Onze website gebruikt cookies om je surfervaring te verbeteren. Om deze website optimaal te gebruiken vragen we je om akkoord te gaan met ons gebruik van cookies.

Ik ga akkoord liever niet.
Voorgesteld

De Vooruitstrevende Liberale Volksbond Brussel (periode 1946-1970)

De Vooruitstrevende Liberale Volksbond wordt in 1909 opgericht in Brussel en wil vooral de Vlaamsgezinde liberalen een politieke stem geven. Na een gunstige start en moeilijke decennia tijdens en tussen de twee wereldoorlogen, ontpopt de Volksbond zich vanaf 1946 tot een bloeiende vereniging.

Peter Laroy
21 september 2022

In augustus 1909 ontstond in Brussel de Liberale Volksbond, waarbij de oprichters zich lieten  inspireren door gelijkaardige organisaties in andere Vlaamse steden. Het belangrijkste doel bestond erin om de Vlaamsgezinde liberalen een politieke stem te geven, buiten maar vooral ook binnen de Liberale Partij. Een van de drijvende krachten was Julius Hoste sr., die in zijn krant Het Laatste Nieuws een uitgebreid programma publiceerde.1 De tijden waren gunstig en de beweging kreeg de wind in de zeilen. Door de Eerste Wereldoorlog viel die bloeiende werking echter stil. Tijdens het interbellum kon de Brusselse Liberale Volksbond maar weinig politiek gewicht in de schaal leggen. De Franstalige liberalen overheersten telkens weer de lijstvorming. Het zette de Vlaamse liberalen in de hoofdstad aan om zowel in 1921 als in 1929 met een aparte (scheur)lijst op te komen. Ook de jaren 1930 vormden een moeilijke periode en na de Tweede Wereldoorlog dreigde het volledige verval. Een nieuw bestuur bracht de intussen tot Vooruitstrevende Liberale Volksbond hernoemde vereniging weer tot leven. Tot eind jaren 1960 kende de vereniging een gediversifieerde werking.

Deze bijdrage focust op deze naoorlogse periode.

De liberale Vlamingen in Brussel groeperen

De werking  van de Vooruitstrevende Liberale Bond komt weer op gang in het voorjaar van 1946, anderhalf jaar na de bevrijding van het land door de geallieerde troepen. Het initiatief komt van de liberalen rond Julius Hoste jr. Hij ziet bij deze wederopstanding ook een belangrijke rol weggelegd voor zijn naaste medewerker Albert Maertens.2

Op de algemene vergadering van 28 april 1946 licht Julius Hoste jr. concreet toe hoe hij de invulling van het liberalisme ziet. Hoste volgt de internationale ontwikkelingen van op de eerste rij en is een overtuigd voorstander van het liberalisme zoals dat gestalte kreeg in het Manifest van Oxford.3 In een toespraak enthousiasmeert Hoste zijn Brusselse vrienden om zijn visie te volgen. Hij wenst een werking onafhankelijk van andere groeperingen en ijvert voor een zuivere, klare en verdraagzame politiek. Het doel van de Vooruitstrevende Liberale Volksbond is volgens hem “de liberale Vlamingen van het Brusselsche groepeeren, en de beste betrekkingen nastreven met de andere Vlaamsche liberale organismen van ons land.”  De liberale voorman pleit er tegelijkertijd voor om een schakel te vormen tussen Vlamingen en Walen: “geen rexisten, geen nationalisten, verdraagzamen, die niets met uiterst links of uiterst rechts te maken hebben.” De leden dienen vooral “de Vlaamsche Liberale demokratische gedachte” te volgen.4

Albert Maertens zit volledig op dezelfde lijn als hij, op een andere bijeenkomst, aangeeft wat de krachtlijnen van de werking moeten zijn: een steentje bijdragen tot de heropbouw van het liberalisme, strijden voor vrijheid van mens en economie tegen marxistische structuurhervormingen in en ijveren voor Vlaamse rechten die in staatsadministraties met voeten worden getreden. De Vooruitstrevende Liberale Volksbond dient zich te scharen achter politieke kandidaten die het “rechtzinnig goed menen met Vlamingen-, Land- en Liberalisme”.5

Hoste en Maertens worden ondervoorzitter in het vernieuwde bestuur. De taak van voorzitter laten zij voorlopig in handen van August Wouters, die deze functie ook voor de oorlog uitoefende. Eind 1947 wordt Albert Maertens zelf voorzitter en in 1962 geeft hij de fakkel door aan August De Winter. De laatste voorzitter (vanaf 1966) is René Bützler. Voor de eerste bijeenkomsten vindt de vereniging onderdak in de traditionele Brusselse vergaderlokalen zoals het gebouw van het Willemsfonds op de Emile Jacqmainlaan of in Aux Armes des Brasseurs op de Anspachlaan. In 1952 krijgt de Vooruitstrevende Liberale Volksbond een eigen gebouw en vaste stek in de Circusstraat.6

De werking van de Vooruitstrevende Liberale Volksbond is van bij het begin wijd vertakt. Onder de vleugels van de bond werken een ziekenfonds, een syndicaat, een vrouwenafdeling, een toneelbond en een toeristische club. Na 1945 wenst de vereniging vooral als een koepelorganisatie te fungeren voor het socio-culturele leven van de liberale Brusselse Vlamingen.7 Het belangrijkste onderdeel vormt het ziekenfonds De Blauwe Bloem, in de volksmond ook wel eens de ‘ziekenbond van J. Hoste’ genoemd. Het aantal aangesloten leden stijgt zienderogen: in 1940 noteert De Blauwe Bloem 873 leden, in 1948 overschrijdt de ‘ziekenbond’ de kaap van 1000 leden, in 1952 was dit aantal verdrievoudigd, in 1954 was er sprake van bijna 4000 leden en nog eens vijftien jaar later wordt de drempel van 10000 aangeslotenen overschreden. Ondanks deze groei wijst men er bij herhaling op dat de ledenwerving de nodige inspanningen vergt. In de praktijk is er immers een groot ledenverloop omdat in die jaren veel Vlamingen hun geluk in de hoofdstad komen beproeven maar al even vlug Brussel verlaten als ze vaststellen dat het niet lukt om daar een nieuw leven op te bouwen.8

De vrouwelijke leden, meestal echtgenotes van mannelijke leden van de Vooruitstrevende Liberale Volksbond, groeperen zich vanaf 1947 in de onderafdeling De Linde. Het ledenaantal gaat van 129 in 1949 naar 165 in 1952. De kern van de werking bestaat uit liefdadigheid en sociale werken zoals de organisatie van Sinterklaasfeesten en de bezorging van pakketten met babyspullen voor pasgeborenen. Het is geen sinecure om de werking draaiende te houden en in de jaren 1950 deemstert De Linde weg. Een gelijkaardig lot is de zogenaamde jeugdafdeling beschoren, die nooit echt van de grond komt. De toeristische afdeling organiseert gedurende enkele jaren uitstappen in eigen land of het dichte buitenland, maar ingehaald door de tijdgeest dooft ook dit initiatief uit. De aanvankelijke plannen om, net zoals voor de oorlog, een syndicale werking uit te bouwen, kunnen niet worden gerealiseerd. Er zijn een paar voorzichtige maar uiteindelijk weinig vruchtbare contacten tussen het bestuur van de Vooruitstrevende Liberale Volksbond en de Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van België (ACLVB).

De naoorlogse Vooruitstrevende Liberale Volksbond hecht veel belang aan de netwerkfunctie. Na 1945 vestigen veel Vlamingen zich in de hoofdstad die ervoor openstaan om nieuwe mensen te leren kennen. Dankzij ontspanning en ontmoeting met gelijkgezinden kunnen de banden tussen de nieuwe inwoners worden versterkt en is het mogelijk de Nederlandstaligen in Brussel in liberale hoek te krijgen, aldus het bestuur. Sociaal dienstbetoon aan deze nieuwe inwoners staat eveneens hoog op de agenda.9 De bond organiseert een tijdlang bijeenkomsten op dinsdagavond met ontspanning (film, toneel) en met af en toe een politieke spreker (Frans Grootjans, Willy De Clercq in 1955). Er is ook een jaarlijks zogenaamd ‘Blauw bal’ en een 1 Meifeest.

In de tweede helft van de jaren 1960 ondergaat de vereniging een verdere metamorfose. In het voorjaar van 1966 zijn er plannen om enerzijds uit te breiden tot het hele arrondissement en om anderzijds te functioneren als een onderafdeling van het Liberaal Vlaams Verbond.10 Die banden zijn er overigens steeds geweest, ook en vooral door de personele banden tussen beide organisaties. Zo maakt Het Volksbelang, het blad van het Liberaal Vlaams Verbond, sinds 1946 plaats vrij voor berichtgeving over de Brusselse bond. Na 1965 gaat de Vooruitstrevende Liberale Volksbond nog verder op zoek naar samenwerking met andere gelijkgezinde Vlaamse verenigingen in Brussel, zoals het Willemsfonds.11 Het bestuur vindt een bundeling van alle liberale Vlaamsgezinde krachten in Brussel meer dan nodig. Rond 1970 gaat de Vooruitstrevende Liberale Volksbond formeel volledig op in het Liberaal Vlaams Verbond, een evolutie die reeds in 1962 in gang is gezet.

Ronselbrief van Albert Maertens voor de kandidaten August De Winter en Leo(n) Schalckens, voor de verkiezingen van 1961.

Een politieke rol

Ook na de oorlogsjaren is de belangrijkste taak voor de Vooruitstrevende Liberale Volksbond nog steeds weggelegd op het politieke terrein. De vereniging wil de belangen van de liberale Brusselse Nederlandstaligen behartigen binnen de politieke liberale structuren in de hoofdstad en in de omliggende gemeenten. Doelpubliek zijn, net zoals bij de oprichting in 1909, de kleine middenstand, bedienden, werklieden (en in de stadsrand ook de boeren).12  De Vooruitstrevende Liberale Volksbond probeert de facto om eigen kandidaten op de liberale lijsten in Brussel te krijgen. Dit is evenwel niet eenvoudig. De overwegend Franstalige Brusselse partijbonzen staan er niet om te springen dat Nederlandstaligen verkiesbare plaatsen krijgen.

Binnen de vereniging is er aanvankelijk wel wat onduidelijkheid over de te volgen strategie. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 24 november 1946 krijgt voorzitter August Wouters een plaats op de Brusselse liberale lijst als officiële kandidaat van de Vooruitstrevende Liberale Volksbond. Tegelijkertijd komt Leo Schalckens op de lijst via de poll. Wouters is een man van een eerdere generatie, Schalckens behoort als journalist van Het Laatste Nieuws duidelijk tot de groep rond Hoste en Maertens. Dit vergt wat massagewerk tijdens een bestuursvergadering. De Vooruitstrevende Liberale Volksbond besluit uiteindelijk dat ook Schalckens steun verdient. Het resultaat zorgt voor wat ongemak: Schalckens wordt verkozen, Wouters niet. De vraag kan gesteld worden of het hier niet om een handigheidje van Hoste en Maertens gaat om op een elegante manier de oudere generatie Nederlandstalige Brusselse liberalen duidelijk te maken dat er andere tijden zijn aangebroken. Voorzitter Wouters blijft zich echter loyaal inzetten voor de vereniging. Bij de wetgevende verkiezingen van 26 juni 1949 besluiten Hoste en Maertens zelf de handschoen op te nemen. Ze krijgen respectievelijk de derde plaats op de lijst voor de Senaat (lijsttrekker Dierckx) en de elfde plaats op de lijst voor de Kamer (lijsttrekker Devèze). Hoste wordt verkozen, Maertens niet.

De klachten over de verhouding met de Brusselse federatie blijven opduiken. Halfweg de jaren 1950 stelt de Vooruitstrevende Liberale Volksbond vast dat “in het bestuur der federatie practisch geen enkele Vlaming meer zetelt”.13 Bij de verkiezing van een nieuwe Vlaamse ondervoorzitter in 1955 kan de Vooruitstrevende Liberale Volksbond bijvoorbeeld geen vrede nemen met de figuur van Lucien Cooremans.14 In de communautaire strijd van de jaren 1960 bewijst de Vooruitstrevende Liberale Volksbond opnieuw zijn nut. De Vlaamse liberalen blijven het in Brussel moeilijk hebben om zich te manifesteren binnen de partij. Het belang van een drukkingsgroep is meer dan ooit nodig om het op te nemen tegen wat al wel eens wordt omschreven als de ‘Fransdollen’.15 Het politieke liberalisme in Brussel beleeft een woelige periode rond 1970. De Vooruitstrevende Liberale Volksbond opereert dan reeds volledig onder de vleugels van het Liberaal Vlaams Verbond. Dit verhaal dient verder nog geschreven te worden.

Bronnen, noten en/of referenties

1. Het Laatste Nieuws, 8 augustus 1909. Pagina 1 bevat een oproep ‘Aan onze Vlaamsche Volksgezinde lezers’. Het uitgebreide programma is terug te vinden op p. 5 van datzelfde nummer. Het bevat onderdelen over stemrecht, onderwijs, defensie, onafhankelijkheid van de burgerlijke macht, taalbelangen, financiële vraagstukken en de belangen van werklieden, landbouwers en kleine burgerij.

2. Albert Maertens. Sociaal bewogen & liberaal (Gent/Kobbegem: Liberaal Archief/Stichting Het Laatste Nieuws, 2001) 52-53.

3. Liberas, Archief Vooruitstrevende Liberale Volksbond (VLV), Verslag Algemene Vergadering 28 april 1946. J. Hoste jr. geeft een voordracht van hoe hij het liberalisme ziet: “Het liberalisme zooals opgevat door de Volksbond is het werkelijke liberalisme. De gedachten die wij voorstaan zijn in de groote vrije landen soms onder een andere benoeming verspreid.”

4. Liberas, Archief VLV, ‘Standregelen’, s.d. Van deze oprichtingsvergadering brengt Het Laatste Nieuws verslag uit in de krant van 29 april 1946 maar ook La Dernière Heure brengt het op p. 1 in zijn editie van 29 april 1946.

5. Liberas, Archief VLV, Verslag gezellig samenzijn, 2 februari 1948.

6. Liberas, Archief VLV, Verslag penningmeester, 31 januari 1953. Inhuldiging op 10 februari 1952.

7. Albert Maertens dringt erop aan dat het duidelijk wordt gemaakt in de werking.

8. Liberas, Archief VLV, verslag secretaris over 1954. Verslag bestuursvergadering 31 januari 1955, over brede ledenbeweging en weinig stabiliteit. 

9. Liberas, Archief VLV, Jaarverslag van de secretaris, [1957].

10. Liberas, Archief Yvette Bützler-Vanneste, Bestuursvergadering Volksbond, 5 mei 1966. 

11. Liberas, Archief Yvette Bützler-Vanneste, Verslag Algemene Vergadering, 27 mei 1969: “Dienvolgens kwam er een akkoord tot stand tussen de Volksbond en het Willemsfonds volgens hetwelk de leden wederzijds zouden uitgenodigd worden tot de activiteiten door een van beide ingericht.” Brief Albert Maertens aan Frans Grootjans, 20 april 1966: “Daarom wordt de Volksbond een soort draaischijf voor de Vlaamse liberale verenigingen zoals het Willemsfonds, enz.”.

12. Liberas, Archief VLV, Ontwerp van uitbouw Volksbond, 18 mei 1946, opgesteld door J. Matthieuwis.

13. Liberas, Archief VLV, Jaarverslag van de secretaris, [1957].

14. Liberas, Archief VLV, Verslag bestuursvergadering 24 november 1955. Men heeft “eens te meer kunnen vaststellen hoe weinig begrip er getoont [sic] wordt voor de liberale Vlamingen. Het enige middel om hieraan te verhelpen bestaat volgens de heer Maertens in veelvuldige, georganiseerde tussenkomsten in het Nederlands op de vergaderingen van de partij.”

15. Liberas, Archief Yvette Bützler-Vanneste, Brief J. Grootaert aan VLV, 12 mei 1966.

Hoe verwijs je naar dit artikel?

Peter Laroy, "De Vooruitstrevende Liberale Volksbond Brussel (periode 1946-1970)", Liberas Stories, laatst gewijzigd 15/11/2024.
copy url

Colofon

Liberas Stories is een realisatie van cultuurarchief Liberas. Het werd ontwikkeld door Josworld en Webdoos naar een concept van Ruben Mantels. Aan de hand van een ‘Atlas’ en een ‘Magazine’ vertelt Liberas Stories de geschiedenis van het liberalisme en worden de collecties van Liberas gepresenteerd. Deze website werd gelanceerd in juni 2021 en is sindsdien verder uitgebouwd.

De inhoud van dit portaal is bestemd voor Liberas’ erfgoedgemeenschap, maar ook voor studenten, onderzoekers en journalisten en voor iedereen die ons erfgoed wil ontdekken. Het is geen catalogus van onze collectie: die vind je op liberas.eu.

Liberas heeft geprobeerd alle rechthebbenden op beeldmateriaal te contacteren. Personen of organisaties die zich alsnog in hun rechten voelen geschaad nemen contact op met Liberas vzw, Kramersplein 23, 9000 Gent.

Alle teksten op deze website mogen hergebruikt worden mits het overnemen van de auteurs- en bronvermelding. Alle opmerkingen met betrekking tot Liberas Stories - vragen, aanvullingen, correcties, suggesties voor nieuwe bijdragen - zijn welkom op info@liberas.eu. 

Volg ons op