Van zodra duidelijk is dat de aangekondigde manifestatie meer is dan een bevlieging, gaan de tegenstanders in de tegenaanval. De katholieke pers deelt in aanloop naar het congres flink wat speldenprikken uit. Nu eens komt er commentaar op het principe van de bijeenkomst, dan weer hekelen katholieke kranten de deelnemers. Er rijst heel wat kritiek op het feit dat de pers niet is toegelaten. Toch wordt op die junidag in 1846 geschiedenis geschreven. Journalisten kunnen dan wel de zaal niet binnen, er is wel degelijk uitgebreide berichtgeving over de bijeenkomst. De organisatoren zien er vooral op toe dat de groep als één liberale stem, in eenheid, naar buiten komt. De aanwezigen moeten ook zichzelf kunnen zijn, zonder hinder van de pers in de zaal.
De 384 afgevaardigden zijn afkomstig uit het hele land. De steden Antwerpen, Brugge, Brussel, Gent, Leuven, Luik, Namen maar ook Tongeren tekenen voor meer dan tien vertegenwoordigers. Middelgrote steden die tussen vijf tot tien vertegenwoordigers sturen, zijn Aalst, Charleroi, Dinant, Doornik, Geraardsbergen, Huy, Ieper, Kortrijk, Mons, Nijvel, Oudenaarde en Verviers. Ook uit tal van kleinere steden en dorpen maken afgevaardigden de reis naar Brussel. Enkel uit meer perifere gebieden, zoals de Ardennen en delen van de Kempen, zijn er geen vertegenwoordigers afgevaardigd.
Ongeveer een derde van de aanwezigen valt te situeren in de categorie van intellectuele beroepen. Het betreft vooral personen met een juridische opleiding: advocaten, notarissen, magistraten. Het aantal academici is beperkt. Heel wat mensen op de aanwezigheidslijst geven geen expliciet beroep op, maar laten zich betitelen als grootgrondbezitter of rentenier. Deze vermogende groep is in ongeveer dezelfde mate vertegenwoordigd als de intellectuele beroepen. De grondeigenaars worden geflankeerd door een ruime groep handelaars en industriëlen. Tot slot identificeren heel wat congresgangers zich met hun politiek mandaat, van gemeentelijk (gemeenteraadsleden, schepenen, burgemeesters) tot nationaal (volksvertegenwoordigers, senatoren) niveau.