Onze website gebruikt cookies om je surfervaring te verbeteren. Om deze website optimaal te gebruiken vragen we je om akkoord te gaan met ons gebruik van cookies.

Ik ga akkoord liever niet.
Voorgesteld

Nico Gunzburg: man van betekenis

Tijdens zijn lange leven toont Nico Gunzburg zich een man van veel kwaliteiten. Hij is zoon van een joodse familie en komt op jonge leeftijd vanuit Riga naar Antwerpen, waar hij een carrière uitbouwt als advocaat en hoogleraar. Als Vlaamsgezinde liberaal strijdt hij onder andere voor de vernederlandsing van de Gentse universiteit. Tot op hoge leeftijd blijft hij een mentor voor het liberalisme in Vlaanderen.

Peter Laroy
9 september 2025

Portret Nico Gunzburg (uit: Mémorial du centenaire de l'Ordre de Léopold 1832-1932).

Het Volksbelang publiceert in september 1963 een nummer dat is gewijd aan het vijftigjarig bestaan van zijn uitgever, het Liberaal Vlaams Verbond (LVV). De lezer vindt er helemaal achteraan een paginavullende bijdrage van Nico Gunzburg (1882-1984).1 Onder de titel ‘Het echte beeld op het netvlies van het liberalisme’ schetst hij zijn persoonlijke visie op de geschiedenis van het liberalisme in Vlaanderen. De unitaire Liberale Partij is op dat moment volop aan het vervellen, een evolutie die Gunzburg zeer bevalt. Het LVV kan daarin volgens hem een belangrijke rol spelen. Bij de uiteindelijke splitsing van de liberale partij in een Vlaamse en een Franstalige groep worden Gunzburgs woorden bewaarheid.2

Nico Gunzburg komt reeds op jonge leeftijd in kringen van Vlaamsgezinde liberalen terecht. Zijn studies aan het Atheneum in Antwerpen (met als inspiratiebron Pol De Mont) voeren hem naar het terrein van de letterkunde.3 Gunzburg schrijft op jonge leeftijd reeds poëzie. Hij denkt zelfs dat zijn toekomst in het literaire leven ligt, aangezien hogere studies niet voor hem zijn bestemd. Dat schrijft hij tenminste in een brief aan het algemeen bestuur van het Willemsfonds, een organisatie die hem eerder heeft bekroond voor zijn schoolresultaten. Hij vermeldt in dit document zijn eerste werken: gedichten opgenomen in De Limburger en een studie over werk van Multatuli, die hij meteen aanbiedt ter publicatie in het Tijdschrift van het Willemsfonds.4 In die jaren komt hij ook terecht in het Brusselse literaire gezelschap De Distel.5 De leden lezen er eigen stukken voor en houden gesprekken over hun eigen en andere literaire pennenvruchten. Hij wordt er bestuurslid (1904) en ontmoet er mensen als Edward Cooremans (1835-1910) en Jef Mennekens (1877-1943).

In tegenstelling tot wat hij blijkbaar ooit zelf denkt, kan Gunzburg wel hogere studies aanvatten. Als student rechten aan de Université Libre de Bruxelles neemt zijn engagement voor de Vlaamse zaak toe. Hij zet zich in het bijzonder in voor de vernederlandsing van het hoger onderwijs. In 1906 is Gunzburg betrokken bij de oprichting van het Algemeen Vlaamsch Studentenverbond. Deze bond wil, volgens de oprichters, over alle ideologieën heen de Vlaamse zaak centraal stellen. Gunzburg zelf maakt er overigens geen geheim van tot de liberale strekking te behoren. Tijdens de Eerste Wereldoorlog is hij zelfs even in dienst van Paul Hymans (1865-1941). Ook nog in die periode treedt hij toe tot de loge Marnix van St.-Aldegonde én start een carrière als advocaat.6  Op beide vlakken (vrijmetselarij en rechtswezen) promoot hij steeds het Nederlands als voertaal.

Gunzburg is zowel voor als na de Eerste Wereldoorlog prominent aanwezig in debatten en publicaties die ijveren voor een vernederlandste universiteit. Hij toont zich een enthousiast voorstander van de evolutie naar de gedeeltelijke vernederlandsing van de Gentse universiteit in 1923 (de zogenaamde Wet Nolf die voorzag in twee taalsecties). Gunzburg krijgt zelf ook een aantal vakken toegewezen aan de faculteit rechten van de Gentse universiteit. Na de definitieve vernederlandsing (1932) ligt hij in 1936 aan de grondslag van het Instituut voor Criminologie.

Het Liberaal Vlaams Verbond waardeert Gunzburg voor dit thema en geeft hem reeds in 1923 een plaats in de rubriek ‘Mannen van Beteekenis in de Vlaamschgezinde liberale beweging’ in het LVV Maandblad.7

Zijn tegenstrevers weten hem ook te vinden. Gunzburgs joodse afkomst wordt hem meer dan eens aangewreven. Zonder er fanatiek over te zijn, is hij gedurende zijn lange leven actief in joodse liefdadigheidsverenigingen en andere organisaties.8 Zijn bekendheid als vrijmetselaar en zijn keuze voor het liberalisme maken hem vooral in de jaren 1930 tot een mikpunt van spot in de bladen van de Nieuwe Orde-bewegingen. Hier Dinaso (blad van het Verdinaso) heeft het in 1933 (!) over ‘die ander pretentieuze en belachelijke Jood Nico Gunzburg’ en vindt het ‘wraakroepend hoe aan de Hollandsche en Vlaamsche universiteiten talrijke Joden doceeren en aldus aan flinke Dietsche krachten verhinderen zich te ontplooien’.9

Volk en Staat (krant van het Vlaamsch Nationaal Verbond) laat zich in juni 1938 in gelijkaardige bewoordingen uit. Op de frontpagina bloklettert het “Geen vreemdelingen aan het hoofd onzer kultuurinrichtingen.” Gunzburg is een van de kandidaten voor het rectorschap van de Gentse universiteit. Dat hij het uiteindelijk niet haalt verheugt de Vlaams-nationalisten:

‘Voor elken Vlaming staat het als een paal boven water: Prof. Ginzburg moge noch zoo geleerd zijn, of getooid wezen met allerlei deugden, b.v. die van de bescheidenheid (hm) maar als rektor te Gent is hij onaanvaardbaar! Omdat op die plaats alleen iemand kan staan, die door en door vergroeid is met onze volksgemeenschap. Prof. Gunzburg nu behoort tot een andere volksgemeenschap dan de onze: de Joodsche’.10

De Aula van de Gentse universiteit in de Voldersstraat op een postkaart vóór de Eerste Wereldoorlog. 

Het is een merkwaardige vaststelling dat Gunzburg, die zich zo heeft ingezet voor een universiteit in de eigen taal van de Vlamingen, op deze manier wordt beschimpt. Het is een illustratie van de maatschappelijke sfeer in de vooroorlogse jaren tegenover joodse medeburgers, onder meer onder druk van de internationale situatie.11 Het illustreert ook in een bredere context hoe voorstanders van de liberale waarden in de verdrukking komen.

Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog ontsnapt Gunzburg aan de bezetting. Hij verblijft in Brazilië en de Verenigde Staten. Na de oorlog keert hij terug. De organisaties die de wederopstanding van het liberalisme in Vlaanderen gestalte geven (vooral het Liberaal Vlaams Verbond en de liberale studentenbeweging) nodigen de hoogleraar graag uit op hun activiteiten. Ook bij enkele afdelingen van het Willemsfonds en op de jaarlijkse algemene vergadering van 1948 is Gunzburg te gast. Hij spreekt er over de actuele internationale situatie en over onderwerpen als vaderlandsliefde en bestraffing van oorlogsmisdaden. Gunzburg publiceert verder over diverse thema’s in de Vlaamse liberale kranten (Het Laatste Nieuws, De Nieuwe Gazet) en periodieken (De Vlaamse Gids). Het Liberaal Vlaams Verbond zet hem in 1952 (zijn zeventigste verjaardag) in de bloemetjes voor zijn inzet voor de vernederlandsing van het hoger onderwijs en stelt: ‘Vergeten wij vooral niet, dat prof. Ginzburg, een medestander is, op wie steeds beroep kan worden gedaan’.12

Meer dan 10 jaar later (Gunzburg is intussen ouder dan 80 en verbleef enkele jaren in Indonesië) maakt hij  een scherpe analyse van het liberalisme in Vlaanderen. Over de oprichters van het Liberaal Vlaams Verbond schrijft hij:

’t Waren Klauwaerts die niet sterven wilden als geestelijk uitgemergelde kerkratten noch als taalverbasterde slipdragers van de trotse echte baronnen of katoenbarons die allen Vlaamshaters waren, of van de “seigneurs van de haut commerce”, die weleens schijnheilige papenvreters waren en regelmatig in de processie wandelden. Dat vereiste moed en veel toewijding. Ontstaan uit verontwaardiging en strijdinstinkt heeft de nieuwe groep na enige tijd ook meer dan één franskiljon bekeerd.

Vervolgens schetst hij uitgebreid hoe het liberalisme zich tegenover de taalstrijd heeft verhouden gedurende de lange negentiende eeuw. Zo komt hij uiteindelijk terecht in de tijd waarin hij als liberaal Vlaamsgezinde student zijn engagement heeft opgenomen. Hij verhult niet dat veel Vlaamsgezinde liberalen het onder de druk van de Franstaligen binnen de eigen partij lastig zijn gemaakt. Vaak hebben zij het gevoel gehad ‘dat zij in een soort van limbus puerorum zweefden, zoals de zielen van de kindertjes die in de staat van erfzonde gestorven, niet in de hemel mogen binnentreden, tot de dag van het Laatste Oordeel.’

De oprichting van het Liberaal Vlaams Verbond is volgens hem ook een noodzaak maar lag zeker niet zomaar voor de hand: ‘Het bleef een liberale sektor. Solfergranaten bezwangerden de lucht bij de eerste vergaderingen. Neem de liberale bladen van die tijd, en gij zult eruit gewaar worden dat een felle wind waaide. Maar zoals de beelden, die eerst omgekeerd op ons netvlies verschijnen, vanzelf verbeterd worden en het echte beeld doen zien, zo werd stilaan het beeld van het L.V.V. zonneklaar als een onmisbaar element van het verjongde liberalisme in het Vlaamse land.

De negentigste verjaardag van Gunzburg wordt door zijn vrienden nog uitvoerig gevierd. In 1974 krijgt hij tot zijn grote vreugde nog een bevordering tot officier in de Leopoldsorde. De daaropvolgende jaren volgen nog diverse andere onderscheidingen. Zo huldigt het LVV hem in 1983 voor zijn vijftigjarig lidmaatschap.

Nico Gunzberg overlijdt op 5 maart 1984.

Naschrift

Leven, werk en betekenis van Nico Gunzburg vormde de voorbije jaren het onderwerp van een onderzoek door prof. dr. Marc Cools (UGent, 1962-2025), wat leidde tot de publicatie van het boek Nico Gunzburg. Een vooraanstaande personaliteit13 (Antwerpen/’s Hertogenbosch, 2025). Het stond gepland om de auteur te vragen om, naar aanleiding van zijn boek, een tekst te bezorgen voor Liberasstories met vooral aandacht voor Gunzburgs inzet voor het liberalisme in Vlaanderen. Marc Cools is echter, enkele weken na de publicatie van dit boek, op 10 juni 2025 overleden.

Dit stuk is geschreven ter ere van het vele werk dat hij voor de biografische studie heeft verricht, met hem in gedachten.

Bronnen, noten en/of referenties

1. Het Volksbelang, 7 oktober 1963. De tekst verscheen opnieuw in Het Volksbelang van november 1988.

2. Gunzburg verwijst hiermee naar de omvorming van de oude Liberale Partij tot Partij voor Vrijheid en Vooruitgang - Parti de la Liberté et du Progrès (PVV-PLP), zie: Peter Laroy (2023). ‘Liberale partij’. In: Encyclopedie van de Vlaamse beweging. 2023. 

3. Pol de Mont (1857-1931) was een Vlaamse schrijver en dichter. Hij gaf jarenlang les aan het Atheneum van Antwerpen, waar hij een generatie Vlaamsgezinden beïnvloedde. Voor de Eerste Wereldoorlog gold De Mont als een prominente stem binnen het Vlaamsgezinde en progressief-liberale milieu in Antwerpen. Tijdens de oorlog schoof hij, zoals vele progressieve liberalen in de Scheldestad, dicht aan tegen het activisme.

4. Archief Willemsfonds Algemeen Bestuur, OWF / B / 2.107.877. Brief van Gunzburg, Niko (Antwerpen) aan Willemsfonds, 06.01.1900. Wellicht gaat het om dit blad. De studie over Multatuli verschijnt niet in het Tijdschrift van het Willemsfonds.

5. “Een actieve, overwegend liberale Vlaamsgezinde kring,” aldus Ruben Mantels (2023), Machteld De Metsenaere (1998), ‘De Distel’, in: Encyclopedie van de Vlaamse beweging (2023).

6. Marc Cools, Nico Gunzburg. Een vooraanstaande personaliteit, (Antwerpen/’s Hertogenbosch: Gompel en Svacina, 2025), 167.

7. LVV Maandblad, 15 december 1923.

8. Marc Cools, Nico Gunzburg. Een vooraanstaande personaliteit, 115: “We stellen vast dat hij toch wel steeds oog heeft gehad voor het jodendom, de ‘joodse zaak’ en het land Israël.” Cools vermeldt ook een merkwaardig stuk in De Blauwe Vaan (december 1929).

9. Hier Dinaso, 25 november 1933 en 30 december 1933.

10. Volk en Staat, 10 juni 1938.

11. Zie ook: Lieven Saerens, Vreemdelingen in een wereldstad. Een geschiedenis van Antwerpen en zijn joodse bevolking (1880-1944), (Tielt: Lannoo, 2000) 800.

12. Het Volksbelang, 4 oktober 1952, 11 oktober 1952, 25 oktober 1952.

13. Marc Cools, Nico Gunzburg. Een vooraanstaande personaliteit, (Antwerpen/’s Hertogenbosch: Gompel en Svacina, 2025).

Hoe verwijs je naar dit artikel?

Peter Laroy, "Nico Gunzburg: man van betekenis", Liberas Stories, laatst gewijzigd 19/09/2025.
copy url

Colofon

Liberas Stories is een realisatie van cultuurarchief Liberas. Het werd ontwikkeld door Josworld en Webdoos naar een concept van Ruben Mantels. Aan de hand van een ‘Atlas’ en een ‘Magazine’ vertelt Liberas Stories de geschiedenis van het liberalisme en worden de collecties van Liberas gepresenteerd. Deze website werd gelanceerd in juni 2021 en is sindsdien verder uitgebouwd.

De inhoud van dit portaal is bestemd voor Liberas’ erfgoedgemeenschap, maar ook voor studenten, onderzoekers en journalisten en voor iedereen die ons erfgoed wil ontdekken. Het is geen catalogus van onze collectie: die vind je op liberas.eu.

Liberas heeft geprobeerd alle rechthebbenden op beeldmateriaal te contacteren. Personen of organisaties die zich alsnog in hun rechten voelen geschaad nemen contact op met Liberas vzw, Kramersplein 23, 9000 Gent.

Alle teksten op deze website mogen hergebruikt worden mits het overnemen van de auteurs- en bronvermelding. Alle opmerkingen met betrekking tot Liberas Stories - vragen, aanvullingen, correcties, suggesties voor nieuwe bijdragen - zijn welkom op info@liberas.eu. 

Volg ons op