Niet enkel voor Claes vormt dit eerste nummer van Neohumanisme een vingeroefening. Ook Roland Wostyn, tijdens de Tweede Wereldoorlog samen met Karel Poma lid van de verzetsgroep Onafhankelijkheidsfront, kan er zijn schrijfsels in kwijt. Hij plaatst een artikel over de Amerikaanse toneelschrijver Eugène O’Neill (mét tikfout in de titel), die dat jaar de Nobelprijs Literatuur had gewonnen, onder de rubriek ‘Litteraire Aktualiteiten’. Dichter Herman Van Snick vindt in Neohumanisme een eerste kanaal om zijn gedichten te publiceren.
De redactie vindt nog voldoende plaats om een verslag over de werking van de vereniging uit de doeken te doen. De algemene vergadering, waarmee het academiejaar werd geopend, kende enkele geestdriftige speeches van onder anderen afscheidnemend ondervoorzitter Willy Calewaert, voorzitter Frans De Hondt, ondervoorzitter Bert Maertens en afgevaardigde van de Liberale Jonge Wacht Germain Cnudde. Daarnaast werden lezingen georganiseerd met Victor Sabbe over de parlementaire staat en met Albert Claes over het marxisme (waarvan de inhoud werd opgenomen in dit eerste nummer). Ook een rubriek ‘Boekbespreking’ mag niet ontbreken, met daarin een overzicht van de inhoud van het recente nummer van Tijdschrift voor Economie en Sociologie en van Het leven op ’t kantoor. Een aankondiging voor een huldeblijk aan Albert J. J. Van de Velde, hoogleraar natuurwetenschappen, veelgevraagd spreker bij het Willemsfonds en verdediger van het liberale gedachtegoed, maakt het nummer compleet.