Dat enkele liberale Vlamingen besluiten om in Burundi een PVV-afdeling op te richten is niet zo verwonderlijk. De komst van de liberale NGO’s, Belgisch diplomatiek personeel met liberale ingesteldheid en de liberale kabinetten voor ontwikkelingssamenwerking zorgen voor een goede voedingsbodem. De grootte van de afdeling mag natuurlijk niet overschat worden. Het ledenaantal schommelt meestal rond een tiental. De communicatie tussen de afdeling en de nationale partij verloopt dikwijls heel moeizaam. Vooral het verkrijgen van lidkaarten is elk jaar een waar huzarenstukje. De PVV in Burundi onderhoudt vooral contacten met de Belgische ambassade en met de liberale kabinetten voor ontwikkelingssamenwerking.
De activiteiten zijn dan ook niet meteen gericht op het uitdragen van de politieke PVV-boodschap onder de Belgen in Burundi of om kandidaten voor te dragen voor verkiezingen, maar vooral op het dienstbetoon voor haar leden. De nominatie van liberaal gezinde Belgen voor vrijgekomen functies in de Belgische school in Bujumbura of functies binnen de ambassade verloopt net zoals in België via de klassieke ideologische structuren. De conflicten tussen CVP’ers en PVV’ers worden op die manier over de landsgrenzen heen uitgedragen. Een minder sterk aanwezige breuklijn (bij de liberalen althans) is het communautaire. Met de PRL-afdeling bestaan er goede contacten en er worden regelmatig gezamenlijke acties georganiseerd. Ook op syndicaal vlak wordt dit doorgezet. Het VSOA/SLFP, de PRL en de PVV onderhouden onderling goede contacten en veel van de betrokkenen zijn lid van elkaars vereniging.3 Rik Rammeloo, voorzitter van PVV-Burundi, tracht wel om zijn partij in België in te lichten over hoe ontwikkelingssamenwerking op het terrein in zijn werk gaat. In 1982 en 1984 schrijft hij twee nota’s over zijn visie omtrent het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid.