Onze website gebruikt cookies om je surfervaring te verbeteren. Om deze website optimaal te gebruiken vragen we je om akkoord te gaan met ons gebruik van cookies.

Ik ga akkoord liever niet.
Voorgesteld

De oprichting van de Vlaamse Liberalen en Democraten

Het is een oude droom van de Belgische liberalen: de grootste politieke familie van het land worden. Omer Vanaudenhove probeert het in 1961 door de aloude Liberale Partij om te vormen tot de Partij voor Vrijheid en Vooruitgang (PVV). Met succes, want op 23 mei 1965 worden de liberale Kamerzetels meer dan verdubbeld. Maar de grootste partij wordt de PVV niet. In 1992 doet Guy Verhofstadt een nieuwe poging met de oprichting van de Vlaamse Liberalen en Democraten (VLD).

Kris De Beule
19 mei 2021

Cartoon van Ian met premier Wilfried Martens die de schaduw van zijn liberale minister van Begroting Guy Verhofstadt in de rug voelt.

Baby Thatcher en het joenk…

Omer Vanaudenhove en Guy Verhofstadt hebben dezelfde beweegredenen. De twee voorzitters vinden dat hun partij te weinig kan wegen op het beleid, met slechts af en toe een regeringsdeelname, afgewisseld met lange periodes van oppositie. De Christelijke Volkspartij (CVP) zit sinds 1958 onafgebroken in de regering en levert ook meestal de premier. Ze gaat dan weer met de socialisten, dan weer met de liberalen in zee.

De jonge Guy Verhofstadt doet zich in de regering-Martens VI (1985-1987) opmerken als een beginselvaste minister van Begroting. Zijn neoliberale besparingsbeleid levert hem de bijnaam “Baby Thatcher” op, en wordt hem niet in dank afgenomen door zijn christendemocratische regeringspartner. De top van de CVP beslist in het Waalse dorpje Poupehan om de stekker uit de regering te trekken. Officieel valt ze over de zaak Happart, maar de echte oorzaak is volgens ACV-voorzitter Jef Houthuys het arrogante gedrag van “da joenk” Guy Verhofstadt die te veel zijn stempel op het regeringsbeleid wil drukken. Na de verkiezingen van 13 december 1987 belanden de liberalen opnieuw in de oppositie. De frustratie bij Verhofstadt en de zijnen is groot.

Affiche van Guy Verhofstadt voor de parlementsverkiezingen

van 24 november 1991.

Antipolitiek

Bij de volgende parlementsverkiezingen, op 24 november 1991, komt plots een nieuwe kaper op de kust: de antipolitiek. Het Vlaams Blok breekt op die Zwarte Zondag nationaal door met een extreemrechts programma waarbij vooral de vreemdelingen geviseerd worden. Ook de libertijnse gelegenheidspartij van beursgoeroe Jean-Pierre Van Rossem kaapt veel stemmen weg. Meer dan 25 procent van de Belgen stemt blanco of op een protestpartij. Verhofstadt, met geelzucht aan zijn ziekbed gekluisterd, maakt die verkiezingsavond vanuit zijn Gentse woning een analyse van de verontrustende uitslag. Voor hem is het duidelijk dat de regeringspartijen zijn afgestraft. Maar het blijkt eveneens dat de PVV voor de meeste kiezers geen alternatief kan bieden.

Burgermanifesten

24 november 1991 brengt een enorme kloof tussen de burgers en de politiek aan het licht. Verhofstadt heeft hiervoor in januari 1991 reeds gewaarschuwd in zijn eerste Burgermanifest. De verkiezingsuitslag inspireert hem tot het schrijven van De weg naar politieke vernieuwing. Het tweede Burgermanifest (1992). Tussen 1991 en 1994 verschijnen uiteindelijk drie manifesten waarin telkens ongeveer hetzelfde verhaal wordt herkauwd, opgefrist of nog scherper gesteld.

De essentie van Verhofstadts betoog is de burgerdemocratie. De burger moet weer vat krijgen op de politiek door een drastische hervorming van het politieke systeem. Hij pleit onder meer voor referenda, afschaffing van de stemplicht en de rechtstreekse verkiezing van politici. Voor drukkingsgroepen die zich in de schemerzone van de beslissingsmacht bevinden, is in zijn model geen plaats meer. Daarnaast stelt hij een ultraliberaal beleid voor, met een sterk afgeslankte overheid die enkel nog een aantal kerntaken toebedeeld krijgt.

Verruimingskandidaten

Maar Verhofstadt heeft een groot probleem. Zijn ideeën vinden in een aantal kringen wel gehoor, maar zolang dit niet verzilverd wordt met een verkiezingsoverwinning, kan hij weinig doen. Een hertekening van het politieke landschap kan een oplossing zijn. Met Omer Vanaudenhove als voorbeeld doet hij een tweede liberale poging tot politieke herverkaveling, met als doel alle liberalen te verenigen in een nieuwe, grote centrumpartij.

Hij lonkt daarbij vooral naar de rechterflank van de CVP en de Volksunie. In die laatste partij is de broederstrijd tussen het links en rechts georiënteerde Vlaams-nationalisme volop aan de gang. Oud-voorzitter Jaak Gabriëls heeft met enkele getrouwen het Centrum voor Politieke Vernieuwing (CPV) opgericht, een denktank die dezelfde analyses als Verhofstadt maakt. Gabriëls wordt zonder twijfel de belangrijkste verruimer-van-het-eerste-uur, met in zijn kielzog tientallen andere VU-leden, onder wie de toen nog onbekende jongerenvoorzitter Bart Somers.

Ook enkele verdwaalde CVP’ers komen aan boord, en vanuit de SP komt Pierre Chevalier zich bij de liberale rangen vervoegen. Maar Verhofstadt kan de echt grote coryfeeën niet strikken. Sommige politici maken de overstap uit idealisme en omdat ze oprecht in het project van Verhofstadt geloven. Maar opportunisme en persoonlijke ambitie zijn eveneens belangrijke drijfveren om het geweer van schouder te veranderen.

Argwaan in eigen rangen

De komst van de verruimers brengt argwaan in traditionele PVV-middens met zich mee. Zo kan de Antwerpse kopman Ward Beysen absoluut niet lachen met de komst van Fernand Huts van de Katoennatie. Ook de sterke vrijzinnige vleugel van de partij schrikt nogal als sommige namen uit CVP-middens genoemd worden.

Het PVV-partijbureau beslist daarom om een comité van wijzen op te richten. Het moet de partijtop bijstaan bij de screening van de kandidaat-verruimers. Volbloed liberaal Willy De Clercq neemt de leiding, en wordt bijgestaan door in donkerblauwe inkt geschreven namen als Lucienne Herman-Michielsens, Albert Maertens en Frans Grootjans. Dat deze blauwe bonzen waken over de liberale doctrine, stemt heel wat PVV-leden gerust.

Maar niet iedereen. Eén stem blijft bijzonder kritisch. Herman De Croo spreekt een beetje spottend over “Omer de tweede” en is een koele minnaar van het ganse vernieuwingsproject. Hij werpt zich op als de verdediger van de diepblauwe basismilitanten en draagt de verruimers  - die hij stiekem als “overlopers” beschouwt - allesbehalve een warm hart toe.

Een vierdaags congres

Op de jaarlijkse Dag van de Vrijheid te Oostende, op 14 juni 1992, maakt Verhofstadt officieel bekend dat in het najaar een vierdaags congres zal plaatsvinden om een nieuwe partij op te richten. Het stichtingscongres De weg naar politieke vernieuwing (niet toevallig met dezelfde naam als het tweede Burgermanifest) heeft plaats in het Pullmanhotel en de Singel in Antwerpen, van donderdag 12 tot en met zondag 15 november 1992.

Op donderdag wordt de PVV ontbonden en op vrijdag stellen de verruimers zich voor. Het is een bont palet met onder anderen het voltallige CPV van Jaak Gabriëls, lokale lijsten van her en der, oud-leden van de CVP, partijlozen en einzelgängers. Op zaterdag, dag drie van het congres, wordt intens gedebatteerd over de beginselverklaring van de nieuwe partij, onder leiding van congresvoorzitter Patrick Dewael. Het gaat er bijzonder geestdriftig aan toe. Alle aanwezigen geloven in dit nieuwe, positieve project. Diepe indruk maakt een onbekende Poolse vrouw die tijdens het debat over migranten het woord vraagt. In felle bewoordingen wijst zij het racisme en de vreemdelingenhaat van de hand, wat haar een stormachtig applaus oplevert.

Het moment suprême is de onthulling van naam en logo op dag vier, uiteraard door partijvoorzitter Verhofstadt, hierbij geassisteerd door Eva Vanhengel, het dochtertje van de latere minister Guy Vanhengel, die dan partijwoordvoerder is. De “Vlaamse Liberalen en Democraten. Partij van de Burger” is geboren. En dat minder dan een jaar na Zwarte Zondag.

De eerste stemtest

Torenhoog zijn de verwachtingen bij de eerste deelname van de VLD aan de Europese verkiezingen van 9 juni 1994. De partij trekt in haar campagne resoluut de nationale kaart met kritiek op het regeringsbeleid en een pleidooi voor een nieuwe politieke cultuur. Maar het geplande verkiezingsfeestje wordt er eentje in mineur. De VLD haalt 18,4 procent en wordt de tweede partij, na de CVP. Op zich is dat resultaat niet zo slecht, maar van een doorbraak of aardverschuiving is allerminst sprake. Iedereen in de VLD is diep ontgoocheld. Met het schaamrood op de wangen dalen de partijkopstukken die avond van de draaitrap in het hoofdkwartier in de Melsensstraat. Verhofstadt geeft ridderlijk zijn nederlaag toe. Dat een jaar later zijn voornaamste opposant Herman De Croo de voorzittersverkiezingen wint, is een tweede opdoffer van formaat. Verhofstadt heeft duidelijk ook in eigen rangen een deel van zijn krediet verloren, en trekt zich terug voor een lange retraite in Toscane.

Nasleep

Verhofstadt wordt uiteindelijk in 1999 toch premier (1999-2008). Zijn paarsgroene en paarse regeringen leveren baanbrekend werk op het vlak van de ethische dossiers (homohuwelijk, euthanasie) maar op het vlak van de nieuwe politieke cultuur worden weinig stappen gezet. In 2006 publiceert premier Verhofstadt zowaar nog een vierde Burgermanifest, zijn geactualiseerde visie op de politiek, maar met minder scherpe kantjes dan zijn vroegere teksten. De jaren hebben Verhofstadt veranderd. Hij is milder geworden, en heeft ook wat van zijn strijdlust verloren.

Hoewel enkele punten uit zijn manifesten intussen gerealiseerd zijn (zoals het grondwettelijk vastleggen van het aantal ministers en de oprichting van een Grondwettelijk Hof) is er van echte politieke vernieuwing in België in feite nooit sprake geweest. Toch blijven zijn ideeën voortleven bij een nieuwe generatie politici. In het huidige Vlaamse regeerakkoord (2019-2024) zijn dan ook enkele punten opgenomen die geïnspireerd zijn door zijn maatschappijmodel, zoals de afschaffing van de stemplicht (bij gemeenteraadsverkiezingen), en de nagenoeg rechtstreekse verkiezing van de burgemeester vanaf 2024. 

Kris De Beule, Liberas, 2021.

Bronnen, noten en/of referenties

Jos Bouveroux, De partij van de burger. De verruiming van de Vlaamse liberalen (Antwerpen: Standaard, 1992).

Guy Verhofstadt, Burgermanifest, 1991.

Guy Verhofstadt, De weg naar politieke vernieuwing. Het tweede Burgermanifest (Antwerpen: Hadewijch, 1992).

Hoe verwijs je naar dit artikel?

Kris De Beule, "De oprichting van de Vlaamse Liberalen en Democraten", Liberas Stories, laatst gewijzigd 13/03/2024.
copy url

Colofon

Liberas Stories is een realisatie van cultuurarchief Liberas. Het werd ontwikkeld door Josworld en Webdoos naar een concept van Ruben Mantels. Aan de hand van een ‘Atlas’ en een ‘Magazine’ vertelt Liberas Stories de geschiedenis van het liberalisme en worden de collecties van Liberas gepresenteerd. Deze website werd gelanceerd in juni 2021 en is sindsdien verder uitgebouwd.

De inhoud van dit portaal is bestemd voor Liberas’ erfgoedgemeenschap, maar ook voor studenten, onderzoekers en journalisten en voor iedereen die ons erfgoed wil ontdekken. Het is geen catalogus van onze collectie: die vind je op liberas.eu.

Liberas heeft geprobeerd alle rechthebbenden op beeldmateriaal te contacteren. Personen of organisaties die zich alsnog in hun rechten voelen geschaad nemen contact op met Liberas vzw, Kramersplein 23, 9000 Gent.

Alle teksten op deze website mogen hergebruikt worden mits het overnemen van de auteurs- en bronvermelding. Alle opmerkingen met betrekking tot Liberas Stories - vragen, aanvullingen, correcties, suggesties voor nieuwe bijdragen - zijn welkom op info@liberas.eu. 

Volg ons op