij, wat haar werkethos en zin voor verantwoordelijkheid bijbrengt. Minder voor de hand liggend, is de schoolkeuze die haar nog steeds diepgelovige moeder voor haar maakt. Ze wordt nog tijdens de oorlog ingeschreven in een katholieke lagere school en verhuist op haar twaalfde naar de humaniora van de zusters van Onze-Lieve-Vrouw-Visitatie. In deze dure eliteschool komt ze terecht tussen de meisjes van stand van de Coupurewijk en behandelt de inrichtende macht haar als een armoedzaaier die er eigenlijk nooit had mogen ingeschreven worden. Ze behaalt haar diploma secundair onderwijs maar houdt er vooral een viscerale hekel aan het katholiek conservatisme en het instituut Kerk aan over.

Zoals velen voor en na haar sluit ze haar jaren in het katholiek onderwijs af als overtuigd vrijzinnige. Ze kiest dan ook niet toevallig voor de opleiding handelswetenschappen aan de Oost-Vlaamse Provinciale Hogeschool in de Savaanstraat. Na twee jaar blijkt echter dat de behandelde materie en daaruit voortvloeiende tewerkstellingspistes niets voor haar zijn en ze breekt die studie af. Een opleiding in de zorgsector spreekt haar meer aan.

Ze zet haar rebelse gedachten tijdelijk opzij en schrijft zich, vooral als tegemoetkoming aan haar ouders, in aan de katholieke verpleegsterschool (het latere Sint-Geertruid) van het algemeen ziekenhuis Maria Middelares. De Cisterciënzerzusters, in Gent beter gekend als de Zusters van de Bijloke, voeren, gelukkig voor Edith, een heel ander beleid dan hun confraters aan de Coupure. Een katholieke opvoeding is hier mooi in evenwicht met een pragmatische no-nonsenseopleiding tot verpleegster, een context waarbinnen ze opleeft en floreert. Ze studeert af in 1956 en kiest als vrijzinnige bewust voor een loopbaan in het Gentse burgerlijk ziekenhuis de Bijloke waar ze ook stage liep.

Verpleegster en sociaal activiste

Het Bijloke-ziekenhuiscomplex herbergt ook het eerste Academisch Ziekenhuis (AZ) en daar wordt Edith Devriendt, onder de vleugels van haar mentor en toenmalige directeur van het AZ, Georges Vandeputte, verantwoordelijk verpleegkundige van de polio-kinderafdeling.3 Ze maakt naam als een uitstekend organisator van haar afdeling en komt intussen - via haar huwelijk in 1959 met de landbouwingenieur Gilbert Devriendt - in het Gentse liberale milieu terecht. Haar echtgenoot volgt haar later in de vele Gentse liberale kringen en organisaties waarvan ze lid wordt en ontpopt zich tot een essentiële steunpilaar in haar verdere loopbaan. Na een financieel moeilijke start, waarin ze haar werk als verpleegster combineert met tal van nevenactiviteiten, wordt ze hoofdverpleegster en adjunct van de directie verpleging in het AZ.

De explosieve groei van het AZ begin jaren 1960, met onder meer de verhuis naar de nieuwe gebouwen op de huidige site aan de De Pintelaan, zorgt voor de onvermijdelijke sociale spanningen en haar voluntarisme brengt haar in de syndicale wereld. Ze richt in 1962 binnen het AZ een afdeling van het liberale Vrij Syndicaat voor het Openbaar Ambt (VSOA) op en wordt syndicaal afgevaardigde. Ze brengt de afdeling tot bloei en bij haar vertrek is meer dan de helft van het gesyndikeerd AZ-personeel lid van het VSOA. In augustus 1968 neemt ze ontslag in het AZ. Ze kiest voor een voltijds beroep als huismoeder en de opvoeding van zoon Erwin. Haar maatschappelijke inzet blijkt echter onblusbaar en ze zoekt een sociaal project waar ze opnieuw de schouders kan onder zetten.

Kiemen van Solidariteit

Edith Devriendt vindt haar roeping binnen de sociale initiatieven van de Partij voor Vrijheid en Vooruitgang (PVV), de huidige Open-Vld. In 1964 is ze op vraag van partijkopstukken Leon De Meyer en Marcel Van Miegroet al betrokken bij de oprichting van een Gents PVV-jeugdhuis en na haar ontslag kiest ze resoluut voor een engagement binnen de vrijwilligerswerking van de liberale zuil. Ze biedt haar diensten aan bij het Brusselse Solidarité familiale - Service d’Aide aux familles à Bruxelles en bouwt samen met Eliane Mayer, Paulette Merchiers-Hallet (echtgenote van Laurent Merchiers, oud-burgemeester van Gent en voormalig minister), Mariette De Smaele-Vandekerckhove (secretaris van de liberale mutualiteit De Voorzorg en medewerkster van Emile Flamant) en Nicole De Meyer een Gentse werking uit. Het organiseren van opleiding en vorming is een eerste noodzakelijke stap. Voor de broodnodige logistieke steun klopt ze aan bij de Amicale des dames libérales de Gand. Deze vrouwenvereniging was in 1906 opgericht met de alomtegenwoordige Alice Buysse als eerste voorzitter en was nauw verbonden met de oud-leerlingenbond van de stedelijke middelbare school voor meisjes, het Institut de Kerchove op de hoek van de Pollepelstraat en de Bagattenstraat.4 Deze organisatie heeft doorheen de jaren de aanzienlijke caritatieve inspanningen van de liberale vrouwenbonden in het Gentse gecoördineerd en ondersteund, en is onder het bestuur van de fine fleur van de Gentse liberale burgerij uitgegroeid tot een dominante speler op het vlak van het Gentse liefdadigheidswerk. Met hun steun vindt de organisatie ook onderdak.

Vanuit een kantoortje in het liberale hoofdkwartier op de Sint-Michielshelling regelt ze de opleiding van Oost- en West-Vlaamse bejaardenhelpsters die onmiddellijk worden ingezet. Haar eerste doelgroep, hoe kan het ook anders in Gent, zijn de kapotgewerkte textielarbeidsters die een (beroeps-)leven lang aan de ‘continu’ hadden gestaan.5 Vijf jaar later stelt ze - nog steeds als vrijwilligster - tachtig bejaardenhelpsters tewerk.

De nood aan verzelfstandiging, structurering en professionalisering dringt zich op. Met Paulette Merchiers-Hallet als eerste voorzitter, Nicole De Meyer als ondervoorzitter en Edith Devriendt als onbezoldigd coördinator en secretaris, wordt eind 1976 de autonome Gentse afdeling onder de naam Solidariteit voor Gezins- en Bejaardenhulp boven de doopvont gehouden.

Nog geen jaar later, in 1977, wordt de afdeling een afzonderlijke vzw met Fernande Fazzi, echtgenote van partijkopstuk Willy De Clercq, als nieuwe voorzitster. Willy De Clercq ontpopt zich in de daaropvolgende jaren tot een van Ediths belangrijkste supporters en beste vrienden. Zijn steun verzekert haar bovendien van de broodnodige erkenning binnen de cenakels van de nationale politiek. Edith Devriendt wordt algemeen secretaris en komt uiteindelijk op de loonlijst te staan.

In de daaropvolgende jaren organiseert ze doorheen geheel Vlaanderen opleidingen voor bejaardenhelpsters en zet Solidariteit op de kaart van de Vlaamse thuiszorg. De onverwacht snelle groei noopt ook tot de aankoop van een eigen pand. De kamertjes in het PVV-hoofdkwartier voldoen niet meer en Solidariteit verhuist in 1978 op haar initiatief naar de Lange Kruisstraat nabij de Sint-Baafskathedraal. In 1979 wordt Solidariteit, gezien het succes en het grote aantal cursisten, uitgebreid met een afdeling thuisverpleging en een eigen poetsdienst. Voor de 156 medewerkers wordt een personeelskader op maat van de toenmalige tewerkstellingspolitiek uitgewerkt. Het ingewikkelde systeem van Tewerkgestelde Werklozen (TTW) en de invulling via het Bijzonder Tijdelijk Kader (BTK) - vanaf 1982 gefaseerd omgezet in het Derde Arbeidscircuit (DAC) - moet zorgen voor een beheersbare personeelskost waardoor ze meer armslag krijgt om haar vzw verder uit te breiden.

Sociaal-liberale politica

Haar engagement en inzet laten intussen ook het bestuur van de Gentse PVV niet onverschillig. Het potentieel electoraal gewicht van Edith Devriendt wordt hoog ingeschat en er wordt haar een actieve loopbaan in de gemeentepolitiek voorgeschoteld. Op vraag van partijpenningmeester en lokale power broker Roger Pernot krijgt ze in 1970 voor het eerst een plaats op de kandidatenlijst voor de gemeenteraadsverkiezingen. Vanop de achtste plaats wordt ze verkozen met 562 voorkeurstemmen. Zo komt ze in nauwer contact met de top van de Gentse liberalen en legt de fundamenten voor een langdurige samenwerking met onder anderen Willy De Clercq, Marcel en Guy Verhofstadt, Guy Schrans, Lucienne Herman-Michielsens, Raoul Wijnakker, André Vanhove, Noël Bouquet en Emile Flamant. Vooral met Flamant, het latere boegbeeld van de liberale mutualiteit, kan ze het uitstekend vinden en geeft ze vorm aan een uitgesproken sociaal-liberalisme binnen de partij.6 Ook Lucienne Herman-Michielsens, met wie ze in de loop der jaren een heel nauwe vriendschapsband ontwikkelt, wordt een enthousiaste compagnon de route.7 Samen werken ze, elk op eigen wijze, aan een versnelde emancipatie van zowel de vrouwen als de sociaal zwakkeren en vullen elkaar daarbij aan als yin en yang.

Wat haar betreft, vinden beide vormen van emancipatie, en niet enkel die van de sociaal zwakkeren, elkaar doelbewust ook binnen de visie van Solidariteit. De medewerksters van Solidariteit bouwen immers zelf een stuk economische onafhankelijkheid op en maken het daarnaast voor zoveel andere vrouwen - binnen het gezin meestal de primaire zorgverlener - mogelijk om buitenshuis werk te zoeken en hun zelfstandigheid te verwerven.8 Herman-Michielsens wordt uiteraard ook geronseld voor het opleidingsprogramma van Solidariteit en verzorgt op vraag van Edith de juridische opleiding van de bejaarden- en gezinshelpers.

Edith Devriendt wordt in 1976 en in 1982 probleemloos herkozen maar na een klacht naar aanleiding van een betwistbare verkiezingsstunt van haar partijgenoot André Vanhove moeten de verkiezingen in 1983 worden overgedaan. Ze wordt door de partij verschoven van de tweede naar de zesde plaats op de lijst en de zoon van Willy De Clercq, Yannick, wordt als nieuwe sterke man naar voren geschoven. Hij behaalt een monsterscore. Edith wordt met 1.823 voorkeurstemmen herkozen maar haar kans op een uitvoerend mandaat als schepen of OCMW-voorzitter is verkeken. Yannick De Clercq wordt schepen, wat leidt tot een ernstige vertrouwensbreuk tussen Edith Devriendt en de familie De Clercq.9 Ze blijft op post als actief gemeenteraadslid tot 1988 maar begraaft in die periode haar politieke ambities, inclusief de meeste bestuursfuncties binnen de verschillende partijorganisaties. Als gemeenteraadslid zetelt ze ook in de raad van bestuur van de Sociale Huisvestingsmaatschappij de Gentse Haard, een mandaat waaraan ze wel vasthoudt: tot 2015 blijft ze ondervoorzitster.

Haar drukke agenda weerhoudt haar niet van een actieve aanwezigheid in het Gentse verenigingsleven. Ze is samen met haar man lid van tal van liberale wijkkringen, waaronder - vanaf de jaren 1960 - prominent die van Ekkergem en van de Brugse Poort (de Liberale Volksvereniging Help U Zelf), en na hun verhuis in de jaren 1970 ook van de PVV-kring 5e Wijk en Centrum, van de PVV-federatie Gent-Eeklo en de kringen Henri Story en Blauw & Vrij.

Ze is uiteraard ook heel aanwezig binnen de liberale vrouwenbeweging, en dit niet enkel in de Damesafdeling van de kringen Paul Van Heuverswyn op Ekkergem en Help U Zelf, maar ook in de PVV-vrouwenfederatie van het arrondissement Gent-Eeklo (waarvan ze anderhalf decennium secretaris is).10 Edith Devriendt vertegenwoordigt Solidariteit in de algemene vergadering van de vzw Liberale Socio-Culturele Werken Filip Van Welden, die de belangen van het Gentse liberale leven behartigt en het patrimonium in de Notarisstraat beheert.

Op nationaal niveau is ze bestuurslid van de PVV- en later VLD-Vrouwen en staat ze Simonne Claes-Van Waes bij bij de oprichting van de Socio-Culturele Vereniging van Vlaamse Liberale Vrouwen. Gezien haar rol in al deze organisaties, is ze gedurende die tijd lid van het uitvoerend comité van de PVV, een bestuurs- en adviesorgaan dat toezicht houdt op het nationale partijbureau en bestaat uit vertegenwoordigers van de grote liberale organisaties.11

Solidariteit wordt volwassen

Solidariteit, vanaf 1988 officieel Solidariteit voor het Gezin, blijft echter het leeuwendeel van haar aandacht en inzet opeisen. De professionalisering van de socialprofitsector neemt hand over hand toe en gaat gepaard met een structureel verankerde verzuiling, wat de efficiëntie niet ten goede komt en een in se nodeloze hypotheek legt op de zorgsector. Ze gaat deze uitdaging niet uit de weg en tilt Solidariteit op een hoger niveau, hierbij gesteund door een nieuwe generatie van jonge medewerkers, onder wie Pol Debrock en haar eigen zoon, Erwin Devriendt.

Om zich staande te kunnen houden tegen de christelijke mastodont die het speelveld domineert, focust ze in de jaren 1980 en 1990 op een doorgedreven convergentie van de verschillende thuiszorgnoden. Ze brengt thuisverpleging, kraam- en gezinszorg, bejaardenzorg en huishoudhulp waaronder poetshulp en karweidienst samen in één structuur en introduceert het principe van de geïntegreerde zorgmodellen in Vlaanderen. Oppashulp, residentiële bejaardenzorg en het beheer van assistentiewoningen vervolledigen in de daaropvolgende jaren het palet. Die aanpak vanuit een zuiver humanistische visie blijkt veel succes te hebben.

De behuizing in de Lange Kruisstraat wordt daardoor opnieuw te krap en Solidariteit, intussen goed voor 729 werknemers, verhuist in 1985 naar een gebouwencomplex in de Tentoonstellingslaan, waaraan later het seniorenverblijf of zorghotel van de Tijgerstraat wordt gekoppeld. Ook dit blijkt onvoldoende en niet altijd even efficiënt te zijn, dus wordt gekozen voor de inrichting van lokale filialen. Oudenaarde komt als eerste aan de beurt, waarna in de volgende twee decennia niet minder dan vijftien afdelingen met een eigen infrastructuur en staf het licht zien.12

De mobiliteit van haar zorgpersoneel wordt intussen verzekerd door het eigen wagenpark: begonnen met een 2-pk’tje eind jaren 1970, bestaat het vijfentwintig jaar later uit meer dan 450 Clio’s.

Haar expertise wordt intussen door de hele sector erkend en gewaardeerd. Het wekt dan ook geen verwondering dat ze wordt uitgenodigd voor de raad van bestuur van het Nationaal Werk voor Kinderwelzijn. Bij de oprichting van Kind en Gezin in 1987 wordt het bestuur, zoals gebruikelijk, netjes volgens de zuilen samengesteld: Edith Devriendt (tot 1992) en Francy Van der Wildt (Socialistische Vooruitziende Vrouwen) worden beiden ondervoorzitter, éminence grise Frans Van Mechelen vertegenwoordigt de christendemocraten in het bestuur. De dagelijkse leiding komt in handen van de jonge christendemocraat Lieven Vandenberghe die het agentschap leidt tot 2007.13

In 1995 kan Edith Devriendt met de formalisering van een vrijwilligerswerking een volgende kaap ronden. Hiervoor wordt een afzonderlijke vzw opgericht die complementair is aan de professionele organisatie en een eigen dynamiek ontwikkelt. Op lange termijn is dit ongetwijfeld een cruciale zet geweest in de groei- en diversificatiestrategie van Solidariteit.

Na enkele moeilijke jaren, met onder meer zware gezondheidsproblemen en een heftige interne tweespalt, neemt de intussen pensioengerechtigde Edith in 2000, uitgeput en enkele illusies armer, ontslag. Een uitgebreide huldiging van Edith Devriendt alsook van de eveneens afscheidnemende voorzitter Fernande Fazzi op 22 januari 2000 in een afgeladen vol Internationaal Congrescentrum in het Gentse Citadelpark, legt balsem op de wonde. Haar erfenis aan de eenentwintigste eeuw bestaat uit een efficiënte en performante zorgorganisatie met intussen meer dan tweeduizend medewerkers. Ze heeft zonder enige twijfel haar stempel op de samenleving gedrukt, heeft haar steen verlegd.

Haar zoon Erwin Devriendt, die van 1994 tot 2000 het voorzitterschap van het OCMW cumuleert met zijn bestuurstaken binnen Solidariteit, volgt haar op als hoofd van de groep Solidariteit voor het Gezin. Nog in 2000 verheft eerste minister Guy Verhofstadt Edith Devriendt tot Officier in de Leopoldsorde. Helemaal afscheid nemen kan uiteraard niet: in hetzelfde jaar wordt ze voorzitter van de raad van bestuur van Solidariteit en blijft dit tot haar overlijden in 2015.

Stichting Edith Devriendt

Binnen de schoot van Solidariteit ziet Edith Devriendt nog ruimte voor bijkomende engagementen. In 2007 richt ze samen met zoon Erwin de Stichting Solidariteit op, die zich in algemene termen wil inzetten voor de ondersteuning en promotie van gezins- en bejaardenhulp, voor de uitbouw van een bijpassende vrijwilligerswerking en het stimuleren van sociale hulpverlening.

In 2009, met nog steeds Edith als voorzitster, worden de doelstellingen grondig bijgestuurd. De Stichting zet zich voortaan in voor de maatschappelijke integratie van mindervalide kinderen en kinderen uit behoeftige gezinnen, die ze via vooral financiële ondersteuning wil stimuleren en helpen om deel te nemen aan sport en cultuur.

De Stichting kent eveneens drie jaarlijkse geldprijzen toe die worden uitgereikt aan studenten verpleegkunde die zich op dit terrein hebben onderscheiden met een origineel initiatief.

Na haar overlijden wordt als eerbetoon de naam gewijzigd in Stichting Edith Devriendt. Palmer Doubel en Erwin Devriendt worden achtereenvolgens voorzitter.

Nadagen

Door de snel verslechterende gezondheidstoestand van echtgenoot Gilbert Devriendt, verhuist het koppel in 2008 naar een serviceflat van Solidariteit in de Tijgerstraat, waar Gilbert in maart 2013 voor euthanasie kiest. Ze komt nooit helemaal over het verlies van haar soulmate heen en herpakt zich slechts moeizaam. Edith overlijdt op 4 september 2015 op 79-jarige leeftijd en wordt na een burgerlijke dienst gecremeerd in Westlede (Lochristi).

Op 11 juli 2016 kent de Vlaamse regering haar postuum het Groot Ereteken van de Vlaamse Gemeenschap toe voor haar innoverende rol in de Vlaamse thuiszorg. Ook Gent vergeet haar niet. De gemeenteraad brengt haar postuum eer op 29 juni 2016 en het park in de nieuw aangelegde woonsite rond het Institut Moderne te Gent (Koningin Fabiolalaan) wordt in 2020 naar haar genoemd.

En Solidariteit? Onder haar zoon is de aanpak al flink gemoderniseerd en is duidelijk geworden dat schaalvergroting de belangrijkste wissel op de toekomst is. De raad van bestuur trekt heel bewust die kaart en realiseert in eerste instantie een aantal belangrijke samenwerkingsverbanden binnen de liberale mutualiteitswereld. Later worden die uitgebreid met de onafhankelijke en neutrale ziekenfondsen. In 2015 verhuist de hoofdzetel van Solidariteit naar gebouwen in de Tramstraat (Zwijnaarde), waar ook de socialistische Bond Moyson (nu Solidaris) is gevestigd.

In 2020 wordt een voorlopig laatste structurele stap gezet met de oprichting van i-mens, een zorgorganisatie waarin de krachten van Solidariteit worden gebundeld met die van de socialistische zuster-vzw Thuishulp.14

Bronnen, noten en/of referenties

1. Over Edith Devriendt en de geschiedenis van Solidariteit voor het Gezin, zie voor de grote lijnen: Hulde Edith Devriendt-Van Cauwenberge. 30 jaar Solidariteit voor het gezin (Gent: Lidas, 2000), Anders bekeken 1977-2007. 30 jaar in solidariteit (Gent: Solidariteit voor het Gezin, 2007) en De ‘andere’ sociale weg (Gent: Solidariteit voor het Gezin ism Liberaal Archief, 2017).

Liberas bewaart een aantal persoonlijke stukken (Archief van Gilbert & Edith Devriendt-Van Cauwenberge, nr. 1578), enkele foto’s en losse dossiers van Solidariteit voor het Gezin. De (regionale) pers en de zuilgebonden (vak)periodieken werden op basis van de gedigitaliseerde collecties overlopen en wat officiële documenten betreft, werd een beroep gedaan op de jaarverslagen van Solidariteit en de akten van de vzw zoals gepubliceerd in de Bijlagen van het Belgisch Staatsblad.

2. Zie onder meer Virginie Loveling, In onze Vlaamse gewesten Gent: Hoste, 1877) en Sophie (Gent: Hoste, 1885).

3. Over het Academisch Ziekenhuis, zie Gita Deneckere, Uit de ivoren toren. 200 jaar universiteit Gent (Gent: Tijdsbeeld, 2017) 118-147.

4. Over Alice Buysse en de Gentse liberale vrouwenorganisaties, zie onder meer: Stefaan De Groote en Bart D’hondt, ‘Alice Buysse. Een leven vol engagement’, in: Het Land van Nevele, XL, nr. 1 (maart 2009),  themanummer.

Liberas, Archief Amicale des Dames libérales gantoises (nr. 1055) en Deelarchief van de Union des Anciennes Elèves de l’Institut de Kerchove (nr. 1807).

5. N. Schoofs, ‘Succestapes. 5000 werknemers, 1000 aanwervingen in 2009’, in: Vacature (22 mei 2010): 18-21.

6. Hilde Demuynck, ‘Processen van machtsbehoud op het micro-politiek vlak: gemeenteraads­ver­kie­zin­gen en gemeentebeleid te Gent 1945-1976’ (licentiaatsverhandeling, RUG, 1985); Erwin Devriendt, ‘Zorg aan de medemens: een intrinsiek sociaal-liberaal verhaal’, in: Huldeboek Emile Flamant (Gent: LSW De Voorzorg, 2011) 97-114.

7. Bart D’hondt Gelijke rechten, gelijke plichten. Een portret van vijf liberale vrouwen (Gent: Liberaal Archief, 1996) 115-148.

8. Annemie Neyts-Uyttebroeck, ‘Dertig jaar liberaal feminisme en Solidariteit voor het gezin’, in: Anders bekeken. Dertig jaar in solidariteit 1977-2007 (Gent, Solidariteit voor het Gezin, 2007) 130-137.

9. Getuigenis van Erwin Devriendt in De ‘andere’ sociale weg (Gent: Solidariteit voor het Gezin ism Liberaal Archief, 2017) 29.

10. In hun gezamenlijk archief bevinden zich lidkaarten van niet minder dan dertig verenigingen (Liberas, Archief van Gilbert & Edith Devriendt-Van Cauwenberge, nr. 1578).

11. Bart D’hondt, Van Andriesschool tot Zondernaamstraat. Gids door 150 jaar liberaal leven in Gent (Gent: Liberaal Archief, 2014).

12. Oudenaarde (1983), Oostende (1984), Erpe-Mere (1988), Lokeren (1988), Aalst (1989), Roeselare (1989), Brugge (1989), Kortrijk (1995), Ninove (1995), Eeklo (1996), Dendermonde (1997), Asse (1999), Brussel (2000), Tienen (2000), Hasselt (2001) en Tongeren (2001).

13. Een gevolg van de staatshervorming van 1980 waardoor de persoonsgebonden aangelegenheden, waaronder gezinsbeleid, aan de gemeenschappen werden overgedragen. In 1984 werd binnen dat kader Kind en Gezin opgericht. Het decreet trad in werking op 29 november 1986, de operationalisering volgde op 1 september 1987.

14. I-mens, ‘Over ons’, 21 december 2020. 

Hoe verwijs je naar dit artikel?

Bart D’hondt, "Aan de wieg van de liberale thuiszorg. Edith Devriendt en Solidariteit voor het Gezin", Liberas Stories, laatst gewijzigd 19/09/2025.
copy url

Colofon

Liberas Stories is een realisatie van cultuurarchief Liberas. Het werd ontwikkeld door Josworld en Webdoos naar een concept van Ruben Mantels. Aan de hand van een ‘Atlas’ en een ‘Magazine’ vertelt Liberas Stories de geschiedenis van het liberalisme en worden de collecties van Liberas gepresenteerd. Deze website werd gelanceerd in juni 2021 en is sindsdien verder uitgebouwd.

De inhoud van dit portaal is bestemd voor Liberas’ erfgoedgemeenschap, maar ook voor studenten, onderzoekers en journalisten en voor iedereen die ons erfgoed wil ontdekken. Het is geen catalogus van onze collectie: die vind je op liberas.eu.

Liberas heeft geprobeerd alle rechthebbenden op beeldmateriaal te contacteren. Personen of organisaties die zich alsnog in hun rechten voelen geschaad nemen contact op met Liberas vzw, Kramersplein 23, 9000 Gent.

Alle teksten op deze website mogen hergebruikt worden mits het overnemen van de auteurs- en bronvermelding. Alle opmerkingen met betrekking tot Liberas Stories - vragen, aanvullingen, correcties, suggesties voor nieuwe bijdragen - zijn welkom op info@liberas.eu. 

Volg ons op