Marthe Boël wordt in 1934 voorzitter van de Nationale Vrouwenraad. Ze wordt als voorzitter bij de NFLV opgevolgd door Emilie Speth, die - vanuit dit voorzitterschap - Jane Brigode en Georgette Ciselet lanceert in de Liberale Partij. In 1937 wordt Jane Brigode zelfs ondervoorzitter van de partij waardoor ze tijdens de Tweede Wereldoorlog, als waarnemend voorzitter, de partij clandestien door de woelige oorlogsjaren leidt. Haar eis voor algemeen stemrecht voor vrouwen bergt ze evenwel nooit op. Dankzij de status van Jane Brigode als heldin van twee oorlogen wordt het vrouwenstemrecht in 1947 opgenomen in het programma van de Liberale Partij. In 1948 is het stemrecht en dus de eis ‘één vrouw, één stem’ een feit. Op dat moment is Georgette Ciselet strijdbaar voorzitster van de NFLV.
Begin jaren 1960 ziet Willy De Clercq, ondervoorzitter van de partij, de Nationale Federatie van Liberale Vrouwen echter tanen. In 1965 vraagt hij de Gentse Lucienne Herman-Michielsens (1926-1995) om voorzitster te worden van de juridische commissie van de vrouwenfederatie. Hij hoopt dat de vereniging weer aan invloed zal winnen en opnieuw een politiek programma zal formuleren. Hij wil Herman-Michielsens ook de Vlaamse vleugel laten uitbouwen binnen de Federatie, die sinds haar ontstaan vooral onder invloed van Franstalige Brusselsen staat. In 1970 wordt ze tijdens de algemene vergadering verkozen tot voorzitter van de Nationale Vrouwenfederatie van de PVV/PLP, de nieuwe naam van de NFLV.
Op 24 februari 1972 wordt het Cultuurpactakkoord gesloten. De Vlaamse Gemeenschap is nu bevoegd voor cultuur en uit dit akkoord ontstaat een subsidieregeling voor koepels van socioculturele verenigingen. Frans Grootjans, lid van de Cultuurraad voor de Nederlandse Gemeenschap (PVV-voorzitter vanaf 1973) ziet in dit Cultuurpactakkoord mogelijkheden om een liberale socioculturele werking uit te bouwen, ondersteund met middelen uit de Nederlandstalige cultuurgemeenschap. Deze zullen het mogelijk maken om de sociaal-culturele vrouwengroeperingen te bundelen in een overkoepelende vereniging. De Brugse Simonne Claes-Van Waes, neemt, samen met vier andere vrouwen onder wie Lucienne Herman-Michielsens, het initiatief. Voor Simonne Claes-Van Waes is het echter niet voldoende om de ‘handwerk- en liefdadigheidsverenigingen’ nationaal te ondersteunen, zij wil de werking uitbreiden met een vormingsdimensie.