Onze website gebruikt cookies om je surfervaring te verbeteren. Om deze website optimaal te gebruiken vragen we je om akkoord te gaan met ons gebruik van cookies.

Ik ga akkoord liever niet.
Perspectief

Taal-, stam- en strijdgenoten: Vlaamsgezinde liberalen en Afrikaners (1898-1902)

De Tweede Boerenoorlog (1899-1902) kent in Vlaanderen enorm veel bijval. Vooral de Vlaamse Beweging sympathiseert met de strijd en het lot van de Boeren. Er ontstaat een propaganda- en solidariteitscampagne, die vooral wordt gedragen door een breed Vlaamsgezind liberaal netwerk. Het hoogtepunt van de solidariteit is het vertrek van een Duits-Belgische humanitaire missie naar Zuid-Afrika in 1899.

Nathan Lauwers
3 juni 2024

Inleiding

In de periode tussen 1880 en 1902 is Europa in de ban van de zogenaamde Boerenoorlogen. Het is een conflict tussen de Boeren of Afrikaners - nakomelingen van kolonisten van voornamelijk Nederlandse en Duitse afkomst - enerzijds en de Britten anderzijds.1 De annexatie van de Transvaalse Republiek door de Britten in 1877 leidt tot de Eerste Boerenoorlog. In 1880 proberen de Boeren met succes hun onafhankelijkheid te herstellen, wat leidt tot een Britse aftocht en een erkenning van de Transvaalse soevereiniteit. De spanningen blijven echter aanwezig, zeker na de ontdekking van goudvoorraden nabij Witwatersrand.2

In 1899 breekt na enkele schermutselingen en incidenten de Tweede Boerenoorlog uit. De Britten willen de onafhankelijke Zuid-Afrikaanse republieken Transvaal en Oranje-Vrijstaat inlijven bij de Kaapkolonie als een onderdeel van het Britse Rijk en sturen een grote troepenmacht om de Boeren te verslaan. Na initiële successen aan beide kanten transformeert het conflict in een guerrillastrijd met gruwelijke gevolgen. De Britten hanteren tactieken zoals die van de ‘verschroeide aarde’ om de Boeren onder de knie te krijgen.3

De verschrikkingen vanop het oorlogsterrein verschijnen dagelijks in de Belgische pers: ‘Ze staken de hoeven in brand, na ze tweemaal te hebben geplunderd. In vele dezer hoeven wilden de Boeren van Natal hun goederen en vrouwen beschermen tegen dit kanailje, doch werden met bajonetsteken gedood (…).’4

De opkomst van de populaire pers en communicatiemiddelen zoals de telegraaf resulteren in de eerste vormen van moderne oorlogsverslaggeving.5 De Tweede Boerenoorlog is daarmee in verschillende opzichten een van de laatste oorlogen van de negentiende eeuw en een voorbode van de verwoestende conflicten in de eerste helft van de volgende eeuw.

Portret van Julius De Geyter, de grote gangmaker van de eerste Boerenbeweging in Vlaanderen.

De Boerenoorlogen leiden ook in Vlaanderen tot de nodige beroering. Tijdens de Eerste Boerenoorlog nemen vooral Julius de Geyter (1830-1905) en Paul Fredericq (1850-1920) het initiatief om sympathie voor de zaak van de Boeren aan te wakkeren. In januari 1881 publiceert de Geyter het ‘manifest van de Vlamingen aan het volk van Engeland’, dat door meer dan drieduizend personen is ondertekend. Het is een oproep om verder bloedvergieten te vermijden.6 Er wordt ook een oproep gericht aan Leopold II om te bemiddelen, ondertekend door onder anderen Karel Buls (1837-1914) en Eugène Goblet d’Alviella (1846-1925), die onbeantwoord blijft.7 Het Volksbelang, met Fredericq als hoofdredacteur, bericht wekelijks over de strijd en hanteert een uitgesproken pro-Boeren discours.

Er ontstaan verschillende hulpcomiteiten om de solidariteitsacties te coördineren.8 Ook binnen de schoot van organisaties zoals het Algemeen Nederlands Verbond (ANV) en de Nederlandse Taal- en Letterkundige Congressen is er aandacht voor de gebeurtenissen in Zuid-Afrika. Het is echter vooral de Antwerpse afdeling van het Willemsfonds die de kar trekt. In 1881 sturen August Michiels (1822-1884) en Flor Van Der Ven (1848-1931) - respectievelijk voorzitter en secretaris - een brief aan het algemeen bestuur en alle andere afdelingen om de Transvaalse kwestie onder de aandacht te brengen.9 De kern van hun betoog komt naar voren in volgend citaat: ‘Die beide republieken waren Nederlandse republieken! In beide staten was onze taal de taal van het parlement, gerecht, bestuur en onderwijs’. De briefschrijvers stellen: ‘Wij Vlamingen moeten onze stem verheffen voor het recht onzer stamverwanten, evengoed als onze Noord-Nederlandsche broeders dit met duizenden doen’.

De Boeren worden dus omschreven als taal- en stamverwanten, die strijden tegen culturele en politieke onderdrukking. Zeer snel wordt er een link gemaakt met de strijdpunten van de Vlaamse Beweging. De strijd van de Boeren wordt daarbij ingezet om het Vlaamse bewustzijn aan te wakkeren. De weerklank van deze acties en de populaire steun voor de Boeren blijft in deze periode echter beperkt. Het zwaartepunt ligt vooral in de kringen van het Willemsfonds. Toch wordt hier de kiem gelegd van een sympathiebeweging die grote delen van de bevolking zal aanspreken.

Max Rooses als voorzitter van het Willemsfonds.

De Tweede Boerenoorlog: ‘het Hulp-Komiteit voor Transvaal en Oranje-Vrijstaat’

Na de eerste oorlog wordt het vuur smeulend gehouden. Zo blijft Willemsfonds Antwerpen een belangrijke rol spelen in de organisatie van voordrachten en steunbetuigingen. In 1896 stuurt voorzitter Max Rooses (1839-1914) een huldebetuiging aan de Transvaalse president Paul Kruger (1825-1904) voor een afgeslagen inval van een Britse militie bij Krugerdorp.10

In de schoot van de Antwerpse afdeling van het ANV wordt zeer snel na het uitbreken van de tweede oorlog in 1899 een hulpcomiteit opgericht voor de twee Zuid-Afrikaanse republieken. Voorzitter van dienst is de Vlaamse dichter en atheneumleraar Pol De Mont (1857-1931).11 Het comiteit wordt gesteund en bevolkt door de belangrijkste leden van het Vlaamsgezinde liberalisme in Antwerpen. Zo is Max Rooses lid van het ‘financiën comité’ en Jan Van Rijswijck (1853-1906) van het erecomiteit.12 In het uitvoerend comité zijn verschillende leden van de Liberale Vlaamse Bond actief.

Het hulpcomiteit draagt een uitgesproken liberale of vrijzinnige stempel. Dit is niet toevallig: het Vlaamsgezinde liberalisme kent in deze periode een enorme heropleving, vooral binnen het Vlaamse cultuurleven. De discussies rond de Gelijkheidswet (1898) hebben het Vlaamse bewustzijn aangewakkerd.13 Figuren zoals Rooses en Van Rijswijck zijn de frontmannen van de Vlaamse Beweging op dat moment. De Vlaamse Beweging blijft evenwel een huis met vele kamers, met medestanders van diverse politieke en confessionele achtergronden.

 Dit wordt ook weerspiegeld in de verscheidene hulpcomités voor de Boeren. Want ook in andere steden, zoals Gent, Lier, Brugge en Brussel worden er Transvaalse Boerencomiteiten opgericht. In Gent wordt het ondersteuningsfonds gedragen door personen zoals Paul Fredericq, Julius Obrie (1848-1929) en Hippoliet Meert (1865-1924).14 Voorzitter is de liberale politicus August de Maere (1826-1900). In Brussel neemt de progressief-liberale flamingant Frans Reinhard (1850-1912) het voorzitterschap waar. Reinhard was samen met de advocaat Maurits Josson (1855-1926) betrokken bij de oprichting van de Vlaamsche Volkspartij (1892), die tot doel had om de Vlaamsgezinde strijd over de partijgrenzen heen te trekken. Julius Hoste sr. (1848-1933) en de schilder Juliaan De Vriendt (1842-1935) worden aangeduid als erevoorzitters.15

Het Antwerpse hulpcomiteit fungeert als het commandocentrum voor de solidariteits- en propagandacampagne. Door verschillende acties staan de andere comiteiten in Vlaanderen in voor de financiële ondersteuning van het Antwerpse comiteit. Er worden hulde- en intekenlijsten ingericht. Voordrachten en feestzittingen moeten de solidariteit aanmoedigen. De dochter van Van Rijswijk, Adolfina, haalt op haarzelf 6.575 frank op bij de voornaamste burgers van Antwerpen. De financiële steun beperkt zich niet tot Vlaanderen. Zo krijgt het comiteit ook financiële bijdragen van Vlamingen in het buitenland, van Brooklyn tot Alexandrië. Opvallend is ook de rijkelijke steun uit Duitsland. Zo wordt, via de verschillende afdelingen van het Alldeutscher Verband, meer dan 94.000 frank geschonken.16

Via deze hulpcampagnes willen de actievoerders een ‘ambulance’ naar Zuid-Afrika zenden om de Boeren bij te staan. Het gaat eigenlijk om een dertigkoppig team van dokters en verpleegsters. Door de grote steun uit Duitse hoek wordt de ‘ambulance’ voorgesteld als een Belgisch-Duitse zending. De officiële autoriteiten houden zich trouwens afzijdig in deze kwestie. Het Belgische Rode Kruis weigert om de missie onder zijn vaandel te plaatsen. Om de humanitaire missie toch onder de bescherming van de Conventie van Geneve te plaatsen, wordt er een beroep gedaan op het ‘Komiteit der internationale vrijwilligers’.17 In 1899 wordt er een oproep gedaan voor vrijwilligers, waarna er zich een groot aantal mensen aandienen: Vlamingen, Walen en Duitsers. Door het groot aantal kandidaten wordt er een selectie gehouden, voorgezeten door de liberale arts en Antwerpse schepen Victor Desguin (1838-1919).

De leden van de ‘ambulance’ vertrekken eind november met de trein van Antwerpen naar Amsterdam, uitgezwaaid door onder anderen Van Rijswijck en Desguin.18 De reis met het schip de Herzog neemt iets meer dan drie weken in beslag. Er volgt nog even een oponthoud wanneer een Brits oorlogsschip de toegang tot de Delagoa-baai (Mozambique) blokkeert, maar uiteindelijk komt het medisch personeel in Zuid-Afrika aan. Het valt op hoe snel de noodhulp in de steigers wordt gezet. Naast verplegers en dokters zijn er ook medische goederen mee - waaronder tabak -, ingezameld bij apothekers en leveranciers. Het ‘ambulance’personeel wordt verdeeld over verschillende plaatsen in de buurt van de gevechten, zoals Mafeking, Heidelberg en Ladysmith.19 Ze verzorgen gewonden, maar behandelen vooral tyfuspatiënten. De meeste leden van de ‘ambulance’ blijven een tweetal jaar in Zuid-Afrika werken, maar niet iedereen keert terug.

Onder de leden van de ‘ambulance’ zijn er enkele markante figuren, zoals Alice Bron, Achilles Rotsaert en Maurits Josson. Alice Bron (1850-1904) is een schrijfster die onder meer voor Le Peuple schreef. Ze strijdt voor de sociale lotsverbetering van vrouwen en arbeiders als een gemeenschappelijke strijd voor rechtvaardigheid en start verschillende sociale initiatieven. Tijdens haar werkzaamheden in Zuid-Afrika schrijft ze ook als correspondent voor Le Petit Bleu.20 Bron reist later nog een tweede maal naar Zuid-Afrika, ditmaal om Britse oorlogsslachtoffers te verzorgen. Ze doorprikt als een van de weinigen het geïdealiseerde beeld van de Boeren en stelt ook de behandeling van de zwarte bevolking in Zuid-Afrika in vraag.21 Een andere verpleegster is Louise Laridon, een van de drie personen die omkomen tijdens de missie. Ze overlijdt aan dysenterie.

Achilles Rotsaert (1877-1956) is een oud-leerling van De Mont, die een formatieve invloed op een hele generatie van Vlaamsgezinden heeft. Rotsaert werkt voor de liberale krant De Nieuwe Gazet en treedt tijdens zijn verblijf op als ‘bijzondere correspondent’. Hij wordt door de Britten krijgsgevangen genomen en terug richting Europa gestuurd.22

Maurits Josson, reeds hoger vermeld, neemt op eigen houtje deel aan de missie. Hij is al eerder in Pretoria geweest en schrijft in 1897 het werk Een schets van het recht van de Zuid-Afrikaansche Republiek.23 In België is hij lange tijd actief als naaste medewerker van Willem Leyds (1859-1940), consul van de Zuid-Afrikaanse republieken in Brussel. Bij zijn vertrek naar Zuid-Afrika wordt hij uitgezwaaid door een groot aantal leden van de Vlaamse Wacht.24 Ook hij wordt door de Britten gevangengenomen.

Portret van Paul Kruger in de biografie van Lode Opdebeek, Paul Kruger (1901).

De zending van de ‘ambulance’ in 1899 betekent niet het einde van de solidariteits- en propagandacampagne. Uit het Antwerpse ‘Hulp-Komiteit voor Transvaal’ ontstaat in 1900 een tweede organisatie, namelijk het ‘hulpcomiteit voor de Zuid-Afrikaanse bannelingen’. Met voorzitter Isidore Van Doosselaere (1858-1927) is er opnieuw een sterke link met het Willemsfonds en de Liberale Vlaamse Bond van Antwerpen. De Scheldestad blijft, organisatorisch en financieel, het epicentrum van de Boerenbeweging. De Antwerpse afdeling van het Willemsfonds houdt in 1900 een eerbetoon voor de Boeren. Op het programma staat onder meer een lezing van Rotsaert, opgeluisterd door lichtbeelden en het gezang van Bernard Tokkie (1867-1942), de grote pleitbezorger van de Vlaamse Opera.25

Ook de andere comiteiten blijven actief en organiseren feestzittingen, huldes en betogingen. Zo organiseert het Brusselse comiteit in hetzelfde jaar ‘een betoging van genegenheid voor Kruger’.26 Interessant is dat de organisatie benadrukt dat de betoging geen protestmars tegen Engeland mag worden. De Belgische regering is hiervoor beducht en wil vooral haar neutraliteit bewaren in het conflict.27 Ook de Engelse diplomatie is bezorgd over het groeiende anti-Britse sentiment onder de Belgische bevolking.28 De Belgische pers speelt hierin een belangrijke rol.

De pers en de propagandacampagne

Verschillende Belgische kranten zetten zich ten volle in voor de propagandacampagne. Er is sprake van een propagandistische vloedgolf die tussen 1899 en 1902 de publieke opinie overspoelt met heroïsche beelden. Het is een dominant pro-Boeren discours - vanuit diverse referentiekaders - dat terug te vinden is in kranten van verschillende politieke strekkingen zoals De Nieuwe Gazet, Journal de Bruxelles, Het Laatste Nieuws of De Gazet van Antwerpen. Er wordt een geïdealiseerd of geromantiseerd beeld neergezet van de Boeren. De Britten worden daarentegen weggezet als barbaren, een huurlingenleger van imperialisten. Het was in vele opzichten een moderne oorlog.

Ook qua nieuwsverslaggeving zijn er belangrijke vernieuwingen, die bijdragen aan de oorlogspropaganda. De oorlog wordt breed uitgesmeerd in de pers. Verschillende kranten hebben reporters ter plaatse. Zo publiceren De Nieuwe Gazet en Het Laatste Nieuws brieven van Alphonse Leys, een drukker uit Oostende, voorzitter van de werkersbond Help U Zelf en lid van het ANV.29 De Nieuwe Gazet heeft met Rotsaert haar eerste echte oorlogsreporter, die sensatiemakende berichten opstuurt. Illustraties spelen voor de eerste maal een belangrijke rol in het creëren van affectieve associaties.30 Een andere techniek is het centraal stellen van ooggetuigenverslagen. Er worden vrouwen aan het woord gelaten om de gruwelijkheden te beschrijven: het afbranden van boerderijen, de gruwel tegen vrouwen en kinderen.

Er wordt bijna dagelijks bericht over de oorlogsgebeurtenissen. Kranten maken hiervoor gebruik van verschillende informatiekanalen, zoals het internationaal persagentschap Reuters, maar ook de Britse pers. Britse kranten, zoals The Daily Mail, hebben een groot aantal journalisten ter plaatse en makkelijker toegang tot (gecensureerde) informatie.31 Belgische kranten, zoals Het Laatste Nieuws, maakten hiervoor gebruik van correspondenten in Londen. Deze berichtgeving staat dikwijls in contrast met wat er verschijnt in de kranten van de Boeren, die gericht zijn op een internationaal publiek. Zo wordt het Britse discours van oorlogsslachtoffers doorprikt als nepnieuws. Dat discours maakt gewag van duizenden doden aan de zijde van de Afrikaners of Boeren, maar minimaliseert de Britse balans.32 Kranten ontvangen vaak tegenstrijdige berichten, waardoor het niet makkelijk is om te achterhalen wat er juist gebeurt. Het zijn jammer genoeg herkenbare technieken in hedendaagse conflicten. Anders dan nu, neemt de Belgische pers geen onafhankelijke houding aan. Ze speelt een cruciale rol in de opinievorming en de breed gedragen sympathie voor de Boeren.

Het bredere referentiekader

Binnen het narratief van de solidariteits- en propagandacampagne vinden we drie grote kenmerken terug.33

Allereerst is er het idee van de Boeren als stam- en taalverwanten: het is een dominant narratief in Vlaanderen (en Nederland). De strijd van de Boeren wordt door de sterkhouders van de Vlaamse Beweging, zoals de Geyter en Fredericq, doelbewust gekoppeld aan de Vlaamse zaak. De Boeren worden gerepresenteerd als strijdgenoten tegen culturele onderdrukking. In een heldenlied schrijft Nicolas Cuperus (1842-1928) hierover het volgende: ‘Met fierheid verheffen wij het hoofd, zeggende: de Boeren zijn onze stamgenoten. Met trots blikken wij onze tegenstrevers aan, verklarende: de Zuid-Afrikanen spreken onze taal. Er zal een tijd komen dat de tachtigjarigenoorlog - onze heldentijd - in glans zal verbleken tegenover den roem van den reuzenstrijd onzer eigen taal sprekende stamgenooten’.34 De Boerenstrijd wordt hierbij vooral een projectie voor de eigen Vlaamse aspiraties en het stimuleren van de Vlaamse bewustwording en eensgezindheid.

Een tweede element is de sterk anti-imperialistische inslag, of beter, het anti-Brits imperialisme. Het is een narratief dat aansluiting vindt bij het vorige. Het Brits imperialisme wordt gelijkgesteld aan een Frans (cultuur)imperialisme. Binnen dit narratief is er evenwel een belangrijke paradox te vinden. Zo is de Groot-Nederlandse gedachte sterk aanwezig binnen de Boerenbeweging. Er zijn echo’s van terug te vinden tussen de twee Boerenoorlogen. De liberale krant De Koophandel roept bijvoorbeeld op om handelsmaatschappijen te stichten in Zuid-Afrika. Ook zijn er verschillende artikels met informatie over landbouw, mogelijke beroepen, burgerrechten en vreemdelingenwetgeving, die de Belgische emigratie moeten bevorderen.35 Deze artikels zijn echter doordrenkt van koloniale en raciale beeldspraak tegenover de zwarte bewoners van de Zuid-Afrikaanse republieken. Het is een dunne lijn tussen economisch expansionisme en imperialisme.

Daarnaast valt in de propagandacampagne tijdens de Tweede Boerenoorlog de sterke financiële steun op van het Alldeutscher Verband (1891-1939). Het Antwerpse comiteit verkrijgt meer dan honderdduizend frank van de verschillende afdelingen in het Duitse Keizerrijk.36 Ook de spreekbuis van het Alldeutscher Verband, het Duits-Vlaamse tijdschrift Germania zet zich in voor deze propagandacampagne. Vanaf 1899 wordt het Alldeutscher Verband dan ook aangeduid als een stichtende vereniging van het hulpcomiteit, naast het ANV. Het Alldeutscher Verband kan omschreven worden als een imperialistische drukkingsgroep, die de Vlaamse Beweging probeert in te schakelen in een Duits expansionisme.37

Binnen de Vlaamse Beweging leven er, naast de Groot-Nederlandse gedachte, ook pan-Germaanse ideeën. Een bekend uitdrager van deze ideeën was De Mont, die de Boeren omschrijft als Neder-Duitsers.38 De Boerenoorlog wordt later ook gebruikt om een ander imperialistisch project te legitimeren, namelijk de Onafhankelijke Congostaat. Zo wordt de kritiek van Edmund Morel, Brits journalist en politicus, tijdens de Red Rubber campagne - waarbij hij onder meer dwangarbeid en slavernij in Congo Vrijstaat onderzocht - in de Belgische pers weggezet als een voorbeeld van Brits imperialisme. Een weinig onderzocht element in deze context is de impact van het anti-Britse sentiment, in de nasleep van de Boerenoorlog, op de opinievorming.

Een derde kenmerk is de referentie naar mensenrechten en humanitaire principes. De Boerenstrijd wordt gerepresenteerd als een vrijheidsstrijd: een strijd van de beschaving tegen barbaarsheid.39 Het Britse leger wordt daarbij voorgesteld als een huurlingenleger, dat enkel uit is op bloedvergieten.40 Vooral de mishandeling van vrouwen en kinderen wordt uitgebreid bericht in de pers.41 Het is een belangrijk element in de propagandastrijd.

Titelpagina uit het werk van Raf Verhulst De heldenstrijd der Transvaalsche Boeren (1902).

Populaire Verbeelding en Boerenverering

De Tweede Boerenoorlog spreekt enorm tot de verbeelding bij brede lagen van de Vlaamse bevolking. De solidariteits- en propagandacampagnes slagen erin om populaire steun en empathie te creëren voor het lot van de Afrikaners. Getuigen hiervan zijn de talloze verwijzingen naar de Zuid-Afrikaanse republieken en hun leiders in het straatbeeld. Opvallend is dat het niet enkel gaat om de usual suspects - zoals standbeelden of straatnamen - maar ook cafés, eethuizen en duivenlokalen, van Koekelare tot Genk.42 De sympathiegolf deint over alle Vlaamse steden en dorpen. In Antwerpen, toch wel het hoofdkwartier van de solidariteitscampagnes, worden verschillende straten vernoemd naar de Boerenoorlog. In de wijk Zurenborg - geconstrueerd op het einde van de negentiende eeuw als een stadsdeel voor de gegoede burgerij - wordt tijdens het bezoek van president Paul Kruger in april 1886 de Transvaalstraat onthuld. In Borgerhout wordt, op voorstel van de liberaal Neel Van Deuren, het Koxplein hernoemd naar president Kruger.43 Ook de verschillende straten rond het plein verwijzen naar enkele bekende Boerengeneraals zoals Louis Botha (1862-1919), Piet De Wet (1861-1929) en Koos de la Rey (1847-1914). In 1902 worden deze Boerengeneraals triomfantelijk onthaald in Antwerpen, Gent en Brussel. Het enthousiasme van de bevolking in deze optochten onderstreept de populaire reikwijdte. In Antwerpen worden de Boeren ontvangen in het huis van Isidore Van Doosselaere met de volgende verwelkoming: ‘De helden, die wij vieren, behooren tot de onzen. Wij zijn van hetzelfde bloed, en bloed trekt, zegt een Vlaamsch spreekwoord. Wij spreken dezelfde taal. Deze band omsnoert Nederlanders, Transvalers, Oranje-Vrijstaters en Vlamingen tot een groot volk’.44

De representatie van de Boeren als helden en de identificatie als stambroeders zijn belangrijke verklaringen voor de populariteit. Ook in de literatuur, met een stroom aan romans en gedichten, komt dit aspect sterk aan de oppervlakte.45 Auteurs zoals De Geyter46, de Mont en Fredericq47, dragen met tal van literaire werken bij tot de verering van de Boeren. Vanuit een Vlaamsgezinde gedachte wordt de lezer een taal- en cultuurbewustzijn voorgeschoteld. De Boerenoorlog wordt een analogie voor de Vlaamse ontvoogdingstrijd. Biografieën van de bekende Boerengeneraals dragen bij tot herkenbaarheid en versterken de romantische waas rond figuren zoals Kruger.48 Ook verschillende reisverslagen, onder meer van Josson en Leys49, zien het licht. Josson laat zijn werk in het Frans drukken met de volgende noot: ‘Noch uit liefde, noch uit bewondering voor de Fransche taal, maar enkel uit noodzakelijkheid (…)’.’50 Interessant is het werk van de populaire volksschrijver Raf Verhulst, die een vierdelige historische roman publiceert met talrijke illustraties.51 Het is een genesisverhaal over de Boerenrepublieken en tegelijk een heldenepos over de strijd tegen de Britten. Ook in Nederland verschijnen er veel van deze historische romans.52

De Boerenoorlog wordt een element van de volkscultuur en versterkt tegelijk het Vlaamse bewustzijn op het einde van de negentiende eeuw. De Boerenbeweging slaagt er echter niet om de zaak op de politieke agenda te brengen: de parlementaire aandacht is gering. Het onderstreept het gegeven dat de Vlaamse Beweging in deze periode vooral sterk staat binnen het Vlaamse cultuurleven, maar zwak in het politieke domein.

Bronnen, noten en/of referenties

1. John Laband, The Transvaal Rebellion. The first Boer War, 1880-1881 (Londen: Routledge, 2014).

2. Witwatersrand is een bergketen vlakbij Johannesburg.

3. Elizabeth Van Heyningen, ‘The concentration camps of the South African (Anglo-Boer) war, 1900-1902’, in: History Compass 7 (2009): 22-43.

4. ‘Oorlog. Tusschen Engeland en Transvaal. De algemene toestand op het oorlogsterrein’, in: Het Laatste Nieuws, 21 december 1899.

5. Simon Popple, ‘Fresh from the front: performance, war news and popular culture during the Boer war’, in: Early popular visual culture, 8 (2010): 401-418. 

6. ‘Manifest der Vlamingen’, in: Het Volksbelang (11 januari 1881). 

7. ‘Transvaal’, in: Het Volksbelang (2 april 1881). 

8. Op 12 maart 1882 wordt het comiteit voor ‘de hulp van de gekwetsten in de Transvaal’ opgericht met als leden onder anderen Nicolas Cuperus, Flor Van Der Ven, Julius De Geyter en August Michiel. Zie: Liberas, Archief Willemsfonds Algemeen Bestuur (archief nr. 10), OWF / B / 2.35. , december 1880 - april 1881.

9. Liberas, Archief Willemsfonds Algemeen Bestuur (archief nr. 10), OWF / B / 2.35.6574, Omzendbrief van August Michiels en Flor Van Der Ven. Willemsfonds Antwerpen aan de Willemsfonds-afdelingen en hoofdbestuur.

10. Liberas, Archief Willemsfonds Algemeen Bestuur (archief nr. 10), OWF / B / 2.92.156-1. Omzendbrief van Max Rooses, Flor Van der Ven, Willemsfonds Antwerpen aan Willemsfonds. De zogenaamde Jameson Raid was bedoeld om een opstand van de voornamelijk Britse gastarbeiders uit te lokken, maar dit was geen succes.

11. Pol De Mont (1857-1931): Vlaamse schrijver, dichter en leraar aan het atheneum van Antwerpen. In 1890 wordt hij voorgesteld als kandidaat van het Liberaal Vlaams Verbond, wat echter op verzet botst bij de Liberale Associatie. Tijdens de Eerste Wereldoorlog kiest de Mont voor het activisme.

12. Hulp-Komiteit voor Transvaal en Oranje-Vrijstaat. Algemeen verslag (Borgerhout: Stoomdrukkerij Kamerling, 1902) 9. 

13. Lode Wils, ‘Beproefde samenwerking. Katholieken en vrijzinnigen in de Vlaamse Beweging, 1860-1914’, Wetenschappelijke Tijdingen (1999) 155-189.

14. Liberas, Archief Willemsfonds Algemeen Bestuur (archief nr. 10), OWF / B / 2.106.676, Omzendbrief van het Gentse ondersteuningsfonds voor Transvaal. Transvaalcomiteit van Gent aan Willemsfonds leden, 1 november 1899.

15. Liberas, Archief Willemsfonds Algemeen Bestuur (archief nr. 10), OWF / B / 2.110.41, Omzendbrief van het Brusselsch Comiteit 'voor Transvaal' aan het Willemsfonds, 22 oktober 1900.

16. Isidore Van Doosselaere, Antwerpen-Transvaal, uitgegeven bij gelegenheid der tentoonstelling van beeldende kunsten te Antwerpen ingericht: gedenknummer (Antwerpen: Nederlandsche Boekhandel, 1902).

17. Willy Hegman, ‘Vlaanderens Zuidafrikaanse droom (1875-1908)’, in: Handelingen van de Koninklijke Zuidnederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis, vol. 27 (1973) 123-136. 

18. ‘Het vertrek der eerste ambulancie uit Antwerpen naar Zuid-Afrika’, in: Het Laatste Nieuws, 25 november 1899. 

19. ‘Belangrijk nieuws uit Pretoria’, in: Het Laatste Nieuws, 20 maart 1900. 

20. Institut Emile Vandervelde, 1885/1985, du Parti ouvrier belge au Parti socialiste: mélanges publiés à l'occasion du centenaire du P.O.B, (Charleroi: Labor, 1985) 312-315.

21. ‘Alice Bron en de Boeren’, in: Het Volksbelang (8 september 1900). 

22. Aad van Maanen, Meneer de opsteller. De Antwerpse journalisten in de 19de eeuw (Antwerpen: UPA, 2017) 412.

23. Maurits Josson, Een schets van het recht van de Zuid-Afrikaansche Republiek (Gent: Vanderpoorten, 1897). 

24. ‘Twee Transvaalsche Meetings te Brussel’, in: Het Laatste Nieuws, 25 november 1899.

25. Liberas, Archief Willemsfonds Algemeen Bestuur (archief nr. 10), OWF / B / 2.110.96, Omzendbrief van het Willemsfonds Antwerpen; Rooses Max, Van der Ven Flor. aan het Willemsfonds leden Antwerpen.

26. Liberas, Archief Willemsfonds Algemeen Bestuur (archief nr. 10), OWF / B / 2.110.1 Omzendbrief van het Brusselsch Comiteit 'voor Transvaal' aan het Willemsfonds, 29.10.1900.

27. Hegman, ‘Vlaanderens Zuidafrikaanse droom (1875-1908)’, 123-136.

28. Frederik Van Holthoon, ‘Public Opinion in Europe During the Boer War, how to study public opinion’, in: Opinion publique et politique extérieure, 54 (1981) 397-407. 

29. ‘Nieuws Uit Transvaal. Van onzen correspondent’, in: Het Laatste Nieuws, 27 april 1900.

30. Kenneth Morgan, ‘The Boer War and the media (1899-1902)’, in: Twentieth Century British History, 13 (2002) 1-16.  

31. Willa McDonald, Literary Journalism in colonial Australia, (Cham (CH): Palgrave Macmillan, 2023) 228. 

32. ‘Nog altijd de Engelsche Bluf’, in: Het Laatste Nieuws, 22 november 1899.

33. We kijken hier uitsluitend naar het liberale of vrijzinnige netwerk binnen de Boerenbeweging.

34. Van Doosselaere, Antwerpen-Transvaal.

35. ‘Regelmatig nieuws uit Transvaal’, in: De Koophandel, 24 en 25 januari 1897.

36. Van Doosselaere, Antwerpen-Transvaal

37. Winfried Dolderer, ‘Alldeutscher Verband’, in: DEVB (2023). Geraadpleegd op 16 mei 2024.

38. Hulp-Komiteit voor Transvaal en Oranje-Vrijstaat’ Algemeen verslag, 5. 

39. ‘Vlamingen!’, in: Het Laatste Nieuws, 20 oktober 1899.

40. ‘Manifest der Vlamingen’, in: Het Volksbelang, 11 januari 1881. 

41. ‘Voorbeelden trekken’, in: Het Laatste Nieuws, 19 oktober 1902.

42. Jan-M. Goris, ‘De invloed van de Anglo-Boerenoorlogen op de naamgeving hoofdzakelijk in Vlaams-België’, in: Naamkunde, 8, nr. 3-4 (1976): 193-256. 

43. Jan-M. Goris, Vlaanderen en de Anglo-Boerenoorlog, 1899-1902 (Antwerpen: Provinciebestuur Antwerpen, 1999). 

44. ‘Leve de Boeren’, in: De Nieuwe Gazet, 24 september 1902. 

45. Yves T’Sjoen, ‘Vlaamse Boerenbruiloft rond 1900’, in: Zacht Lawijd. Literair-historisch tijdschrift, 16 (2017): 4-26.

46. Julius De Geyter, In Transvaal. Gedicht van Julius de Geyter, muziek van Peter Benoit - opgedragen aan President Kruger (1884). 

47. Paul Fredericq, Zuid-Afrika. Verspreide schetsen (Gent: AD Hoste, 1913). 

48. Lode Opdebeek, Paul Kruger (Brussel: Nationale Drukkerij, 1901). 

49. Alphonse Leys, Reis Naar Transvaal. Zuid-Afrikaansche Republiek (Brussel: Nationale Drukkerij, 1901).

50. Maurits Josson, Notes sur le Transvaal (Gent: Drukkerij Vanderpoort, 1898). 

51. Raf Verhulst, De heldenstrijd der Transvaalsche boeren: Brit tegen boer. Groot geschiedenistrouw roman, gaande van 1815 tot 1900 (Brussel: Hoste, 1902). 

52. Bijvoorbeeld: Willem De Ruyter, Onder Boerenvlag: historische roman uit Transvaal (Amsterdam: De Lange, 1896). 

Hoe verwijs je naar dit artikel?

Nathan Lauwers, "Taal-, stam- en strijdgenoten: Vlaamsgezinde liberalen en Afrikaners (1898-1902) ", Liberas Stories, laatst gewijzigd 07/06/2024.
copy url

Colofon

Liberas Stories is een realisatie van cultuurarchief Liberas. Het werd ontwikkeld door Josworld en Webdoos naar een concept van Ruben Mantels. Aan de hand van een ‘Atlas’ en een ‘Magazine’ vertelt Liberas Stories de geschiedenis van het liberalisme en worden de collecties van Liberas gepresenteerd. Deze website werd gelanceerd in juni 2021 en is sindsdien verder uitgebouwd.

De inhoud van dit portaal is bestemd voor Liberas’ erfgoedgemeenschap, maar ook voor studenten, onderzoekers en journalisten en voor iedereen die ons erfgoed wil ontdekken. Het is geen catalogus van onze collectie: die vind je op liberas.eu.

Liberas heeft geprobeerd alle rechthebbenden op beeldmateriaal te contacteren. Personen of organisaties die zich alsnog in hun rechten voelen geschaad nemen contact op met Liberas vzw, Kramersplein 23, 9000 Gent.

Alle teksten op deze website mogen hergebruikt worden mits het overnemen van de auteurs- en bronvermelding. Alle opmerkingen met betrekking tot Liberas Stories - vragen, aanvullingen, correcties, suggesties voor nieuwe bijdragen - zijn welkom op info@liberas.eu. 

Volg ons op