Onze website gebruikt cookies om je surfervaring te verbeteren. Om deze website optimaal te gebruiken vragen we je om akkoord te gaan met ons gebruik van cookies.

Ik ga akkoord liever niet.
Perspectief

Ruim 200 jaar muziek in Wetteren

Muziek kleurt het leven. Talrijke mensen zijn dan ook actief in lokale muziekverenigingen zoals harmonieën, fanfares en brassbands. Zowat elke gemeente heeft wel een muziekvereniging die het openbare leven opfleurt. Vooral in de negentiende eeuw is het culturele leven sterk verzuild, met rivaliserende liberale, katholieke en soms socialistische verenigingen. Dat leidt geregeld tot hoogoplopende conflicten, maar even vaak gaat het lokale leven zijn gang zonder dat ideologie een rol speelt. In Wetteren gaat de geschiedenis van Harmonie Les Bons Vivants terug tot het einde van de achttiende eeuw.

Kim Descheemaeker
4 februari 2022

‘voor den luyster van het Genootschap’

Al in de laatste jaren van de achttiende eeuw verschijnen de eerste harmonieën en fanfares in de Zuidelijke Nederlanden op het toneel. Deze ontstaan in de grotere kernen in de regio van de Schelde en Dender, en verspreiden zich van daaruit verder over het land. Het is dan ook niet verwonderlijk dat in Wetteren al heel vroeg een harmonie ontstaat. Al in 1798 is er sprake van een gezelschap van muzikanten waarop de gemeente een beroep doet. In de Franse tijd, op 24 Thermidor An XII (12 augustus 1804) wordt de eerste harmonie van de gemeente officieel boven het doopvont gehouden. De Société des Mélomanes, voorloper van Harmonie Les Bons Vivants, ziet het levenslicht. De stichtingsakte wordt door niet minder dan vierenzestig personen ondertekend. De huidige benaming ‘Les Bons Vivants’ is oorspronkelijk een spotnaam, omwille van de feestmaaltijden waaraan de leden zich tegoed doen. De spotnaam wordt echter met plezier aanvaard en vervangt geleidelijk aan de oude benaming Les Mélomanes. Op de vlag van de muziekmaatschappij wordt in 1843 dan ook met veel trots ‘Les Bons Vivants’ geborduurd.

Les Bons Vivants treedt in december 1804 voor het eerst in het openbaar op ter gelegenheid van de terugkeer van de liberale burgemeester Charles Joseph François Vilain XIIII uit Parijs, waar hij de kroning van keizer Napoleon heeft bijgewoond. Van dan af begeleidt de muziekmaatschappij geregeld evenementen en feestelijkheden in Wetteren en de omliggende gemeenten. In 1809 doet ze voor het eerst mee aan een gewestelijke prijskamp, waar ze helaas niet wint. Toch legt de deelname aan prijskampen de muziekvereniging geen windeieren: de prominenten van de gemeente beschouwen dit als een mooie gelegenheid om prestige te verwerven, en sluiten zich massaal aan als erelid.

Tien jaar na haar eerste poging, slaagt Les Bons Vivants erin om op een muzikale prijskamp de eerste prijs te behalen. Ook het jaar nadien valt haar een gouden medaille te beurt. Dat inspireert de muziekmaatschappij om zelf een muziekwedstrijd te organiseren, die in 1821 plaatsvindt. Er doen zes gemeentelijke muziekverenigingen mee, die feestelijk onthaald worden. Uiteindelijk wint de harmonie van Oostakker de wedstrijd. Door de ontwikkeling van het spoorwegennet kan Les Bons Vivants vanaf het midden van de negentiende eeuw naam maken op concerten en muziekwedstrijden overal te lande. De muzikanten trekken naar Oostende, Blankenberge en Heist, maar spelen ook in de Zoo van Antwerpen, op de Wereldtentoonstelling van 1885 in diezelfde stad, in Namen, Gent, Mechelen enzovoort.

Met beide voeten in de samenleving

De harmonie is nauw verweven met het ruime sociale leven in de gemeente. Vanuit een burgerlijke reflex bekommert de vereniging zich om het lot van de minderbedeelden. Als gevolg van mislukte aardappeloogsten en door enkele epidemieën heeft de lokale bevolking het immers niet gemakkelijk. Les Bons Vivants organiseert daarom tussen 1843 en 1854 bijna jaarlijks een liefdadigheidsconcert. Speciaal voor deze concerten wordt er samengewerkt met begenadigde muzikanten uit andere gemeenten. Ook tijdens de opening van een tentoonstelling ten voordele van de oprichting van een ‘nijverheids-gesticht voor de arme jongelingen’ wordt een benefietoptreden georganiseerd.

Tot midden negentiende eeuw blijkt uit de activiteiten en verslagen van Les Bons Vivants weinig ideologische betrokkenheid, hoewel er samenwerkingen zijn met andere liberale kringen. Daar komt in 1873 verandering in, met perikelen rond de voorzittersverkiezingen. Voor de stemming is een uitzonderlijk groot aantal leden opgedaagd; niet minder dan negentig leden zijn aanwezig. Hoewel in het reglement is opgenomen dat de leden van de harmonie zich binnen de vereniging ver weg van de politiek moeten houden, blijkt het moeilijk om de politieke realiteit op afstand te houden. In een periode dat de spanningen tussen de katholieken en liberalen op alle maatschappelijke vlakken toenemen, wordt na een zeer woelige bijeenkomst baron Amédée van Pottelsberghe de la Potterie met 52 stemmen tegen 34 verkozen. Zijn tegenstander die het onderspit delft, is voormalig ondervoorzitter Constant Van Cromphaut, stichter van de Katholieke Kring in Wetteren. Tot diens frustratie wordt hij bovendien ook niet als ondervoorzitter of zelfs maar als bestuurslid herkozen. Uit protest richt Van Cromphaut kort daarop een nieuwe, katholieke harmonie op in Wetteren onder de naam harmonie Sint-Cecilia, en verlaten een aantal muzikanten en ereleden Les Bons Vivants. Bovendien ontneemt het katholieke gemeentebestuur het daaropvolgende jaar alle subsidies aan de harmonie, om ze toe te kennen aan de nieuwe, katholieke muziekvereniging. In de jaren 1860 en 1870 zijn dergelijke scheuringen en nieuwe stichtingen van muziekmaatschappijen een veel voorkomend fenomeen door de scherpe tegenstellingen tussen liberalen en katholieken in die periode. Als gevolg van de Schoolstrijd (1879-1884) neemt dit aantal nog verder toe vanaf eind jaren 1870.

Een uitloper van het conflict in Wetteren bereikt ook de Provincieraad van Oost-Vlaanderen. Wanneer katholiek raadslid Gustave Mussely voorstelt om subsidies aan teken- en muziekacademies toe te kennen, komt al gauw aan de oppervlakte dat hierbij de overwegend katholieke gemeentebesturen op het platteland katholiek muziekonderwijs en katholieke muziekverenigingen steunen. Liberaal raadslid Henri De Brouckère reageert hier in 1874 op door de subsidie aan de Wetterse muziekvereniging Sint-Cecilia in vraag te stellen. Hij leidt het politieke karakter van de vereniging af uit de vaststelling dat alle zeven katholieke gemeenteraadsleden er lid van zijn en dat de vereniging in haar subsidieaanvraag bovendien haar politieke aanhankelijkheid benadrukt. Hoewel Mussely dit niet ontkent, wordt de subsidie toch toegekend. De liberale vereniging Les Bons Vivants maakt onder dergelijk beleid geen kans op een financieel duwtje in de rug.

Spijs, drank en vertier

Ondanks de scherpere ideologische tegenstellingen en het conflict met het katholieke gemeentebestuur, blijkt er in de dagelijkse werking van de harmonie weinig te veranderen. ‘Plezier’ is nauw verbonden met haar bestaansreden. Zoals vermeld, doen de leden zich graag tegoed aan uitgebreide feestmaaltijden. Vooral de jaarlijkse Sint-Ceciliafeesten, ter ere van de patroonheilige van de muzikanten, zijn bij uitstek hét moment om plezier te maken. Ook liberale muziekmaatschappijen blijven meestal vasthouden aan deze traditie.

Voor Les Bons Vivants bestaat het programma van het jaarlijkse Sint-Ceciliafeest steevast uit een misviering, een drankje en een babbel in een herberg, en ’s avonds een diner voor de leden en hun echtgenotes. Omdat er verschillende herbergiers lid zijn van de harmonie, wordt steeds geloot in welke herberg het bier gedronken wordt.

Brief met de toelating om zich voortaan ‘Koninklijk’ te mogen noemen, 6 juli 1904.

In 1904 viert Les Bons Vivants haar honderdjarige bestaan met een uitgebreid programma dat niet minder dan vier dagen in beslag neemt. Voortaan mag de muziekmaatschappij het predicaat ‘Koninklijk’ dragen. De festiviteiten worden afgetrapt met kanonschoten, voortgezet met een muzikale optocht door het centrum, een buitengewoon concert, een groot bal en banket, en afgesloten met wederom een muzikale optocht. De spelende leden die al langer dan vijfentwintig jaar lid zijn van de harmonie worden gevierd. Opmerkelijk is dat tijdens het Ceciliafeest datzelfde jaar voor het eerst geen mis meer wordt gehouden. De rest van het programma blijft behouden, en op het banket zijn niet minder dan 133 leden aanwezig.

Feest en vreugde na de Eerste Wereldoorlog

Tijdens de Eerste Wereldoorlog verbiedt de Duitse bezetter in veel gemeenten feestelijkheden, muzikale optochten, repetities en samenscholingen op straat. Bovendien worden heel wat koperen instrumenten opgeëist voor de wapenindustrie. Net als het muziekverenigingsleven in het algemeen, valt ook de werking van de Koninklijke Harmonie Les Bons Vivants stil. In 1919 komen er opnieuw veertien muzikanten samen onder leiding van Benjamin Van Belleghem en Jan De Schaepmeester om de muziekvereniging nieuw leven in te blazen. In juni van dat jaar wordt een concert opgevoerd, met lichte dansmuziek. De daaropvolgende jaren kan de muziekvereniging haar werking weer opbouwen. Er worden opnieuw verschillende concerten per jaar gespeeld en deelgenomen aan wedstrijden in onder meer Gent, Blankenberge, Aalst en Ledeberg. Ook op de Gentse Floraliën van 1925 is Les Bons Vivants van de partij, met een concert dat veel bijval oogst. Bij sociale gelegenheden, zoals een eeuwfeest, een huwelijk, stoeten, de kermis, enzovoort wordt er eveneens gemusiceerd. Wanneer de Ronde van Vlaanderen in 1928 voor het eerst zijn aankomst heeft in Wetteren, wordt deze uitbundig verwelkomd met muziek en drank. Les Bons Vivant speelt aan ‘den arrivée’.

Groepsfoto van de Vlaamse kermis op het kasteel De Vijvers bij het café van Les Bons Vivants, ca. 1930-1939. 

Uit de verslagen kunnen we opmaken dat het Ceciliafeest in deze periode geleidelijk verschuift van een eet- en drankfestijn naar een feest met meer kunstzinnige ambities. Waar in de negentiende eeuw vooral aandacht werd geschonken aan de locatie voor spijs en drank, vloeit in de verslagboeken uit de twintigste eeuw meer inkt over het concertprogramma. In 1925 wordt het Ceciliaconcert zelfs speciaal opgevoerd om geld in het laatje van de vereniging te brengen. Daarvoor wordt, zoals al jarenlang het geval was, samengewerkt met het liberale toneelgezelschap Met Tijd & Vlijt. Traditiegetrouw wordt het Ceciliafeest de week nadien voortgezet met een stoet langs de cafés van alle herbergiers die lid zijn van de vereniging en het obligate banket.

In woelige wateren

Ondanks de succesvolle concerten en publieke optredens krijgen harmonieën en fanfares het vanaf de eerste helft van de twintigste eeuw moeilijk door de tijdsgeest en de toenemende mogelijkheden om de vrije tijd in te vullen. Al in 1921 wordt in de verslagen van Les Bons Vivants melding gemaakt van een beperkte opkomst van de leden. Rond het begin van de jaren 1930 treedt er een echte malaise op. In zijn toespraak van 15 mei 1936 klaagt voorzitter Gaston Liebaert erover dat sommige muzikanten slechts sporadisch of zelfs niet meer komen opdagen. Dit is een algemeen probleem waar alle harmonieën en fanfares mee te kampen krijgen. Steeds meer muzikanten laten de muziekverenigingen voor wat ze zijn en kiezen een andere tijdsbesteding. De uitstroom wordt bovendien niet opgevangen door een nieuwe instroom omdat de jeugd zich niet langer aangetrokken voelt tot de harmonieën en fanfares. De overheid probeert het tij te keren door wedstrijden te subsidiëren, terwijl ook de steden hun steentje bijdragen door festivals te organiseren. Het mag echter weinig baten en ook Les Bons Vivants kent in die periode haar dieptepunt. De toekomst van de harmonie wordt ernstig in vraag gesteld en de voorzitter en ondervoorzitter bieden zelfs hun ontslag aan. De algemene vergadering aanvaardt dit niet en kan zo een opheffing van de muziekvereniging voorkomen.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog ligt de werking van de harmonie net als tijdens de Eerste Wereldoorlog volledig stil. Enkele leden laten tijdens de oorlog het leven. Toch wordt al op 8 oktober 1944 opnieuw vergaderd en enkele dagen later vindt de eerste repetitie plaats met veertien muzikanten. De repetities moeten weldra weer stopgezet worden door de beschietingen met V-bommen en het ontbreken van talrijke muzikanten. Maar in de zomermaanden van 1945 kan Les Bons Vivants opnieuw echt van wal steken. Op de nationale feestdag wordt een Vlaamse kermis georganiseerd in het domein De Vijvers, druk gefrequenteerd door de Britse en Canadese soldaten die in de buurt zijn gelogeerd. In het teken van ‘V-Day’ en de vreugde om de herwonnen vrijheid, worden deze dagen een nooit verwacht financieel succes voor de harmonie. Ze haalt zo voldoende financiële middelen op om haar werking weer op te bouwen. Het tempo van de uitstappen en concerten herneemt jaar na jaar: er worden uitstappen georganiseerd naar de Floraliën, de kust, Namen en Dinant, en er wordt opgetreden in stoeten, op handelsforen en zo meer.

Het blijkt echter moeilijk om de jaren na de Eerste Wereldoorlog te evenaren. De financiële toestand is vaak penibel en het aantal spelende leden blijft beperkt. Het is moeilijk om nieuwe muzikanten aan te trekken, én om hen ertoe te bewegen de repetities regelmatig bij te wonen. In 1947 telt de muziekmaatschappij nog steeds slechts dertig muzikanten. Toch geeft men de moed niet op. De leden worden aangespoord om nieuwe leden aan te dragen en de activiteiten worden meer divers. In 1951 wordt bijvoorbeeld samengewerkt met het Willemsfonds Wetteren om een Peter Benoitavond te organiseren met muziek van en een lezing over de componist. De avond blijkt een groot succes. Daarnaast wordt ook het repertoire vernieuwd en wordt er ‘gedurfde moderne muziek’ in het programma opgenomen.

1954 vormt opnieuw een groot feestjaar voor de harmonie, die haar honderdvijftigjarige bestaan viert. Het jaar kent een heuse feestkalender met een tentoonstelling, lezing, jubileumconcert, ontvangst op het gemeentehuis, banket, zomerconcerten, muziekfestival en vlaggenoptocht, feestzitting, kermisconcert en jubileumbal. Maar ondanks het prachtige feestjaar gaat het Les Bons Vivants niet voor de wind. De financiële situatie is penibel. Het blijft moeilijk om de muzikanten te motiveren om op de repetities aanwezig te zijn en ook enkele bestuursleden worden lakser. Dit leidt tot conflicten en zelfs de uitsluiting van twee muzikanten die het al te bont maken.

Een nieuwe start?

In 1966 neemt Maurice Bracke na het overlijden van de voormalige voorzitter deze functie op zich. Dit zorgt voor een nieuw elan. Het aantal concerten wordt weer verhoogd en het aantal muzikanten groeit aan tot een veertigtal. Er worden minder wedstrijden georganiseerd, wat Les Bons Vivants er niet van weerhoudt om nog steeds op verplaatsing te musiceren. Gezelligheid en vriendschappelijkheid zijn daarbij het ordewoord. Sinds enkele jaren wordt een paar keer per jaar bij bestuursleden en sympathisanten gerepeteerd. Deze avonden groeiden steeds uit tot gezellige bijeenkomsten tot in de late uurtjes.

In het kader van Duizend Jaar Wetteren wordt op 26 april 1981 een groot muziekfestival georganiseerd op de Markt, een samenwerking van de Wetterse harmonieën Les Bons Vivants, De Zon, Ste-Anna en de muziekvereniging Volksopbeuring. Les Bons Vivants voert enkele moderne werken uit. De feestelijkheden bereiken een hoogtepunt met de gezamenlijke uitvoering door alle Wetterse muziekverenigingen van de mars Wetteren-Duizend, die speciaal voor de gelegenheid gecomponeerd is. Het samenspel leidt tot een prachtig resultaat. Dat jaar vindt er ook een muziekfestival plaats in Wetteren, waar muziekkorpsen uit de wijde omtrek aan deelnemen. Les Bons Vivants is zeer tevreden over haar passage en maakte gewag van ‘een vlijend succes’.

Ook in 1987 wordt deelgenomen aan een groots evenement van de stad Wetteren. Dat jaar vormt een echt feestjaar ter gelegenheid van 175 jaar brandweer, 150 jaar spoorwegen en 150 jaar Jan Broeckaert. Les Bons Vivants geeft het beste van zichzelf tijden een smaakvol concert midden in een bloementapijt, met een wandelconcert en met een gezamenlijk optreden van de muziekverenigingen als apotheose. Maar ook het gewone programma wordt niet uit het oog verloren. De harmonie geeft haar traditionele lenteconcert, kermisconcert, herfstconcert en Ceciliafeest, en verzorgt een aperitiefconcert.

Nog in de jaren 1980 zijn er verschillende muziekverenigingen actief in Wetteren. Maar door de afnemende populariteit en door de geleidelijke ontzuiling van de maatschappij zien veel culturele verenigingen zich genoodzaakt om de werking stop te zetten of te fuseren. Daarbij verdwijnt vaak de band met een ideologische zuil.

Hoewel Les Bons Vivants zich zelden sterk ideologisch positioneerde, blijft de ideologische band er iets langer behouden bij monde van de voorzitter. Wanneer Maurice Bracke in 2002 overlijdt, wordt Reine De Coninck, die voor de liberale partij politieke actief is, op vraag van het bestuur de nieuwe voorzitter. Onder haar voorzitterschap viert Les Bons Vivants in 2004 haar tweehonderdjarige bestaan. Ook anno 2021 is de harmonie nog steeds actief. Onder leiding van dirigent Freddy Couché geven een veertigtal muzikanten het beste van zichzelf. Nog steeds wordt jaarlijks een Ceciliaconcert georganiseerd. Begin éénentwintigste eeuw is de muziekvereniging niet zo groot als op haar hoogtepunt in de negentiende eeuw, maar laat Les Bons Vivants nog steeds van zich horen.

Bronnen, noten en/of referenties

Dit artikel is een herwerkte versie van Kim Descheemaeker, ‘Er zit muziek in… Het archief van Harmonie Les Bons Vivants Wetteren (1804-2010) in Liberas’, in: Vlaamse Stam, nr. 2 (2020): 154-165.

Liberas, Archief Les Bons Vivants (archief nr. 784).

Elisabeth Bruyneel, ‘Gouden tijden en zwarte dagen. Ontstaan en evolutie van blaasmuziekverenigingen’, in: Elisabeth Bruyneel, e.a., Veel volk verwacht. Populaire muziekcultuur in Vlaams-Brabant sinds 1800 (Leuven: Peeters, 2012).

Robert H. Coolen, De Koninklijke Harmonie Les Bons Vivants: … als een blauwe draad doorheen het tijdsbeeld… (Wetteren: Cultura, 1994).

[Arnold De Coninck], Doorheen de Geschiedenis van de Koninklijke Harmonie “Les Bons Vivants”. Honderdvijftigjarig Jubileum 1804-1954 (Wetteren: 1954).

Griet Lemmens, ‘Muziekverenigingen in Brabant tijdens de 19e eeuw’ (onuitgegeven licentiaatsverhandeling KU Leuven, 1999).

Tony Valcke, ‘Gustave Mussely’, in: Tony Valcke, Jasmien Van Daele, Nico Wouters, De fonteinen van de Oranjeberg. Politiek-institutionele geschiedenis van de provincie Oost-Vlaanderen van 1830 tot nu. Deel 3 ‘Met gezag bekleedt’. Biografieën van de negentiende-eeuwse beleidsmakers (Gent: Provincie Oost-Vlaanderen en Academia Press, 2001) 395.

Hoe verwijs je naar dit artikel?

Kim Descheemaeker, "Ruim 200 jaar muziek in Wetteren", Liberas Stories, laatst gewijzigd 21/03/2024.
copy url

Colofon

Liberas Stories is een realisatie van cultuurarchief Liberas. Het werd ontwikkeld door Josworld en Webdoos naar een concept van Ruben Mantels. Aan de hand van een ‘Atlas’ en een ‘Magazine’ vertelt Liberas Stories de geschiedenis van het liberalisme en worden de collecties van Liberas gepresenteerd. Deze website werd gelanceerd in juni 2021 en is sindsdien verder uitgebouwd.

De inhoud van dit portaal is bestemd voor Liberas’ erfgoedgemeenschap, maar ook voor studenten, onderzoekers en journalisten en voor iedereen die ons erfgoed wil ontdekken. Het is geen catalogus van onze collectie: die vind je op liberas.eu.

Liberas heeft geprobeerd alle rechthebbenden op beeldmateriaal te contacteren. Personen of organisaties die zich alsnog in hun rechten voelen geschaad nemen contact op met Liberas vzw, Kramersplein 23, 9000 Gent.

Alle teksten op deze website mogen hergebruikt worden mits het overnemen van de auteurs- en bronvermelding. Alle opmerkingen met betrekking tot Liberas Stories - vragen, aanvullingen, correcties, suggesties voor nieuwe bijdragen - zijn welkom op info@liberas.eu. 

Volg ons op